Knoppen aan de boom

Riet Blom is vice-voorzitter van de samenwerkende parochies van Katholiek Utrecht en dat is geen eenvoudige opgave. Het katholieke geloof gaat namelijk door een van de zwaarste periodes in haar Utrechtse geschiedenis. Wie is deze vrouw? En wat beweegt haar om zich in te zetten voor de kerk? Katholiekutrecht.nl sprak met Riet in haar eigen kerk: de Augustinus.

Riet komt uit een katholiek nest. Als meisje woonde ze in De Bilt, maar ging ze in Utrecht naar school. “Mijn ouders waren getrouwd in de Antoniuskerk in Lombok. Hun 25-jarig huwelijksjubileum vierden ze dan ook in de Antonius en vanaf dat moment gingen we als gezin weer in Utrecht naar de kerk. Eerst Lombok dus, maar later de Augustinus.” In de Augustinus komt Riet nu al bijna 40 jaar. “Dat voelt als thuis,” vertelt ze, “ik heb daar altijd het gevoel gehad dat ik welkom was en dat ik mezelf kon zijn en daarmee komt een bepaalt soort rust. Ik kan eigenlijk moeilijk duiden wat het nu precies is.” Ze kijkt om zich heen, naar de kale vloer en de scheuren in de muur. Hoe voelt het voor haar om de Augustinus zo te zien? “Ja, dat is jammer … meer dan jammer. Niet alleen voor mij, maar voor heel veel mensen is dit zo’n bijzondere kerk geweest. Dat zat ‘m gedeeltelijk ook wel in het feit dat het altijd door paters Augustijnen werd geleid. Later hebben ze de Augustinus overgedragen aan het bisdom.” Riet vertelt hoe ze tegenwoordig nog steeds op zaterdag of doordeweeks bij de zusters Augustinessen naar de mis gaat. “Ik voel nog steeds wel een verschil tussen paters en wereldheren en dat gevoel heb ik ook bij de zusters Augustinessen – het is een open blik en een besef dat we allemaal op weg zijn. Ongeacht de functie die wij in het leven moeten vervullen, de één mag voorgaan en de ander mag weer iets anders doen, maar we hebben allemaal een opdracht te vervullen.” Riet heeft veel bewondering voor de Augustijnse levenshouding. “Het is ongelofelijk om te zien wat de zusters nog steeds voor de mensen in Utrecht betekenen. Ze gaan nog altijd bij mensen op bezoek, ze zijn een luisterend oor en iedereen wordt altijd gastvrij ontvangen. Als ik dat zie, dan realiseer ik mij dat wij veel eenvoudiger kunnen leven.”

De Noord-Afrikaanse kerkvader Augustinus (354 – 430) leefde in een tijd waarin het Romeinse Rijk ineenstortte en katholieken zich begonnen te realiseren dat ze niet meer konden steunen op de oude Romeinse instituties. Toen moesten katholieken leren om zich op een nieuwe manier te handhaven in de wereld. Gaan wij ook door zo’n fase en kunnen wij op die manier iets van Augustinus leren? “Ik hoop het,” zegt Riet na een korte stilte, “daar geloof ik wel in. Ik denk niet dat het verhaal hier stopt. Nieuwe vormen is altijd wennen, het is altijd angstig omdat je niet weet in wat voor situaties je terecht kan komen. Tegelijkertijd zijn we altijd blij wanneer het weer lente wordt. We zitten nu misschien in een wintertijd, maar daar komt ook een eind aan.” Ziet Riet dan misschien zo nu en dan al een knop aan de bomen? “Ja, zeker wel,” roept ze glimlachend uit, “ik heb zelf twee dochters. Als ze op vakantie zijn en ze komen langs een kerk, dan gaan ze altijd even naar binnen om een kaarsje op te steken. Dat is voor mij een knop. De vanzelfsprekendheid ervan: even naar binnen om een kaarsje op te steken … Mijn jongste dochter komt regelmatig in New York en als ze daar is gaat ze iedere dag naar de mis in de St. Paul’s Cathedral. Dat is mooi en hoopvol. Het is bijzonder als je het geloof mag doorgeven. Het idee dat iets generaties overstijgt, dat wanneer je iets van je ouders hebt meegekregen dat je dat ook weer kan doorgeven aan jouw kinderen en misschien je kleinkinderen. Dan voel je echt dat je onderdeel uitmaakt van een groter geheel.”

Het is duidelijk dat Riet erg gehecht is aan de Augustinus, maar het voortbestaan van de kerk is nog lang niet zeker. “Elke kerksluiting doet pijn,” beaamt ze, “omdat het een plek is waar mensen de meest belangrijke momenten van hun leven hebben ervaren: dopen, uitvaarten, huwelijken … dat zijn allemaal mijlpalen en het klinkt misschien gek, maar dat zit ook in de stenen. Als de Augustinus dicht moet, dan moet het. Ik zou het heel erg vinden, maar even erg als al die andere mensen die ook hun kerk zien sluiten.” Voor de Gertrudis en de Jacobus is het doek inmiddels al gevallen, maar hoe denkt Riet dat andere mensen daarmee omgaan? “Bij een aantal mensen zit veel boosheid en dat zet zich dan later om in verdriet. Het overstappen naar een andere gemeenschap is soms heel moeilijk, vooral voor oudere mensen. Dan kom je daar voor je gevoel net bij en moet je eerst weer wennen. Het duurt dan gewoon een tijdje voor je weer het gevoel hebt dat je erbij hoort. Als je een nieuwe parochie ingaat is het alsof je opnieuw geënt wordt en daar horen de nodige groeipijntjes bij. Toch is dat ook meteen een kans om opnieuw tot bloei te komen, door nieuwe ontmoetingen, nieuwe vriendschappen en een nieuw begin.”

Tekst en foto’s: Erik Hendrix