Interview met Roel Braakhuis

 

In het kader van het 85-jarig jubileum van de Pauluskerk heeft Werend Griffioen een aantal mensen die nauw betrokken zijn/waren bij de Pauluskerk geïnterviewd.
Als opmaat naar de jubileumweek vind u hier elke week een nieuw interview.

 

Deze week: Roel Braakhuis (63)

Roel Braakhuis was van maart 1997 tot eind 2009 pastoraal werker in de Paulusparochie. Hij moest daar noodgedwongen zijn plek opgeven. Hij was verliefd geworden op Esther Nelemans, pastoraal werker in de naburige Aloysiusparochie. Roel en zijn vrouw scheidden, maar het betekende tevens het afscheid van de Paulusparochie. Nu staat hij – getrouwd en wel met Esther – alweer acht zes jaar als predikant in de PKN-gemeente in Ammerstol, het vroegere communistennest middenin de protestants-orthodoxe Krimpenerwaard.
‘Het gaat goed in Ammerstol,’ zegt hij. ‘Ik kwam daar in 2012. Vrijheid van geloof heeft in deze gemeente altijd voorop gestaan. Mensen kiezen vanuit zichzelf voor deze gemeente. Maar ja, ook bij ons krijgen we te maken met de neergang.’

Hoe kijk je terug op je tijd bij de Paulus?
‘Toen ik daar aankwam trof ik een verdrietige parochiegemeenschap aan. Het gebouw straalde dat uit: spinnenwebben aan het plafond, een spant die niet afgeschilderd was, het Mariabeeld uit de oude Pauluskerk stond in het portaal (want Maria mocht enkel als ikoon in de kerkzaal aanwezig zijn.) Daarom heb ik veel aandacht besteed aan het gebouw, met Adrie en Cees Klören en Johan Peek onder andere in het begin en later met Cor Smetsers. Het orgelfonds werd wakker gekust en het bestuur kocht de kruisweg gemaakt door kunstenaar Mari Andriessen van een kerk die opgeheven werd en ook het Mariabeeld kwam terug in de kerk. Er is veel opgeknapt, want alleen in een opgeruimd huis kunnen mensen troost vinden.
Beleid werd in de tijd dat hij kwam geschreven met een hoofdletter. Voorbeeld: woord- en communievieringen golden als ‘liturgisch niet verantwoord’. ‘Ik miste souplesse en een gevoelige antenne voor wat mensen belangrijk vinden.’ Het vroeg veel tact om in die eikenhouten besluiten wat ruimte te vinden.
Begin dit jaar was hij voor een jubileumfeestje even terug in de Paulus. ‘Dan denk ik aan de enorme rol die muziek bij jullie speelt, met maar liefst drie koren. Muziek toont bij uitstek de schoonheid van geloven.’

Ook de Paulus heeft te maken met leegloop. Hoe kijk jij daar als oudgediende tegenaan?
‘Alles bij elkaar genomen heeft de Paulusgemeenschap flinke en goeie stappen gezet. Maar de Paulusgemeenschap wordt bij de algemene kerkkrimp niet overgeslagen. In het wijkblad zei ik 10 jaar geleden al dat heel veel mensen kerk uiterst belangrijk vinden, maar dan voor anderen. Dat is nog steeds zo. Wat er in dat gebouw gebeurt, daar is geen interesse voor. De Paulus is een mooie club, maar ook best wel gesloten. Het zou goed zijn als ze uit haar eigen cocon zou kruipen.’