Rosaline Peeters is de vierde uit een katholiek gezin met zes kinderen. Vorig jaar rondde ze haar studie verpleegkunde succesvol af en besloot ze om een tussenjaar te nemen. Dat jaar stond onder ander in het teken van de onderscheiding van haar roeping en die zoektocht leidde uiteindelijk tot de beslissing om in september te beginnen als postulant bij de congregatie van Sint Jan in Frankrijk. Wie bij zo’n bericht een ernstige jonge vrouw voor zich ziet, komt echter bedrogen uit. Rosaline is een opgewekte en vrolijke getuige van het Goede Nieuws, het geloof. Een gesprek over haar zoektocht, haar roeping en het avontuur dat volgende maand voor haar gaat beginnen.
‘Hoe heb je de congregatie van Sint Jan leren kennen?
Ik ging verpleegkunde studeren en twee van mijn vriendinnen gingen toevallig dezelfde opleiding doen. Eén van ons is toen naar de UIT markt geweest en daar stonden toen de Katholieke Studenten Utrecht (KSU) die wordt georganiseerd door de broeders. Mijn vriendin werd uitgenodigd voor een openingsbarbecue en vroeg of ik mee wou gaan. Dat beviel en zo ben ik daar blijven hangen. Iedere donderdag was het studentenavond. Daar ging ik twee jaar lang iedere week heen en nu woon ik al drie jaar in één van de studentenwoningen van de KSU bij de Gerardus Majella.
Wanneer maakte je kennis met de zusters?
Er kwam een keer een zuster van de Congregatie van Sint Jan langs. Mijn eerste reactie was ‘O, er zijn ook nog zusters ….’ Gek genoeg had ik dat dan weer niet bij de broeders. Daarvoor kende ik wel een paar zusters, maar die waren allemaal heel oud. Dus mijn beeld was ook dat alle zusters oud of uitgestorven waren. Toen leerde ik dus een jongere zuster, Augustin-Marie, kennen en er is toen een vriendschap ontstaan. Ze kwam hier voor KSU activiteiten zoals lezingen, meidenavonden en retraites.
Wist je toen meteen dat je dat ook wilde?
Nee, het begon eigenlijk pas echt na Wereldjongerendagen (WJD) in Krakau. Toen ben ik wat serieuzer hierover na gaan denken. Ik ging pas over het religieuze leven nadenken nadat ik het zelf had gezien en ik denk dat voor veel anderen hetzelfde geldt. Als je andere jonge vrouwen ziet die zo’n roeping leven en dat is helaas erg zeldzaam geworden in Nederland.. Ik wist natuurlijk dat zo’n roeping een optie was, maar het was pas na het WJD dat ik dacht: als het een optie is moet ik er toch eens echt naar gaan kijken.
Hoe gaat zoiets?
Ja, dat ligt eraan. Ik kan alleen uit mijn persoonlijke ervaring spreken, maar ik denk dat het voor iedereen anders is. Wat ik heel fijn vond van bij KSU en de Gerardus Majella te wonen, was dat ik iedere dag naar de aanbidding kon als ik dat wilde. Bij KSU bijeenkomsten hadden we altijd een kwartiertje aanbidding en toen ik hier kwam wonen ging ik het telkens vaker doen en ook langer. Ik vond het gewoon heel mooi om tijd met Jezus door te brengen. Ik zie mijn band met Hem als één van vriendschap en door zo tijd met hem door te brengen kun je die vriendschap verder verdiepen. Die tijd breng ik meestal door in persoonlijk gebed, stil gebed of overwegingen bij Bijbelteksten.
Zegt Jezus dan iets terug?
Haha! Meestal niet. Hij is een stille vriend. Maar ik voel wel zijn aanwezigheid natuurlijk en dat is heel mooi aan de aanbidding. Als je stil bent weet je gewoon dat Hij er is. Het is een gevoel van vertrouwen en die ervaring heb ik als heel bevestigend ervaren tijdens het onderscheiden van mijn roeping. Bij het onderscheiden ben ik veel over mijn roeping gaan bidden en nadenken en ik heb daar toen een groeiende vrede in ervaren. Het postulaat voelt nu als de logische volgende stap.
Wat voor vragen stel jij jezelf dan tijdens het onderscheiden?
Nou, vooral: Wat wil Jezus van mij? Wat vraagt hij? Maar ook: Wat wil ik zelf? Is dit echt de goede weg? Is dit echt wat God van mij wil of is het wat ik wil? Die vragen heb ik het meest gesteld. Daarnaast had ik natuurlijk ook een geestelijk begeleider: pater John Mary Jesus Ashfield van de broeders van Sint Jan. Maar ik ben ook een aantal kloosters en het noviciaat zelf gaan bezoeken. Dat moet wel, je moet concreet weten wat je precies in overweging neemt, anders blijft het alleen maar een idee. Kijk, ik weet natuurlijk niet precies wat het betekent om in het klooster te leven, maar door die bezoeken heb ik er wel een veel duidelijker beeld bij gekregen. Ik ben vaker bij het novicitaat geweest en andere priorijen waarbij ik ook meedeed aan het dagritme.
Hoe ziet zo’n dag in het noviciaat er ongeveer uit?
We beginnen met stil gebed ’s ochtends vroeg, ongeveer om kwart over 6, dat is dus aanbidding. Daarna hebben we de lauden en ontbijt in stilte, vaak lectio divina. Daarna hebben we les tot een uur of 11 en vervolgens de mis. Daarna het middaggebed, lunch in stilte waarbij een tekst wordt voorgelezen. Na de lunch is er arbeid, bijvoorbeeld schoonmaken of in de tuin werken. Daarna hebben we weer les, aanbidding, vespers, avondeten en ten slotte de completen.
Maar dat kan natuurlijk weer helemaal anders zijn wanneer je het noviciaat uitgaat …
Dat klopt. De zuster hebben over de hele wereld priorijen. In Frankrijk, maar ook in Afrika, de Filippijnen, Amerika, Mexico … het kan dus inderdaad heel anders worden, afhankelijk van waar je heen gezonden wordt. Ik ben ook naar een aantal priorijen in Frankrijk geweest die niet onderdeel van het noviciaat uitmaken. Op die manier krijg je ook idee wat je te wachten staat na de geloften. Bij één van de priorijen die ik bezocht, dat was ook in Frankrijk, gaven de zusters les aan kinderen en verzorgden ze ook catechese voor volwassenen.
Hoe reageerde je omgeving toen je het vertelde?
De meesten zagen het natuurlijk wel aankomen. Niet-katholieke kennissen en vrienden wisten natuurlijk niet precies wat het allemaal betekende en voor hen kwam het ook wel meer als een verrassing. Het beeld dat ze daar vaak bij hebben is iets zoals in The Sound of Music of Sister Act. Haha. De meesten hebben dan ook het stereotype beeld van een zuster dat ik ook had: ze zijn oud, ze zitten ergens opgesloten … maar als je het helemaal niet kent is dat misschien het enige beeld wat je er bij kan hebben.
Wat verwacht je dat er gaat gebeuren?
Nou, in de eerste plaats is het gewoon een beetje ontdekken. Kijken hoe het gaat in het gemeenschapsleven. Er zitten daar ongeveer 40 zusters. De meeste postulanten en novicen zijn ongeveer in de twintig of dertig. Nu woon ik samen met een huisgenoot, dus dat is wel heel anders. Ook het dagritme zal wennen worden natuurlijk. Je bent eerst 6 tot 9 maanden postulant. Dan heb je nog geen habijt, maar leef je wel al mee. De inkleding vindt plaats ergens gedurende je noviciaat. Vervolgens leg je de tijdelijke geloften af van twee jaar en daarna de eeuwige geloften. Die tijdelijke geloften kan je ook nog een keer herhalen, voor hoe lang dat dan precies is weet ik niet meer … dat is allemaal nog toekomstmuziek.
Ja, want je gaat natuurlijk een gelofte van armoede afleggen. Wat neem je dan mee?
Haha. Nou, niet zo veel dus! Ik neem o.a. wat boeken mee, wat kleding, een kruisbeeldje en wat foto’s van mijn familie. Dat is het eigenlijk.
Vind je het een gek idee om alles achter te laten?
Ja, ergens wel. Het is een beetje gek, maar ik denk dat ik goed ben voorbereid. Ik wil Jezus volgen dus is het goed.’
Een paar belangrijke begrippen
Een postulant is iemand die streeft naar het religieuze leven maar nog niet tot een bepaalde kloosterorde is toegelaten. Postulantie is een inleidende fase voorafgaande aan het noviciaat zoals dat bestaat bij kloosters. (Bron: Wikipedia)
Noviciaat: een door het kerkelijk wetboek voorgeschreven proeftijd voor kandidaat-religieuzen, novicen. Deze zijn als postulanten aan hun vorming tot kloosterling begonnen. Hierna volgt een proefperiode van één of twee jaar. (Bron: Wikipedia)
Het onderscheiden van de roeping: dit houdt in het uitzoeken en overwegen van je gedachten en gevoelens die kunnen gaan spelen als je voor de grote keuze staat van de roeping. In de regel bestaat dit proces uit onder meer gesprekken met een geestelijk leidsvrouw/-man. (Bron: Gerard Martens)