In eerste instantie speelt het landschap, behalve als paradijstuin of boom van Adam en Eva, geen grote rol in de beeldende kunst. In de loop van de eeuwen verandert dat. Het landschap duikt op als ‘groen op de achtergrond’ en wordt in de Hollandse Gouden Eeuw een zelfstandig genre. Kunstenaars als Ruysdael, Van Goyen en zelfs Rembrandt schilderen prachtige landschappen. In de Romantiek wordt het landschap drager van het innerlijk beleven of een symbool van oneindigheid. Denk aan Caspar David Friedrich of B.C. Koekkoek. Kunstenaars van de School van Barbizon, zoals Daubigny, Dupré en Rousseau, gaan voor het eerst buiten schilderen. Armando laat zien dat een landschap ook schuldig kan zijn. En ook het landschap zelf wordt een vorm van kunst, Land Art.
Aan de hand van vele afbeeldingen vertelt kunsthistoricus Barry Heinrichs in deze Utrecht Lezing over de betekenis van natuur en landschap in de kunst van middeleeuwen tot nu.
Na zich jarenlang vooral bezig te hebben gehouden met zestiende- en zeventiende-eeuwse Hollandse schilderkunst, studeerde Barry Heinrichs in 2000 aan de Universiteit Utrecht af op nieuwe kunstmedia als digitale kunst en computerkunst. Hij geeft kunsthistorische lezingen, cursussen en rondleidingen en begeleidt reizen.
Plaats: Dominicuskerk, Händelstraat, Utrecht (Oog in Al)
Datum en tijd: woensdag 25 mei, 14.00 uur, zaal open 13.30 uur
Vervolg: 28 september (onder voorbehoud)
Kosten: € 7,50 / U-pas € 5,– (incl. consumptie)Aanmelden: info@huisvandominicus.nl
Flyer Utrecht Lezing 25 mei 2022 (PDF)