Het werk van Derk

‘Ik ben een man met het syndroom van Down en mijn leven is het waard om te leven.’ Iets meer dan een jaar geleden sprak Frank Stephens deze woorden voor het Amerikaanse congres in Capitol Hill in Washington. Het filmpje op werd een wereldwijde hit met meer dan 96.000 likes op Facebook. In zijn betoog uit Stephens zijn bezorgdheid over het feit dat IJsland en Denemarken nu vrijwel volledig ‘down-vrij’ zijn. Ook in de Verenigde Staten wordt nu bijna 85% van de zwangerschappen met Downsyndroom baby’s voortijdig beëindigd. En dat terwijl ook Down-kinderen en -volwassenen een mooi en volwaardig kunnen leven leiden. In onze eigen parochie hebben we daar levend bewijs van: Derk Wessels (1972). Wessels is kunstenaar en parochiaan van de Pauluskerk in Tuindorp. Een gesprek met Wessels en zijn ouders, Peter en Trees, over zijn leven en werk.

Toen Derk bijna 47 jaar geleden werd geboren, was het nog helemaal niet vanzelfsprekend dat hun ouders zelf voor de opvoeding van hun Down-kind zorgden. Derk was nog maar net geboren toen zijn ouders door de huisarts werd aangeraden om hem meteen op een lijst voor een instelling te zetten. Volgens hem was het veel te moeilijk om zo’n kind zelf op te voeden. Toch besloten zijn ouders om dat advies niet op te volgen. Zo had Derk het geluk om in een normale omgeving op te groeien en was hij zelfs het eerste Down-kind in Nederland dat gewoon naar de lagere school ging. Toen allesbehalve vanzelfsprekend.

Katten

Op de speciale school waar hij eerst heen ging viel Derk niet op, maar op de gewone lagere school werd hij wel gezien. ‘Dat was bij juf Dorothee!’ vult Derk snel aan terwijl hij rondgaat met een schaal koekjes. Het was op die lagere school dat Derk begon te tekenen. Vooral met potlood, maar later ook met krijt. Eerst viel het niet op dat Derk talent had, maar het was wel duidelijk dat zijn tekeningen erg sterk waren. Toen hij in die periode een keer bij zijn juf bleef logeren, tekende hij haar katten. Die tekening vond zijn juf toen zo mooi dat ze ‘m liet inlijsten. En zo merkten ook zijn ouders voor het eerst op dat Derk talent had.

Corneille

Na de basisschool kwam Derk op de Daalse Hoek in Maarssen terecht. Daar werkten toen verschillende begeleiders met een kunstzinnige achtergrond. Via hen kon er een atelier geregeld worden waar Derk echt aan de slag kon, maar daar moest hij wel eerst een proeve van bekwaamheid voor doen. Toen Derk in het atelier de met verf besmeurde werkjassen zag hangen, deed hij er meteen één aan en de kunstenaar was geboren. Tot ieders verbazing wilde hij schilderen en dat terwijl hij eerder vooral met potlood had gewerkt. Toen moeder Trees hem later die dag kwam halen werd opgemerkt dat zijn stijl op die van Corneille leek. De begeleider liet haar het na het andere schilderij zien. Het was wel duidelijk dat Derk mocht blijven. Het zou het begin worden van een mooie schilderscarrière. ‘Maandag, dinsdag en woensdag ga ik naar het atelier’, legt Derk uit, maar schilderen is niet het enige wat hij daar doet. Hij maakt ook linosneden en soms schrijft hij zelfs verhalen. Eén van die verhalen, een kinderboek genaamd ‘Bob is de weg kwijt’, werd gepubliceerd met Dirks eigen illustraties.

Dit is Bob de walvis.
Hij bibbert.
Hij is bang.
Bob is dronken van de zee.
Hij gaat heel langzaam.
Hij is de weg kwijt.
Andere dieren ziet hij niet.
Bob wil naar huis.
– Derk Wessels in “Bob is de weg kwijt”

De Vogel

Op tafel ligt nog een ander dik boek met in blauwe letters de woorden ‘Werk van Derk’. Het is een prachtig overzicht van een keuze uit zijn oeuvre. Op één van de eerste pagina’s staat een foto van Derk in een mooi pak met een lintje op zijn borst. Is Derk dan soms een ridder? Hij knikt. ‘Ja, van Oranje-Nassau!’, voegt hij er snel aan toe. Het ridderschap wordt alleen toegekend aan mensen die ook in het buitenland bekend zijn. Omdat het werk van Derk zelfs in Japan hangt, kwam hij voor die onderscheiding in aanmerking. Maar ook dichterbij huis is het werk van Derk te bewonderen, bijvoorbeeld in het Outsider Art Museum, in een vleugel van de Hermitage in Amsterdam. Maar ook in onze eigen stad Utrecht is zijn werk te bewonderen. Zo maakte graffitikunstenaar JanIsDeMan in december vorig jaar een kolossale wandtekening van ‘De Vogel’, van een werk van Dirk. Het is te zien aan op de zijmuur van het pand aan de Lauwerecht 55. ‘Deze gast maakt hele vette dingen’, merkte JanIsDeMan op in een uitzending van RTV Utrecht, ‘Heel anders dan wat ik normaal maak: veel dikke lijnen. Heldere vormen. Heerlijk!’

Derk Wessels versus JanIsDeMan

Mystieke intuïtie

Maar wat is eigenlijk Derks favoriete schilderij? ‘De Sprong!’ roept Derk meteen uit. Hij laat een felgekleurd schilderij zien waarin een man met een enorme sprong over zowel huizen als bomen door de lucht heen suist. Het is een symbool voor de nieuwe levensfase; een verhuizing, een huwelijk, een kind of een nieuwe baan. Volgens Julia Dotulong, die een prachtige introductie voor het boek schreef, zijn het vooral de rituelen en taferelen die Derk waarneemt. Vader Peter vertelt dat Derk een mystieke intuïtie heeft. ‘Derk komt heel graag bij Stonehenge,’ legt hij uit, ‘dat is één van zijn favoriete plekken.’ Derks mysticisme komt dan ook in zijn werk tot uitdrukking, bijvoorbeeld bij ‘De Zaaier’ een schilderij dat op een verjaardagskaart van de Pauluskerk staat. Op de kaart is de zaaier te zien die gele zaadjes uitstrooit over de akkers, maar wat opvalt is dat het zaad ook in zijn mond zit. Zo weet Derk op een unieke manier een Bijbelse wijsheid tot uitdrukking te brengen, want het zaad dat het Evangelie is kunnen we met de mond verspreiden door erover te praten.

“De Sprong”

Vredesgroet

Derk komt dan ook graag met zijn ouders in de kerk. ‘Ik vind de Pauluskerk een hele grote kerk,’ legt Derk uit, ‘met mooie kaarsen en een koor dat heel goed kan zingen.’ Derk zingt ook altijd mee als hij in de Paulus is. ‘Alleluja vind ik een heel mooi lied,’ zegt Derk, ‘en De steppe zal bloeien.’ Derk zingt ijverig het lied, maar daarna vertelt hij dat zijn favoriete moment in de mis eigenlijk de vredeswens is. Tijdens de mis neemt Derk dan ook ruimschoots de tijd om iedereen de hand te schudden. Helaas komt hij nu niet meer zo vaak in de Paulus als hij zou willen want de busverbinding tussen Tuindrop en Overvecht (waar hij woont) is enige tijd geleden opgeheven en dat maakt het allemaal wat lastig.

‘We hebben genoeg gekletst.’ besluit Derk na een uur praten en daar heeft hij ook wel een beetje gelijk in. Hij staat op, trekt zijn jas aan en nadat hij iedereen gedag heeft gezegd, loopt hij alleen naar huis. Daarmee toont Derk een mate van zelfstandigheid waar hij trots op mag zijn en die hij misschien nooit had kunnen bereiken als zijn ouders bijna 47 jaar geleden niet hadden besloten om hem zelf op te voeden.

“De Zaaier”

Kanarie

‘Ik heb niet het gevoel dat ik mijn bestaan zou moeten rechtvaardigen.’ zegt Stephens aan het eind zijn toespraak, ‘wij zijn de kanarie in de eugenetica-kolenmijn. Wij geven de wereld een kans om na te denken over een ethiek die wil bepalen welke mensen wel en niet een kans krijgen om te leven.’ Een leven met Downsyndroom is natuurlijk niet perfect, maar welk leven is dat wel? Wie ziet wat Derk allemaal met zijn leven heeft gedaan, wat hij allemaal heeft bereikt en wat hij betekent voor zijn ouders, zijn broer en zus en de mensen die van hem en zijn werk houden, kan niet ontkennen dat Derks leven inderdaad mooi en volwaardig is.

Tekst: Erik Hendrix