Achtste Pastorale brief

Zusters en broeders,

De uitzonderlijke tijd die we meemaken, waar we nog middenin zitten en waarmee we voorlopig nog te maken gaan hebben, leert ons van alles, ook dat er veel is dat we niet in onze macht hebben. Nu we niet zomaar kunnen doen waar we zin in hebben of wat we gewend waren, zijn we wat meer aan het denken gezet over onszelf. We hebben ons weer meer leren schikken naar de omstandigheden en misschien ook wel mogen ontdekken dat iets best ‘anders’ kan dan wij zouden wensen of bedenken. Het kan zijn dat je jezelf hebt verrast dat het je lukte te accepteren waar je je anders nooit bij neer zou leggen of voor zou kunnen stellen. Eigenlijk best spannend, bevrijdend, een onverwachte kans.

Weer in beweging
Inmiddels breekt de fase aan waarin we met elkaar moeten proberen het leven met nieuwe regels op te pakken en het maatschappelijk verkeer weer meer op gang te brengen. Er wordt gezocht naar ‘versoepeling’ van de intelligente lockdown. Dat moet ook. De basisscholen gaan weer beginnen, de kinderopvang gaat aan de slag, het openbaar vervoer gaat weer door meer mensen gebruikt worden. De bedrijvigheid is nodig. Het is overal al te merken: meer mensen gaan de straat weer op. De noodkreten van ondernemers die bang zijn het niet te redden klinken sterker.

Bestaan in betrokken-zijn
Wat nu spannend wordt is of we in de behoefte en noodzaak aan meer vrijheid en beweging het evenwicht kunnen bewaren met de noodzaak van voortdurende oplettendheid voor afstand houden. Het virus blijft voorlopig onder ons en een risico. Maar blijft ook het verlangen de nieuwe kansen die we op het spoor kwamen nu niet los te laten? Wat zouden ideeën en uitgangspunten zijn die helpen om een bestaan in nieuwe verbinding vorm te geven. Uit de lange christelijke traditie van samenleven geïnspireerd door de boodschap van Jezus is dan wel wat op te diepen. Op de eerste plaats kan je eraan denken dat wij allemaal ‘als kinderen’ van God zijn, door God geschapen. Dat zet je op het spoor elkaar te beschouwen als zussen en broers. Inclusief denken. Je hebt altijd met elkaar te maken. Ten tweede moet je willen blijven zien dat sommige mensen meer pech en minder mogelijkheden hebben dan anderen. Dat vraagt om niemand loslaten, passende zorg en solidariteit. Als derde kan je de mooie dingen die er zijn en gebeuren opmerken en het daar ook over hebben. Dat is een manier van delen, contact maken. En ten vierde mag je blij zijn met wat je kunt en hebt en je bedenken dat je het gekregen hebt (uit Gods goedheid en liefde) en dat het (ook best wel) ‘genoeg’ is. Tevreden-zijn dat vrede brengt.

Op weg naar nieuw gewoon
Omdat we een praktijk nodig hebben die dag in dag uit mee moet gaan, zal deze niet spectaculair, te hoog gegrepen kunnen zijn. De menslievende insteek van de Bijbel is al heel uitdagend als je die vergelijkt met wat norm geworden was in de samenleving waar we nog maar net vandaan komen. Met elkaar, passend en duurzaam kunnen de woorden zijn voor het nieuwe gewoon.
In de Bij Bosshardt op Kanaleneiland, waar onze geloofsgemeenschap Wederkomst des Heren ook thuis is, hangt aan de muur een serie van drie doeken die waarschijnlijk in alle Leger des Heils onderkomens te vinden zijn. Een met portret van Majoor Bosshardt, een met de tekst ‘Mensen dienen = God dienen’ en een met ‘God dienen = mensen dienen’. Toch niet te hoog, niet te diep, te moeilijk, …iets waar we aan kunnen beginnen…

 

Pastores Samenwerkende Parochies Katholiek Utrecht,

Pastoor Hans Boogers, Koos Smits, Gérard Martens