In het kader van het 85-jarig jubileum van de Pauluskerk heeft Werend Griffioen een aantal mensen die nauw betrokken zijn/waren bij de Pauluskerk geïnterviewd.
Als opmaat naar de jubileumweek vind u hier elke week een nieuw interview.
Deze week: Ton Peters ofm (76)
De franciscanen zijn gestart met een nieuw project in ‘s-Hertogenbosch. Het klooster van de Kapucijnen is mede daartoe aangekocht. Ook het provincialaat zal daar dan gevestigd zijn. En daarmee is onze communiteit opgeheven en het klooster aan de Deken Roesstraat verkocht. Ik zal dan naar ’s-Hertogenbosch verhuizen en daar regelmatig voorgaan in de kloosterkerk.
Daarmee is het moment gekomen om afscheid te nemen van ‘de Paulus’, met absoluut weemoed in het hart. Ik heb de mensen leren kennen als een levendige en actieve gemeenschap.
Het wemelt er van de vrijwilligers die talent en inzet tonen, waardoor ik rustig durf te zeggen dat de Paulus een zelfdragende gemeenschap is.
Wat eruit springt is het gevoel dat je welkom bent. Dat geldt voor mij, maar ook voor de mensen die van buiten de wijk komen, zoals Overvecht. Mensen zoeken naar een kerk die hen aanspreekt en ja, dan komen ze vaak bij de Paulus uit. Niet dat dat nou zo speciaal voor de Paulus is, want elke kerkgemeenschap heeft wel iets wat een zoekend iemand aanspreekt.
In de 25 jaar dat ik meeloop in de Paulus – waarvan een zestal jaar als waarnemend pastoor – ben ik vergroeid geraakt met deze club. Ik voel me echt een Paulusman.
Zeker na de verhuizing van de Paulusgemeenschap naar het Willem de Zwijgerplantsoen – in 1993 – ben ik me steeds meer verbonden gaan voelen. Ik weet nog hoe we met een heel aantal parochianen in plechtige processie met wierook en kaarsen de oude kerk aan de Linnaeuslaan verlieten en de ciborie overbrachten naar de pastorie. De kerk zou snel gesloopt worden, dus het móest wel. De nieuwe Pauluskerk was niet meteen beschikbaar, het toeval wilde dat ik in die tijd, 1993, juist mijn 25-jarig priesterjubileum vierde. Gelukkig konden we terecht in de Tuindorpkerk die heel gastvrij was. We hebben daar de eucharistie gevierd, extra feestelijk natuurlijk. Twee weken later gingen we – weer in processie – naar de nieuwe Paulus, want toen pas was de kerk klaar om de Eucharistie te vieren.
Voor mij is priester-zijn: mensen bij de hand nemen op de weg van Jezus Christus. Ik ben geen leider, maar meer begeleider. Ik ben niet iemand die het beter weet of kan, maar dat ik dat mág doen ervaar ik als een cadeau. Het cadeau is dat je heel dicht, op intieme afstand zelfs, bij mensen bent op scharniermomenten in hun leven. Zo werd ik ’s nachts eens opgeroepen om een stervende bij te staan. De hele familie stond rond het bed van oma. Ik gaf haar de ziekenzalving en de zoon bedankte mij dat ik gekomen was zo midden in de nacht om de ziekenzalving te bedienen. Maar ik bedankte hem dat ik op dit emotionele moment bij de familie mócht zijn. Een andere keer kreeg ik de vraag of ik een kindje wilde dopen, maar het was al gestorven zei de moeder mij. Dan zie je die moeder met het levenloze lijfje op haar arm en ik liet het doopwater over dat koppie druppelen. Het verdriet van de ouders was ook mijn verdriet.
Als priesterassisent in de Paulus ga ik alleen voor in Eucharistievieringen. Of ik dan niet het hele pastorale pakket mis? Nee. Er was ook altijd een pastoraal werker in de parochie en die was – in mijn ogen – de eerst aanspreekbare. Van de andere kant ben ik niet een priester die even opdraaft voor een huwelijk of doop, ik ga wel eerst naar de betrokkenen toe voor kennismaking en overleg over de viering en dan komt het gesprek toch wel op God en op het geloof..
Ja, ik ben ook franciscaan. Als jongetje wilde ik priester worden want daarvan had je nou eenmaal een beeld. In de loop der jaren ben ik veel sterker minderbroeder geworden. De spiritualiteit van Franciscus met de werkelijk radicale navolging van Jezus is mij op mijn levenspad steeds duidelijker geworden en ook de noodzakelijkheid daarvan. Is het immers niet zo dat de mens alles op aarde heeft ontvangen? Dan kun je ook alles delen en weggeven.’
Jaartallen
1986 – 2002 vaste assistent in de Paulus
2002-2010 in Leiden lid van de communiteit van franciscanen aldaar en pastoor van de Hartebrugparochie in Leiden.
Eind 2010 teruggekomen naar Utrecht en in overleg met het pastoraal team van de Martinusparochie weer priester-assistent in de Paulus
September 2018 – afscheid van de Paulus, vertrek naar ‘s-Hertogenbosch