Yosé Höhne-Sparborth schrijft de komende periode over haar bezoek aan Kirkuk. Blijf onze website volgen voor meer nieuws!
Vandaag, Tweede Paasdag, ben ik met Pater Jens Petzold meegereden naar Kirkuk. Morgen moeten we allebei naar de politie om ons visum door persoonlijke presentie geldig te maken.
Dit is wel een bisdom, zeg. Stel het je voor: de bisschop heeft 7000 gelovigen onder zich, en 7 priesters. Die zijn verdeeld over twee grote steden, en wat voordorpjes/stadjes. En die twee steden liggen in twee gebiedsdelen die nu door een heuse grens worden gescheiden. Aangezien Pater Jens Zwitser is, moet hij elk jaar verlenging van verblijfsvergunning aanvragen. Maar nu moet hij telkens als hij naar Kirkuk komt, naar de politie om zich te melden. Irak is de Koerden een beetje aan het straffen.
Op de weg van Kirkuk (Irak) naar Erbil (hoofdstad Iraaks Koerdistan) passeerden we altijd een grens die ook als zodanig functioneerde. We trokken daar altijd een half uur extra voor uit, meestal was dat voldoende, ook een keertje niet. Eenmaal kostte het zoveel tijd, dat de chauffeur, Abuna Qais, keihard over de lege weg scheurde om nog op tijd in Erbil aan te komen. Maar de verlichting was ook niet overal even best, dus via een stuk wegdrempel werden we bijna gelanceerd.
Nu is de weg Sulaymaniyah-Kirkuk nog duidelijker een weg die gaat door, oké net niet oorlogsgebied. Laten we zeggen gewapende stilstand. En Pater Jens scheurde waar dat kon, om op tijd in Kirkuk te zijn. Scheuren over de weg doe je enkel waar je weet dat er geen controle is. 100 km. is eigenlijk het maximum.
De hele regio Kirkuk was jarenlang feitelijk in handen van de Peshmerga. In het klooster hangt een kaart van Iraaks Koerdistan, daarop telt dat hele gebied tot Koerdistan, plus nog wat stevige terreinstroken aan de zuid-westzijde. Verleden jaar stond er ook ineens een 25 meter hoge Peshmerga als standbeeld bij de ingang van Kirkuk, komende van Erbil. Koerdisch geurspoor zeg maar.
Na het Koerdisch referendum in september heeft het Iraakse leger de eigen gebieden weer overgenomen van de Peshmerga. Deze laatsten zijn feitelijk meer een zwaar bewapende politie dan een leger, en dat verschil zie je.
Ik meen dat ik drie grote controleposten onderweg telde; regiogrenzen worden ook gecontroleerd. Elke controlepost wordt nu aan beide zijden beschermd door een aarden wal, daarop een uitkijktoren met gebouwtjes voor verblijf, soldaten. En je ziet echt militair materieel staan. Een vrij oud „fort” op een berg dat door de Amerikanen was gebouwd en gebruikt, daarna leegstond, is nu weer in gebruik van het Iraakse leger.
Er komen niet veel buitenlanders langs die deze grens overgaan. De soldaat die onze beide passen controleerde, en de visa bestudeerde, had veel bekijks onder zijn kameraden die om de auto troepten. Hij legde vriendelijk uit dat hij even zijn baas moest bellen, of hij ons mocht doorlaten. Deed hij in het Engels, en Pater Jens maar in het Arabisch terug spreken om aan te tonen dat hij wel van deze grond komt. Was wel grappig. Alles in opperste vriendelijkheid. Aangegeven dat we in Kirkuk naar de kerk gingen, dat Pater Jens in Sulaymaniyah ook voor de kerk werkte. Soldaat nog vriendelijker. Toen de telefoon hem kennelijk toestemming had gegeven om ons door te laten, vroeg hij met dringende stem aan Pater Jens om eenmaal in Kirkuk een zekere Mohammed, zijn baas, te bellen dat we waren aangekomen. Bisschop Mirkis belde daarvoor meteen maar zijn grote rechterhand, Abudoreit, die alle karweien in hogere regionen regelt. Die kwam aanschuiven aan ons avondeten en belde onder ons gehoor Mohammed om te verzekeren dat de zuster en de pater beiden nu bij de bisschop aan tafel zaten. Jazeker, goed overgekomen.
Mijn reis had 25 uur in beslag genomen van Utrecht tot Sulaymaniyah. De Iraakse regering is de Koerden een beetje aan het straffen voor hun referendum en zich uitspreken voor absolute onafhankelijkheid. Daarom zat het Koerdische luchtruim potdicht voor internationaal vliegverkeer. In mijn traject om de reis te boeken kreeg ik voortdurend meldingen dat het nu weer open zou gaan, even wachten nog met kopen… Wel, Sulaymaniyah is nog dicht, er was werkelijk weinig aan de hand op dat vliegveld toen ik landde. Nu wist bisschop Mirkis dat Erbil wel open is/open gaat, en Sulaymaniyah nog niet. Daarin speelt mogelijk ook mee een strijd tussen diverse Koerdische partijen, het niet gunnen aan die andere stad. Maar mogelijk is het ook gewoon extra straf voor Sulaymaniyah, die stad schijnt veel sympathie te koesteren voor de PKK.
Klinkt allemaal wel naar een slangenkuil. Met excuus aan de slangen. Of anders gezegd, deze rit was even een uitstapje geheel langs de militaire lijn, nu die autoweg zo is gemilitariseerd. Alles rustig, maar de militaire aanwezigheid ziet er naar uit dat ze zich bewust zijn in „vijandig gebied” te verkeren. Er wordt hard gewerkt aan terugkeer en herstel, maar „vrede” zou ik de toestand in Irak nog niet willen noemen.
En dan had ik nog niet de Syrische vluchtelingen gemeld, die ook in groten getale aanwezig zijn in Noord-Irak. In Sulaymaniyah was alweer staking, de laatste vier jaar krijgen de ambtenaren maar zo af en toe een salaris uitbetaald. Hoe ze overleven? Niks kopen behalve eten, en ook dat is soms lastig. Pater Jens en ik constateerden in de auto, dat er twee verschillen zijn tussen de „autochtone” bevolking en de vluchtelingen. De autochtone bevolking heeft (doorgaans) een eigen huis, de vluchtelingen zitten ergens voorlopig ondergebracht. En de vluchtelingen krijgen hun eten, de autochtonen niet, hoewel ze er wel voor werken. Tot zover dat opvangen in de regio, waar Europese politici, Nederland voorop, zo verliefd op zijn. (wil iemand dit doorsturen naar Mark Rutte svp)
De eerlijkheid gebied, nog even te melden voor wie nu pas insteekt met lezen: weliswaar groeide de bevolking van Noord-Irak (Iraaks Koerdistan) tussen 1991 tot nu van 3 miljoen naar 9 miljoen inwoners, dus dat opvangen hebben ze wel gedaan, om Europa te dienen; maar de heer president Barzani van Koerdistan en zijn familie hebben ook wel vele miljoenen in een familierekening laten weglopen. Zal wel in Zwitserland in veiligheid gebracht zijn. Vele miljoenen… Of in een brievenbusmaatschappij in Amsterdam?
Ons avondrondje na het eten in de bisschopstuin bewoog zich op een ander niveau. In Kirkuk zijn nog maar twee studentenhuizen, voor degenen die echt hier moeten afstuderen. Van de christelijke studenten is nu een groot deel toch teruggegaan naar de dorpen rondom Mosul waar hun familie leeft; dat werd geëist door de nieuwe autoriteit in Kirkuk. Er wordt hard weder opgebouwd in die dorpen, veelal op eigen kracht. Enkele kleinere hulporganisaties doen mee. Voor de oorlog in deze oliestreken krijgt men gemakkelijker grote coalities bijeen dan voor de opvang van vluchtelingen, het ruimen van puin en de wederopbouw.
Op bezoek bij de zus van Mirkis in Hoogeveen kreeg ik foto’s te zien van grote Palmpasenoptochten door Caracosh. Indrukwekkende massa’s. De thuiskomst wordt gevierd, ook al zal het nog jaren hard werken zijn aan herstel van de huizen. En dan nog de gemeenschap, hoe herstelt dat?
Inmiddels gaat het allergrootste deel van de hulp naar de Yezidi-studenten. Dat zijn er nu ruim 600. Ze leven nu in Bashiqa ………. , een van de dorpen rond Mosul. Ook zij moesten terug naar de universiteit in Mosul om daar hun studie voort te zetten, de Iraakse autoriteit is nu even stevig de baas in Kirkuk. Deze yezidi studenten leven in grotendeels door ISIS leeggeroofde huizen, elektra gestript, deuren en ramen gestript, meubels verbrand. De bedden zijn vanuit de studiehuizen in Kirkuk daarheen verhuisd. Vanuit dit bisdom gaat er regelmatig een groot transport eten naar hen toe en ze krijgen reisgeld naar de universiteit in Mosul. Waar mogelijk wordt geholpen met het nodige om het enigszins leefbaar te maken. De studenten hebben hoogste prioriteit, ze moeten nu binnenkort tentamens doen. Wie niet slaagt verliest een jaar. De Yezidi zijn de meest getraumatiseerde groep. Soms wordt het onderhoud voor hen geleend uit andere projecten, die uitstel verdragen. Er komt te weinig geld voor deze tijd nu van wederopbouw en weer enorme volksverplaatsingen. Voor de volksverplaatsingen bestaan geen hulpfondsen, wel gaat het om grote sommen…
Afspraak is nu dat ik volgende week met de distributieauto meerijd. Dit bisdom is de enige instantie die de Yezidi helpt. De Europese kranten schreeuwden moord en brand over die lelijke moslims die de Yezidi uithongerden daar op de berg Sinjang.… Maar als het om hup gaat, is dat allemaal vergeten. Als het mogelijk is, blijf ik er misschien enige dagen. Hangt af van van alles. De situatie is wel veilig, zover dat kan in een olierijk land tussen Iran, Turkije, Syrië en Saoudi-Arabië, met het werkgebied half in Arabisch half in Koerdisch territorium. Er is echt een gevoel van rust, doordat de overname door het Iraakse leger zo met relatief weinig strijd verliep. Maar het is wel een situatie waarin de autoriteiten strak controle pogen te houden, en alles nog lang niet genormaliseerd is, dus er kan telkens van alles aan maatregelen komen die vergen dat je het dagelijks leven weer geheel anders organiseert dan tot nu toe. Plannen is allemaal onder voorbehoud.