PA_PreekvdLeekEnLogo

Preek van de Leek van Mike Kortekaas

De komende weken zal u op katholiekutrecht.nl alle preken van de acht amateursprekers van de Preek van de Leek kunnen lezen. Deze preken zijn geïnspireerd in een tekst van de apostel Paulus. Deze week de preek van: Mike Kortekaas.

Paulus  –  1  Korinthe  – 9  –  vers 24 tot en met 27

Analyse en synthese
Rode draad  Wedstrijd en de inzet die je levert om kampioen te worden is als metafoor bruikbaar voor een reflecterend leven gericht op het niet Aardse. Ambitie Voor het halen van doelstellingen is maximale inzet een noodzakelijke voorwaarde; lever die inzet afgemeten naar een Aards doel (de loopbaan) én naar een Bovenaards doel. Urgentie Groei uit tot all-round mens; stop niet als je kampioen bent op een aards – werelds niveau, reflecteer op wat geestelijk kan worden bereikt. Zelfbeheersing Als ik niet zelf –in dit licht– een gedreven inzet lever dan haal ik het geestelijk doel niet en zal op beide niveaus niet worden aangezien als all-round. Dus belangrijk is ‘walk the talk’. Leg jezelf (een) discipline op Omarming Je bent als mens in de gelegenheid gesteld; als mens in staat op je hoogste maat van ontwikkeling te reflecteren, na te denken over wat het meest gewetensvol past om jezelf en anderen van dienst te zijn. Sta van tijd tot stil bij dit vermogen dat ons is gegund; handel daar –met vallen & opstaan– naar.

Preek – opzet
24 – Op de atletiekbaan lopen deelnemers in een wedstrijd, de koninginnesprint van 200 meter, een hordenloop, buiten het stadion een marathon of zwemmen 163 kilometer voor het goede doel. Als we zelf meedoen, dan doen we dat om te winnen! Hoe ver kan het gaan om de  hoofdprijs in de wacht te slepen? Bij ons lijkt wel; het doel heiligt alle middelen!
Als toeschouwer worden we geboeid door de inzet, het alles geven, de prestatie, de honderdsten van secondes sneller zijn, het allerlaatste wereldrecord. De wedstrijd zelf kunnen we ervaren als het even stilstaan van de tijd. En zoals voor de atleet, juist dat maakt de wedstrijd tot een monument van ontspanning. Het krachten meten bevrijdt onze drukke geest voor een moment van zijn beslommeringen.
Één is de winnaar van de wedstrijd, de overwinnaar van zijn of haar medestrijders.  Één wordt bejubeld door het publiek, dat in vervoering is geraakt door wat de zintuigen hebben waargenomen,  Wij krijgen naast de glorie ook de ontgoocheling, teleurstelling en soms het chagrijn mee van hen die het op een spaak- of schaatslengte verschil na, net niet hebben gemaakt. Maakt dat hen tot een mindere deelnemer?
Herkennen we dat een wedstrijd oorspronkelijk en in wezen een spel is? Dat het eervol is te mogen spelen, dat het samen met anderen, met medemensen naar een wedstrijd kijken een unieke gebeurtenis is? En dat winnen onderdeel is van de twee keer drie-kwartier in plaats van het enige resultaat dat telt?

25 – Het hardloopparcours in Paulus tijd komt in grote lijnen overeen met de wedstrijdbanen van 2018 en daarmee is de vergelijking die Paulus maakt ook in onze tijd goed verstaanbaar.
Voor de atleet begint alles met je in te schrijven, je voor te bereiden, je kwalificeert je,  je oefent, je zondert je af om je 100% te concentreren op wat komen gaat, je trekt je geest naar binnen om niet afgeleid te worden, of zoals een olympiër schetst: “als topsporter ben je in jezelf gekeerd met extreme doelstellingen.“
Dan is het moment daar; je groet je medestrijders op de renbaan, je groet het publiek, neemt je startpositie in, je luistert, binnen en buiten wordt het stil, een met kracht geladen stilte valt over jouw parcours, over je toeschouwers, over jezelf… Daar is het startschot, en alles komt -zoals het was bedoeld- versneld in beweging. Jouw beweging.
De krachten zijn ontketend, wie zich de overwinnaar mag gaan noemen heb jij, nu onder je gelijken, niet meer in de hand, In het oude Rome wist men dat is in de hand van de Goden,  De gouden tijden zijn in de hand van God, het Goddelijke, onze Schepper.
En de atleet komt in de strijd van luttele seconden zichzelf tegen… Het is na iedere verloren race vallen en weer opstaan. Onze atleet geeft het niet op, nee; hij of zij geeft het nooit op!

26 – Wij zagen onlangs een Olympisch kampioen 11 stedenkruisjes halen om nadien te kunnen zeggen, ‘het is volbracht’. En we beleefden het massaal mee. Hoe hebben wij ons kunnen verplaatsen in wat hij in zijn titanenstrijd meemaakte uur na uur? Wij waren er met onze aandacht bij, hebben het zien voltrekken aan ons geestesoog, we zagen het gebeuren.
We raakten geroerd. Zulke haast bovenmenselijke inspanning, deze uitputting die tot de bodem van een bestaan gaat, waarderen we met het bijeenbrengen van bijna 5 miljoen euro’s voor het goede doel. Het bindt, spreken we elkaar toe, de samenleving bijeen, we voelen ons daarmee verbonden! Een samenleving heeft zijn helden nodig!
En kort daarna gaan we over tot de orde van de dag. Zou dat in de dagen van Paulus onder de Corinthiërs anders geweest zijn ? Hoeveel voorbeeld zijn de kampioenen van de wereld in ons dagelijks leven? Atleten willen de beste worden van alle atleten. Het is de kroon op hun vakmanschap, door iedereen herkend te worden als allround atleet. Wat is het vakmanschap dat voor ieder van ons mensen is weggelegd? Waar kunnen wij ons als mens het best in bekwamen? Wat is de kroon op ons vakmanschap als mens?
Wanneer worden wij door onze medemens herkend als een allround mens?
Paulus in zijn brief vergelijkt de opgave voor een atleet met de opgave waar ieder mens voor staat, die op deze aarde geboren wordt. Doe je uiterste best om je als mens te bekwamen in de sportieve opgave om allround mens te zijn en daarin tot het uiterste te bekwamen.
Welke voorbereidingen moeten wij treffen om die wedstrijd te spelen, dat kampioenschap te behalen? Als je het doel niet herkend, dan kom je er ook niet voor in actie. Herkennen en erkennen wij een hoger doel in ons leven? Kunnen wij in deze tijd van digitale overvloed nog stil staan bij een hoger doel dat in ons besloten ligt maar niet zo zichtbaar is als een werelds record? Gunnen wij onszelf tijd om stil te staan en in verwondering ons mens zijn te aanschouwen? Wat ondernemen we met aandacht om daarin steeds krachtiger te worden?

27 – Paulus zegt; ik bedwing mijn lichaam. In de Engelse vertaling ‘ik matig me in alles’ om niet afgeleid te worden van mijn persoonlijk doel om de hoogste, onvergankelijke prijs, mij als mens niet te laten ontgaan. “Deze inspanning, waartoe ik anderen aanspoor, moet ik zelf praktiseren, wil ik dienstbaar en een geloofwaardig voorbeeld zijn”. in 2018; ‘Walk the Talk.’
En de mens komt in die strijd van alle dag en alle jaren zichzelf tegen. Het is in ons leven vaak vallen en weer opstaan. Geven wij als de atleet uit Corinthië ons streven en zoeken nooit op?
Die niet vergankelijke prijs waarover Paulus spreekt. Het kampioenschap van ‘mens-zijn’ is voor ieder van ons weggelegd! Geef dit nooit op! wat er onderweg ook gebeurt! Daarin is Jezus de wonderbare weldoener en raadsman van Nazareth ons voorgegaan. Dat heeft hij ons als voorbeeld voorgeleefd.  Het resultaat is –zo u luisteraar wil- in de hand van de goden. Het wordt ons rijkelijk gegund door de hand van God, het Goddelijke – onze Schepper. Het vallen en opstaan dat daarbij hoort is ons aardse kampioenen eveneens gegund!
Herinner u dan –wanneer u de komende tijd een wedstrijd ziet, of aan een wedstrijd deelneemt, waarin de aanstaande kampioen met alle inzet het hoogst haalbare in deze wereld tracht te bereiken– welke onvergankelijke kampioen in stilte in uw zelf leeft.

Mike Kortekaas: Een hele bioloog (doctoraal), een halve filosoof (propedeuse). Gewerkt voor de overheid en in de financiële dienstverlening. Speciaal: hij schrijft sonnetten.
(vanwege een plotselinge ziektecrisis in zijn familie heeft hij zijn preek niet live kunnen houden).

Met dank aan de Preek van de Leek werkgroep

De prekers vanaf links: Fried Spelier, Wim Rozendaal, Leontine van Vliet, Jan de Vries, Eberhard Licht, Tineke Koenders en Len Borgdorff (Foto: Nico Plasmeijer).

christmas-glass-advent-still

Kinderadventkoor Jacobusgemeenschap

De Jacobusgemeenschap is op zoek naar kinderen vanaf groep 3 die dit jaar mee willen zingen tijdens de viering van 2 december, eerste zondag van Advent om 12.15 uur in de Oranjekapel (Amsterdamsestraatweg 441A).
We oefenen maandag 19 en 26 november vanaf 15:00 uur in de Oranjekapel, inloop vanaf 14.45 uur. We werken aan het thema “Moeder en kind”.
Voor wie het leuk vindt gaan we in december ook door met onze Kinderkerstkoor voor de kerst-gezinsviering op maandag 24 december 2018 om 18:00 uur.
Deelname is gratis. Meld je aan bij Melde van Dijk: meldevandijk@gmail.com.

Voor meer informatie klik hier.

DSCN0353

Willibrord door de Eeuwen

Op 7 november vieren katholieken traditiegetrouw het feest van de heilige Willibrordus, apostel van de Friezen. Voor deze gelegenheid ging pastoor Hans Boogers van de samenwerkende parochies Katholiek Utrecht naar het Derde Willibrord Symposium dat door de Universiteit van Tilburg werd georganiseerd. Na een oecumenische vesperviering in de Domkerk volgde een boeiende en leerzame avond met sprekers dr. Sven Meeder, historicus aan de Radboud Universiteit en Alex van Galen, scenarioschrijver van de film Redbad. Aan het eind van de avond werd het boek Willibrord door de Eeuwen, dat onder redactie stond van o.a. dr. Anton ten Klooster (priester van het aartsbisdom) aan pastoor Boogers overhandigd. “Het was een prikkelende avond over wie Willibrord niet is” zei Boogers achteraf, “Een fysieke vechter die stenen gooit volgens de film Redbad. De ‘openbare biecht’ van scenarioschrijver Alex van Galen bracht zoveel meer aan het licht. Historicus Sven Meeder bracht vervolgens alles weer terug naar de feiten. In het bijzonder over de biografie van Alcuin, die vertelde over de geduldige en vreedzame Willibrord.” Aan het eind van de avond werd het boek Willibrord door de eeuwen aan de voorgangers van de drie Utrechtse kathedralen overhandigd. Erik Hendrix schreef een korte recensie van het boek dat deze week in Katholiek Nieuwsblad zal verschijnen :

Willibrord door de Eeuwen

“Die zegt: ‘Gods hand is niet te kort: Hij maakt dat alles liefde wordt.’ Zijn naam is Willibrord.” Veel kerkelijk opgevoede katholieken herkennen ongetwijfeld dit refrein van het Willibrordlied. Het levensverhaal van de Angelsaksische missionaris leest nog altijd als een ouderwets jongensboek, maar ook vandaag is Willibrord op allerlei manieren weer actueel. ‘Botsende culturen en wisselende perspectieven op de apostel van de lage landen’, luidt de ondertitel van dit boek. Je komt er dan ook veel uiteenlopende perspectieven tegen, met soms verrassende inzichten.

“Op het Janskerkhof in de binnenstad van Utrecht staat fier een bronzen ruiterstandbeeld van Willibrord. De apostel van de Lage Landen is afgebeeld op een stoer paard en met een mijmerende en turende blik. De heilige draagt in zijn hand een kerkgebouw.” De rake beschrijving van Smeets en Smit richt direct de aandacht op de bisschopsstad Utrecht. In een prachtige bijdrage weet de huidige aartsbisschop, kardinaal Eijk, de spiritualiteit van de Iro-Schotse monniken treffend te karakteriseren. De toekomst van Willibrords nalatenschap is in Utrecht echter alles behalve zeker nu zelfs de kathedraal met sluiting wordt bedreigd. Van kardinaal Eijk is men tegenwoordig vooral slecht-weervoorspellingen gewend, daarom is het verfrissend om hem op een andere toon te horen spreken.

Een andere in het oog springende bijdrage is Smeets’ interview met Alex van Galen, scenarioschrijver van de film Redbad, waarin ook Willibrord voorkomt. “Ik realiseer me dat mijn filmpersonages als heiligen worden vereerd,” zegt van Galen, “er zijn heiligen uit de traditie waar ik meteen van overtuigd ben. Ik had het in Lourdes, bij Bernadette Soubirous, of bij het graf van Franciscus van Assisi: daar voel je gewoon iets van een heilige aanwezigheid. Van Willibrord was ik minder overtuigd.” Voor Van Galen kleven er imperialistische belangen aan de missie van Willibrord, die onder bescherming van de Frankische hofmeier Pepijn van Herstal missiewerk deed in ons moeraslandje.
Toch blijft het leven van Willibrord bijzonder. “In elke tijd en voor ieder mens betekent Willibrord verschillende dingen,” besluiten Anton ten Klooster en Fokke Woudema, “wat hetzelfde blijft, is zijn zeggingskracht.”
Willibrord door de Eeuwen is een mooi boek dat geschiedenis en actualiteit op een boeiende manier verbindt. Een boek, kortom, dat de katholiek eraan herinnert dat hij op de schouders van reuzen staat.

Deze recensie verscheen eerder in Katholiek Nieuwsblad
www.katholieknieuwsblad.nl

Anton ten Klooster, Arnold Smeets en Peter-Ben Smit (red.), Willibrord door de eeuwen. Uitg. Berne Media, 205 pp., pb., € 24,90, ISBN 978 9089 7230 00

Emmaus-1

De herkenning

In onze nieuwe rubriek zal u op katholiekutrecht.nl regelmatig een korte overweging kunnen lezen over het Emmaüs verhaal in het kader van de pastorale visie. Deze week is het woord: Paul Brenninkmeijer.

Lucas 24, 29

In Utrecht is er elke derde zondag van de maand en bij de grote feesten een Byzantijnse viering in de Johannes Bernarduskerk. Je moet aan deze andere manier van vieren wel wennen. De Emmaus-gangers meenden ook dat zij met een vreemdeling samen uit Jeruzalem reisden. Totdat zij in diens woorden iets heel vertrouwds herkenden. Die herkenning werd nog sterker toen Hij aangekomen in hun huis met hen het brood brak. Deze bijzondere ontmoeting met Christus gebeurt ook bij onze eucharistieviering. Hijzelf en zijn Moeder zien je in iconen aan met een liefdevolle blik. Het heet met recht: ‘goddelijke liturgie’.


Paul Brenninkmeijer

Zaalimpressie Elegie voor Allerzielen opgeschaald

Lichtvoetigheid en ernst in ‘Elegie voor Allerzielen’

Afgelopen 2 november genoot een klein publiek van het kleinschalige concert ‘Elegie voor Allerzielen’. Hoe was het?

Niemand lachte toen Werend Griffioen het programma opende met Cees Buddingh’s ultrakorte gedicht ‘Hier rust Jan van Amerongen, in de grond een goeie jongen.’ Afgelopen vrijdagavond op Allerzielen concerteerden Griffioen en gitarist Dingeman Coumou met een literair muziekprogramma rondom dood, rouw en verlangen. Met 32 concertgangers was Griffioens mini-theater in de kelder van zijn huis tot de laatste plaats gevuld. Uit de reacties bleek dat hun initiatief goed was aangeslagen. Een van de aanwezigen: ‘Ik vind het fijn dat ik onder de muziek en de declamaties mijn persoonlijke gedachten de vrije loop mag laten. Voor mij hoeft een gebed of zoiets niet.’ Desirée wier moeder een paar maanden geleden stierf, maakt een combinatie: ‘Hier kom ik voor de schoonheid, maar morgen doe ik mee aan een kerkelijke viering.’ Een gevoelig moment ontstond toen Coumou het kinder-avondgebedje ‘Ik ga slapen, ik ben moe’ speelde, terwijl Griffioen Vondels gedicht over de dood van diens zoontje voordroeg. ‘Ik hield het even niet droog,’ zegt Gerard (76) die het gebedje nog uit zijn gereformeerde jeugd kent. Maar naast ingetogen composities als van Bach knalde Coumou ook wild werk van Jobim uit zijn gitaar. Concertgangster Jeanette zegt: ‘Er wordt wel eens beweerd dat een enkele gitarist op het podium qua geluid nogal schamel is. Maar deze muzikant heeft mij in elk geval ingepakt’. De afwisseling van stijlen viel niet alleen in de muziek te horen, maar ook in de poëzie. Naast religieus getinte gedichten bracht Griffioen ook lichtvoetig materiaal ten gehore. Hij sloot de concertavond af met Martin Brils gedicht ‘Grafschrift’ dat slechts één woord telt: ‘Enfin’. En ja hoor, er werd gelachen.

‘Elegie voor Allerzielen’, literair muziekprogramma rondom dood, rouw en verlangen door Dingeman Coumou en Werend Griffioen. Gezien: 2 november in Utrecht.

emma te hietbrink fotografie

Pluim van Sint Maarten voor Catching Cultures Orchestra

De Samenwerkende parochies Katholiek Utrecht verlenen de Pluim van Sint Maarten 2018 aan Catching Cultures Orchestra, het muziekensemble dat muzikale nieuwsgierigheid en sociale bewogenheid combineert en de muziek die vluchtelingen hebben meegebracht een plek geeft in de Nederlandse samenleving door mensen met verschillende culturele achtergronden samen muziek te laten maken.

De Pluim van Sint Maarten wordt uitgereikt als onderdeel van de Martinusviering op zondag 11 november in de St. Aloysiuskerk, A. v. Ostadelaan 2, waar de eucharistie om 10.30 begint. Uitreiking Pluim rond 11.40 uur.

De Pluim van Sint Maarten wil bekendheid en eer geven aan personen en initiatieven die zich ervoor inzetten de geest van Sint Maarten ‘delen met elkaar’ gestalte te geven op wijzen waarin menslievendheid en cultuur hand in hand gaan en elkaar versterken. Hiermee wordt ook de gedachtenis levend gehouden aan Chris van Deventer die met anderen de Martinusviering in Utrecht vernieuwd heeft.

PA_PreekvdLeekEnLogo

Preek van de Leek van Eberhard Licht

De komende weken zal u op katholiekutrecht.nl alle preken van de acht amateursprekers van de Preek van de Leek kunnen lezen. Deze preken zijn geïnspireerd in een tekst van de apostel Paulus. Deze week de preek van: Jan de Vries.

Paulus  –  1  Korinthe  – 9  –  vers 24 tot en met 27

Over de verliezers van de hardloopwedstrijd – wat betekend armoede voor christenen? O waar wil je heengaan? En kan ik je volgen? En hoe overleef je? Hoe kom je ooit aan? Je hebt geen bepakking, geen tent en geen kleding, geen eten, geen drinken – hoe kun je bestaan? Dit liedje hebben wij enkele weken eerder in de viering gezongen. De dichter René van Loenen wil ermee zeggen hoe arm Christus was. Hij trok met zijn leerlingen van huis naar huis en hun inkomsten waren wat zij kregen van de mensen waar ze terecht kwamen. Ze waren echt arm. Wat is de betekenis van armoede voor onze samenleving? Kunnen wij echt een idee van de omstandigheden hebben waarin Jezus leefde? Denken we er zelfs over na? Nee, want we kijken altijd omhoog of naar diegenen die sneller zijn. Wij kijken naar de buren die net een nieuwe keuken hebben gekocht en naar de topmanagers, die zichzelf steeds hogere lonen garanderen. Ons dagelijks leven drijft ons. We hoeven helemaal niet te vertragen. We mogen nooit uit balans raken.

„Every day Happiness“ is geschreven op de chocolade die we in de fair trade-winkel kopen. Onze mooie, gezonde wereld moet niet worden bekrast en we moeten ons altijd goed voelen. Armoede bestaat buiten onze mooie wereld. Hooguit raken we soms geïrriteerd als we horen dat de kloof tussen rijk en arm groter wordt. Maar we kijken dan ook meer omhoog dan omlaag. Leven onder de armoedegrens is de grootste schande. En we geloven de politici als ze zeggen dat ze de mensen uit de armoede willen halen. Maar als alle mensen in de wereld zoals wij hier in Europa willen leven, zou de aarde vier keer groter moeten zijn om alles te reproduceren wat wordt verbruikt. Maar vooral als christenen moeten wij ons laten aanraken door armoede. We moeten ons realiseren dat we armoede niet hoeven te veroordelen of te minachten. De eerste stap daar naartoe is om de termen armoede en ellende schoon te scheiden. Het maakt een groot verschil of iemand in armoede leeft of in ellende. We realiseren hoe moeilijk dat is om het te begrijpen als we onze pastorale visie lezen. Daar staat letterlijk: „Ook alle stadsproblemen (mensen zonder werk, langdurige armoede, vandalisme, eenzaamheid, dakloosheid, gebrekkige integratie) zijn in Utrecht te vinden. In sommige wijken is dit sterker voelbaar en zichtbaar dan in andere.

“ Tussen langdurige armoede en vandalisme of eenzaamheid maken wij helemaal geen verschil. Maar er is een groot verschil. Jezus spreekt in het evangelie van de ontberingen. Hij spreekt van de hongerigen en dorstigen, de vreemdelingen, de naakten, de zieken en de gevangenen (Mattheüs 25: 35-36). Maar armoede is er voor hem geen deel daarvan. Omdat Jezus zelf in armoede heeft geleefd. Wij moeten opnieuw leren dit te differentiëren. Deze vormen van nood hebben niets met armoede te maken. Wij kunnen ellende en nood elimineren zonder armoede te hoeven te elimineren. Armoede zonder nood en ellende kan zelfs mooi zijn. Ik zelf ken armoede zonder ellende. Ik ben opgegroeid in de DDR en wij leefden aan of of beneden van de armoedegrens na de hedendaagse definitie. Ik heb 4,5 jaar gestudeerd en had een goede baan bij een onderzoeksinstituut. Ik leefde bescheiden, maar toch was het geld vaak op voor het einde van de maand. Bananen en sinaasappels waren alleen beschikbaar voor Kerstmis. Er was alleen een soort kaas in de koelschapen en we hebben de papieren zakken van het meel weer terug naar de winkel meegenomen. Deze waren dan voor de eieren bij de volgende keer boodschappen doen. Altijd was iets nodig dat wij niet konden kopen maar de vrienden of buren hebben steeds graag geholpen. Wij leefden in armoede in de DDR maar wij hadden geen ellende of nood. De zieken werden geholpen, er was geen eenzaamheid en iedereen werd gerespecteerd. Jullie kennen allemaal de foto’s en video’s met enthousiaste mensen bij de val van de Muur. Maar dat waren misschien 100.000 of 500.000 mensen die dachten dat West-Duitsland een paradijs was. Dat waren niet de 16 miljoen mensen die een normaal leven leidden in de DDR. Ik kan me de gezichten van mijn collega’s nog goed herinneren op de ochtend van 10 november 1989. Er was geen vreugde of enthousiasme, er was alleen zorg voor de toekomst. Na de val van de Muur vond ik een nieuwe baan en richtte later mijn eigen bedrijf op. Maar Ik ontmoette nu alleen mensen die meer geld wilden. ‘S avonds, als ik door de winkelstraten en prachtige winkelcentra loop, ontmoet ik alleen mensen die op zoek zijn naar hippe kleding of naar vaatwassers die geen geluid maken. Ik wist dat iets fout is. Maar ik wist niet wat er fout is. Vandaag heb ik eindelijk weer armoede gevonden.

Sinds ongeveer een jaar werk ik als vrijwilliger in een daklozenopvang. Er zijn mensen die echt arm zijn. Al hun spullen passen in een koffer of in twee boodschappentassen. Maar ze worden verzorgd door onze samenleving of ze doen kleine klussen die voldoende zijn voor eten en accommodatie. En als ik iemand vraag, hoe gaat het, weet ik dat hij antwoordt: het zou iets beter kunnen, maar over het algemeen gaat het goed. Deze eenvoudige mensen zijn tevreden en je kunt het voelen in de sfeer die daar heerst. Ze hebben een dak boven hun hoofd, krijgen voedsel en kunnen een huisarts bezoeken. Wanneer ik bij hen ben, is het niet moeilijk om mij voor te stellen dat Christus zo met zijn leerlingen leefde. Kunnen we ons als christenen dat voorstellen? Ik denk dat de meesten van ons dat helemaal niet kunnen. Maar om dichter bij het koninkrijk van God te komen, moeten wij leren om dat te kunnen. Christus leefde echt op die manier en hij eiste dat zijn volgelingen ook zo zouden leven. Ik zou te veel eisen als ik zeg, geef je bezittingen en welvaart op. Maar het minste wat we kunnen doen is heen te kijken en proberen de schoonheid van armoede te herkennen. Wie zou daartoe in staat zijn, zo niet wij als christenen.

Eberhard Licht: Protestants gedoopt in 1955 in de DDR. Maar kerk bleef buiten beeld tot hij zijn vrouw Myriam in 1997 ontmoette. Hij stapte onmiddellijk over naar de katholieke kerk. ‘Sindsdien geen viering meer overgeslagen’. Zingt in de Pauluscantorij.

Met dank aan de Preek van de Leek werkgroep

De prekers vanaf links: Fried Spelier, Wim Rozendaal, Leontine van Vliet, Jan de Vries, Eberhard Licht, Tineke Koenders en Len Borgdorff (Foto: Nico Plasmeijer).

GKU

Gregoriaans Koor Utrecht viert 50 jaar

Deze herfst viert het Gregoriaans Koor Utrecht (vroeger bekend als Utrechts Studenten Gregoriaans Koor) zijn 50-jarig bestaan.
Al een halve eeuw draagt het koor bij aan de realisering van zijn beide doelstellingen: het gregoriaans als cultuurgoed en als liturgische kerkzang te behouden, te presenteren en te stimuleren.
Op zondag 18 november om 10:30 uur levert het koor de 33e zondag door het jaar, zijn bijdrage aan de mis in de Utrechtse Catharinakathedraal, Lange Nieuwstraat 36 in Utrecht.
In diezelfde kerk vindt ’s middags om 15:30 het lustrumconcert plaats. In dat concert staan natuurlijk gregoriaanse gezangen op het programma, maar ook zijn enkele nieuwe composities te horen, zoals “O Theos Voithos Imon”, een compositie uit 2016 van Calliope Tsoupaki op de Griekse tekst van Psalm 61 voor gelijke stemmen en orgel, en ook vindt de première plaats van een compositie die Geerten Liefting in opdracht van het GKU geschreven heeft voor eenstemmig mannenkoor en orgel: “Magnificat & Nunc dimittis”. En er is aandacht voor het officie van Sint Maartens Translatie, dat in de tiende eeuw door bisschop Radboud van Utrecht gecomponeerd is.
Na het concert is er een receptie in het nabij gelegen café van het Catharijneconvent.
U bent hartelijk uitgenodigd op die dag aanwezig te zijn, het koor verheugt zich erop velen te zien en te spreken.

Graag wil het GKU aan de 50 jaar van zijn bestaan nog vele jaren toevoegen. Daarvoor is, naast een voldoende ledenaantal, ook nodig dat het koor over voldoende financiële middelen beschikt. Daarom vraagt het GKU voor een warm gift op rekening NL08 INGB 0002144643 t.n.v. Gregoriaans Koor Utrecht, te Utrecht.

PA_PreekvdLeekEnLogo

Preek van de Leek van Jan de Vries

De komende weken zal u op katholiekutrecht.nl alle preken van de acht amateursprekers van de Preek van de Leek kunnen lezen. Deze preken zijn geïnspireerd in een tekst van de apostel Paulus. Deze week de preek van: Jan de Vries.

Paulus  –  1  Korinthe  – 9  –  vers 24 tot en met 27

Spelregels
Bij het horen van de wedstrijd “lekenpreek” hoopte ik op een mogelijkheid om u te kunnen laten horen wat ik u zou mee willen geven op een zondagmorgen. Een vermaning? Een ondersteuning? Een noodkreet? U mag het zelf zo een etiket geven.

Om de competitie te kunnen doen, heeft de jury aan iedereen stuk gegeven uit een brief van Paulus. Natuurlijk een voor mij onbekend stuk, want als katholiek ben je toch niet zo goed thuis in de bijbel. Dat stuk gaat overigens ook over een competitie. Helaas of gelukkig –u mag dat zelf bepalen– zijn er vele vertalingen van in omloop, zodat er stof tot discussies is geweest en zal blijven. Ik heb gekozen om uit te gaan van de laatst bekende vertaling.

Ik lees in de slotzin mijn uitgangspunt: De spelregels, waar Paulus over zegt dat hij gediskwalificeerd wordt als hij de regels zou opstellen. In de andere stukken van zijn brief is hij daar overigens niet zo voorzichtig mee: Mag een vrouw zonder bedekking van het hoofd wel bidden? En een man met hoofddeksel? Ik gebruik dit bruggetje even om naar de kern van mijn overdenking te gaan: de spelregels van ons geloof. De tien geboden.

Ook daarvan zijn er meerdere versies in omloop. Ik ben alleen maar op de hoogte van de catechismus en degenen die aan Mozes zijn uitgereikt op de twee stenen tafelen. Daarbij verbaasde het mij zeer dat er niet twee tafelen van elk vijf geboden zouden zijn, maar één van drie geboden over God en één van zeven over de mens.

Het eerste gebod zou de kern moeten zijn. De kennismaking. Maar bij een steeds veranderende maatschappij, kan je moeilijk nu nog verkondigen dat het kenmerk van onze God is, dat hij de Joden uit Egypte heeft geleid. Het deel van de afgoden is overbodig en kan er dus uit. Ik zou willen voorstellen om dat eerste gebod om te zetten in: Ik ben de Heer, uw God. Ik ben er altijd geweest is en zal er ook altijd zijn.

Het tweede gebod is mijns inziens bij zowel de protestanten als de katholieken overbodig. Bij de katholieken mag je niet vloeken en bij de protestanten geen afbeeldingen maken. Als we ons realiseren dat de tien geboden MEDE een reactie is geweest op het gouden kalf en het geklaag van de Joden over hun omstandigheden, is het een gebod voor DIE TIJD. Eruit dus. Ruimte voor iets essentieels: U stelt zichzelf niet centraal in deze wereld, maar Mij of Mijn geboden en uw naasten.

Het derde gebod. De dag des Heren heiligen. Bedoelt God daarmee “verboden te werken en verplicht naar de kerk gaan”? Miljarden mensen weten niet eens wat een kerk is. Heiligen is eigenlijk niets anders dan “ helen”? Weer compleet maken, herstellen. Dan is het derde gebod gewoon: Wees er één dag per week bewust mee bezig, u te bezinnen, waartoe u hier op de aarde bent. (Dat kan middels gebed, maar ook met naastenliefde of goede werken).

Het vierde gebod. Eert uw vader en uw moeder. Soms gewoon onmogelijk en vaak ook lastig bij samengestelde gezinnen. Zullen wij het hier anders formuleren?

Waardeer de moeite die uw opvoeders hebben getroost, als zij van u een goed mens hebben willen maken, die er niet alleen voor zichzelf is.

Het vijfde gebod: Gij zult niet doden. Roept bij mij vragen op. Mag oorlog voeren wél? Mag de doodstraf wel? Mag je uit zelfverdediging wel iemand doden? Mag je voor de wetenschap honderden walvissen doden? Mag mishandelen wel? Mag abortus wel, als je door er één te doden de ander zijn leven redt? Laat ik het proberen groter te bezien: U zult geen fysiek of geestelijk geweld gebruiken tegen uw naaste, tenzij de strafwet u dat toestaat. Jezus vindt overigens ook dat men zich gewoon aan de wet moet houden.

Zesde gebod. Gij zult geen onkuisheid doen. Met ME TOO in het achterhoofd, echt weer van deze tijd. Ik wil het graag omzetten naar: Sex zonder wederzijdse liefde is alleen toegestaan tussen volwassenen, die daar, zonder dwang, uitdrukkelijk en onvoorwaardelijk in hebben toegestemd .

Zevende gebod. Gij zult niet stelen. Een Nederlandse bisschop heeft het al eens genuanceerd. Als je echt geen brood kunt kopen, mag je het pikken. Ik ga het omdraaien: U dient ervoor te zorgen dat uw naaste, die zonder succes probeert zijn dagelijks brood met eerlijke arbeid of uitkering te verdienen, dat niet hoeft te stelen.

Achtste gebod. Gij zult niet liegen. Maar als zelfs in de strafwet staat, dat je alles mag ontkennen, als je wordt verdacht van een misdaad, dan denk ik dat er iets moet staan over: verwar geen feiten met meningen: Bestempel niet iets als een feit, als het uw mening is en maak van een halve waarheid geen hele leugen, door er iets aan toe te voegen of weg te laten.

Negende gebod: Gij zult geen onkuisheid begeren. Vloeit eigenlijk voort uit het zesde gebod. Als echter in de genen van de mens de oerdrang tot voortplanting aanwezig is, is het soms een onmogelijke opgave. De excessen moeten eruit. Ik zou dus zeggen. U dient uw lusten te beteugelen, zodat ze aan anderen geen schade berokkenen.

Tiende gebod : Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort. Rechtvaardig begeren mag dus wel? Onbegrijpelijk. Gewoon dus: Wees niet jaloers op een anderman’s geluk, relatie of bezit.

Ik hoop met bovenstaande overwegingen u wat handvatten te hebben gegeven om nog trotser te zijn op de christelijke overtuigingen. Misschien helpen ze om het anderen duidelijk te maken.

Ik kan alles symboliseren met deze ouderwetse vierkleurenbalpen. De maker heeft er een SOFT TOP op gemaakt om hem ook te kunnen gebruiken bij een mobieltje. Oude ideeën aanpassen om die te kunnen blijven gebruiken.

Waarom doen we dat niet bij ons geloof?

Tot slot wil ik God en u om vergiffenis vragen, als Hij of u is gekwetst door deze lekenpreek. Amen

Jan de Vries: Geboren in 1952, deze Tuindorper behoort tot de veteranen van de Pauluskerk.

Met dank aan de Preek van de Leek werkgroep

De prekers vanaf links: Fried Spelier, Wim Rozendaal, Leontine van Vliet, Jan de Vries, Eberhard Licht, Tineke Koenders en Len Borgdorff (Foto: Nico Plasmeijer).

Alfredo Duenes

Viering in Utrecht vanwege heiligverklaring Romero

Paus Franciscus verklaarde op zondag 14 oktober aartsbisschop Oscar Romero heilig, die in 1980 aan het altaar werd doodgeschoten. Een dag eerder vond in de Dominicuskerk in Utrecht bij gelegenheid van deze heiligverklaring een Eucharistieviering plaats voor mensen uit heel Nederland. Celebrant was Mauricio Meneses Santiago, priester van het Aartsbisdom Utrecht en afkomstig uit Colombia. Ook mgr. Woorts was aanwezig bij deze bijzondere viering. Na de viering hield de uit Panama afkomstige Nijmeegse missioloog Jorge Castillo Guerro een lezing over de persoon en het pastorale beleid van mgr. Romero.

Het koor was van de Spaanstalige gemeenschap in Almere. De Nederlands-Spaanse Mis werd ook bijgewoond door mensen die in de jaren tachtig uit El Salvador naar Nederland zijn gevlucht. Onder hen een moeder van wie vier kinderen in El Salvador werden vermoord. Alfredo Dueñes hield na afloop een kort getuigenis over Romero, de ambassadeur van El Salvador Agustin Vasquez Gomez sprak vervolgens de aanwezigen kort toe.

De ambassadeur bedankte “voor het organiseren van deze Eucharistieviering bij gelegenheid van de canonisatie van aartsbisschop Oscar Romero. Hij had zelf waarschijnlijk niet gedacht dat zijn werk de grenzen van El Salvador zou overschrijden en vrucht zou dragen over heel de wereld. Hij stond bekend als ‘pastor of the people’ en ‘stem van de stemlozen’. Hier in Utrecht herdenken we mgr. Romero en zijn werk, op 9.000 kilometer afstand van El Salvador.”

Alfredo Dueñes vestigde zich in 1984 als politiek vluchteling in Nederland, voor die gastvrijheid is hij nog altijd dankbaar. Hij was erbij toen de neergeschoten Romero naar het ziekenhuis werd gebracht, een emotioneel moment. “Romero had gezegd: ‘Als ze me doden, zal ik opstaan in het volk van El Salvador’,” vertelde Dueñes. “Mgr. Romero had in de kathedraal een oproep gedaan aan het leger, de milities en de politie: jullie doden je eigen broeders. Boven het bevel om iemand te doden staat het bevel van God: ‘Gij zult niet doden.’ Stop de repressie! Het antwoord kwam op 24 maart 1980, toen mgr. Romero tijdens de Mis werd doodgeschoten tijdens het uitspreken van de consecratiewoorden.”

Mgr. Woorts en ambassadeur Agustin Vasquez Gomez

Hij richtte zich tot mgr. Romero: “U bleef uw volk verdedigen en bleef de mensen nabij. Toen heeft het volk van El Salvador u heilig verklaard. Nu gaat de paus dat ook doen en wordt u een heilige van de Kerk, een heilige van de mensheid. Oscar Romero, bid voor onze wereld.”

In zijn preek benadrukte pastor Meneses dat denken aan mgr. Romero ook betekent “denken aan de vele mensen in El Salvador en over de gehele wereld die hun toewijding en inzet voor de armen en de verdediging van de mensenrechten met hun bloed hebben bezegeld.”

“Het Rijk van God en zijn volk van El Salvador, waren twee liefde die voor Oscar Romero nauw met elkaar waren verweven. Mgr. Romero is in de navolging van Jezus ‘de stem van de stemlozen’ geworden.” Want degenen uit Latijns-Amerika en mensen die slachtoffer van geweld zijn geweest, weten wat angst en vrees betekenen. “We weten hoe pijnlijk het is om slecht nieuws te ontvangen, zoals: je vader, je zoon, je broer is vermoord. Te midden van zoveel geweld in onze landen is het bijna onmogelijk om de onrechtvaardigheid aan de kaak te stellen. Maar mgr. Romero heeft dat wel gedaan! Hij sprak met gezag in Gods naam en hoewel de wapens hem op 24 maart 1980 het zwijgen oplegden, laat de Kerk vandaag zijn stem niet verdwijnen.”

Deze kerkelijke erkenning is ook zo belangrijk omdat mgr. Romero werd belasterd, zelfs door priesters en medebisschoppen, zo haalde Mauricio Meneses paus Franciscus aan.

Mgr. Romero preekte vanuit het perspectief van de slachtoffers, “maar met een barmhartige houding naar de dader,” benadrukte Meneses. “Hij overwoog het Rijk van God niet in een ideale wereld maar in de concrete situatie van El Salvador. Dat maakt hem tot inspiratie voor ons, paus Franciscus spreekt over ‘de heiligen die naast ons wonen.’ Mgr. Romero was ook een persoon met beperkingen – zo was hij angstig en kwetsbaar “maar altijd op zoek naar de goddelijke wil.”

“Wat Romero ons leert, is dat hij zich laat leiden, transformeren, vernieuwen door God. Hij vertrouwde op Hem, Hij koos ervoor om Jezus te volgen door het incarneren van de armoede en zijn onvoorwaardelijke liefdevolle overgave aan Hem.”

Aan het eind van de viering herhaalde pastor Meneses een oproep van mgr. Romero: “Wees niet bang, ga dicht bij elkaar staan, raak elkaar aan.” Daarop legden de gelovigen een hand op elkaars schouder.

Pastoraal werker Hans Oldenhof uit het Aartsbisdom Utrecht had het initiatief genomen voor deze ‘Nederlandse’ Romeroviering. “Zijn persoon, zijn opstelling en zijn gewelddadige dood maakten ook in ons land indruk. Zo is er in Hoorn een middelbare Romeroschool; in Almere staat een borstbeeld van Romero en in Utrecht is er in Tuindorp een Romerostraat.”

Paus Franciscus verklaarde op 14 oktober niet alleen aartsbisschop Romero heilig, maar ook paus Paulus VI, Francesco Spinelli, Vincenzo Romano, Maria Katharina Kasper, Nazaria van Sint-Theresa van Jezus en Nunzio Sulprizio.

PA_PreekvdLeekEnLogo

Preek van de Leek van Fried Spelier

De komende weken zal u op katholiekutrecht.nl alle preken van de acht amateursprekers van de Preek van de Leek kunnen lezen. Deze preken zijn geïnspireerd in een tekst van de apostel Paulus. Deze week de preek van: Fried Spelier.

 

Paulus  –  1  Korinthe  – 9  –  vers 24 tot en met 27

Hier begint hij met: 24U weet het: alle hardlopers in het stadion rennen om het hardst, maar slechts één wint er. Ren dan om te winnen!
In de vooraf gaande verzen zegt Paulus er al een en ander over: (1 – 23): 2Al ben ik voor anderen geen apostel, voor u toch zeker wel; 19Hoewel ik van niemand afhankelijk ben, heb ik me slaaf gemaakt van al, om zo veel mogelijk mensen voor Christus te winnen.  20aBij de Joden leef ik als Jood om de Joden te winnen.  20bMet hen die onder de wet staan, leef ik als aan de wet onderworpen om hen te winnen.  21Met de wettelozen werd ik als een wetteloze – onderworpen aan de wet van Christus – om de wettelozen te winnen.  22aMet de zwakken ben ik zwak geworden om de zwakken te winnen.

En hij sluit hier af met: Ik ben al wat je wilt, om een en al te winnen, voor het evangelie en om er zelf deel aan te krijgen.
In de laatste verzen zegt Paulus (24 – 27): 24U weet het: alle hardlopers in het stadion rennen om het hardst, maar slechts één wint er. Ren dan om te winnen!  25Atleten ontzeggen zich alles. Zij doen dat om een vergankelijke krans te winnen, wij doen het voor een onvergankelijke.  26Ik loop dan ook niet zomaar wat, ik ben geen bokser die in de lucht slaat.
27Ik hard mijzelf en houd mij onder strikte tucht om niet, na voor anderen gepredikt te hebben, zelf verworpen te worden. En wat heeft onze geloofsgemeenschap hiermee te winnen:

Legt Paulus niet uit dat het geen gelopen race als in ’t stadion is?
Een en al trainen, lopen samen op weg, in Een en al liefde.
Je geven vooral, je geven voor al.
Paulus leeft voor de onvergankelijke, om te winnen: Een en Al.
Dit is winnen dan, om de ander.
Hoe win je er één, al met liefde.
Welke gave heb je over voor de één, en al.
Liefde is overgave, je zelf overwinnen, voor Een en Al.
Je weet toch – het spreekwoord zegt – meedoen is belangrijker dan winnen.
De race loop je niet alleen.
Voor de onvergankelijke telt iedereene.
Al (is) liefde, een en al liefde. Een en Al.

Met een en al overgave zijn er in liefde minstens twee winnaars. Die Ene staat vast, de ander kan jij zijn. En Paulus, wat nu? Ik geef me gewonnen, Een en Al.

 

Fried Spelier: Zoon van bakker Spelier in Wijk bij Duurstede. HTS Elektrotechniek en informaticus. Sinds ruim een jaar parochiaan Pauluskerk.

Met dank aan de Preek van de Leek werkgroep

De prekers vanaf links: Fried Spelier, Wim Rozendaal, Leontine van Vliet, Jan de Vries, Eberhard Licht, Tineke Koenders en Len Borgdorff (Foto: Nico Plasmeijer).

DSCN0333

Knoppen aan de boom

Riet Blom is vice-voorzitter van de samenwerkende parochies van Katholiek Utrecht en dat is geen eenvoudige opgave. Het katholieke geloof gaat namelijk door een van de zwaarste periodes in haar Utrechtse geschiedenis. Wie is deze vrouw? En wat beweegt haar om zich in te zetten voor de kerk? Katholiekutrecht.nl sprak met Riet in haar eigen kerk: de Augustinus.

Riet komt uit een katholiek nest. Als meisje woonde ze in De Bilt, maar ging ze in Utrecht naar school. “Mijn ouders waren getrouwd in de Antoniuskerk in Lombok. Hun 25-jarig huwelijksjubileum vierden ze dan ook in de Antonius en vanaf dat moment gingen we als gezin weer in Utrecht naar de kerk. Eerst Lombok dus, maar later de Augustinus.” In de Augustinus komt Riet nu al bijna 40 jaar. “Dat voelt als thuis,” vertelt ze, “ik heb daar altijd het gevoel gehad dat ik welkom was en dat ik mezelf kon zijn en daarmee komt een bepaalt soort rust. Ik kan eigenlijk moeilijk duiden wat het nu precies is.” Ze kijkt om zich heen, naar de kale vloer en de scheuren in de muur. Hoe voelt het voor haar om de Augustinus zo te zien? “Ja, dat is jammer … meer dan jammer. Niet alleen voor mij, maar voor heel veel mensen is dit zo’n bijzondere kerk geweest. Dat zat ‘m gedeeltelijk ook wel in het feit dat het altijd door paters Augustijnen werd geleid. Later hebben ze de Augustinus overgedragen aan het bisdom.” Riet vertelt hoe ze tegenwoordig nog steeds op zaterdag of doordeweeks bij de zusters Augustinessen naar de mis gaat. “Ik voel nog steeds wel een verschil tussen paters en wereldheren en dat gevoel heb ik ook bij de zusters Augustinessen – het is een open blik en een besef dat we allemaal op weg zijn. Ongeacht de functie die wij in het leven moeten vervullen, de één mag voorgaan en de ander mag weer iets anders doen, maar we hebben allemaal een opdracht te vervullen.” Riet heeft veel bewondering voor de Augustijnse levenshouding. “Het is ongelofelijk om te zien wat de zusters nog steeds voor de mensen in Utrecht betekenen. Ze gaan nog altijd bij mensen op bezoek, ze zijn een luisterend oor en iedereen wordt altijd gastvrij ontvangen. Als ik dat zie, dan realiseer ik mij dat wij veel eenvoudiger kunnen leven.”

De Noord-Afrikaanse kerkvader Augustinus (354 – 430) leefde in een tijd waarin het Romeinse Rijk ineenstortte en katholieken zich begonnen te realiseren dat ze niet meer konden steunen op de oude Romeinse instituties. Toen moesten katholieken leren om zich op een nieuwe manier te handhaven in de wereld. Gaan wij ook door zo’n fase en kunnen wij op die manier iets van Augustinus leren? “Ik hoop het,” zegt Riet na een korte stilte, “daar geloof ik wel in. Ik denk niet dat het verhaal hier stopt. Nieuwe vormen is altijd wennen, het is altijd angstig omdat je niet weet in wat voor situaties je terecht kan komen. Tegelijkertijd zijn we altijd blij wanneer het weer lente wordt. We zitten nu misschien in een wintertijd, maar daar komt ook een eind aan.” Ziet Riet dan misschien zo nu en dan al een knop aan de bomen? “Ja, zeker wel,” roept ze glimlachend uit, “ik heb zelf twee dochters. Als ze op vakantie zijn en ze komen langs een kerk, dan gaan ze altijd even naar binnen om een kaarsje op te steken. Dat is voor mij een knop. De vanzelfsprekendheid ervan: even naar binnen om een kaarsje op te steken … Mijn jongste dochter komt regelmatig in New York en als ze daar is gaat ze iedere dag naar de mis in de St. Paul’s Cathedral. Dat is mooi en hoopvol. Het is bijzonder als je het geloof mag doorgeven. Het idee dat iets generaties overstijgt, dat wanneer je iets van je ouders hebt meegekregen dat je dat ook weer kan doorgeven aan jouw kinderen en misschien je kleinkinderen. Dan voel je echt dat je onderdeel uitmaakt van een groter geheel.”

Het is duidelijk dat Riet erg gehecht is aan de Augustinus, maar het voortbestaan van de kerk is nog lang niet zeker. “Elke kerksluiting doet pijn,” beaamt ze, “omdat het een plek is waar mensen de meest belangrijke momenten van hun leven hebben ervaren: dopen, uitvaarten, huwelijken … dat zijn allemaal mijlpalen en het klinkt misschien gek, maar dat zit ook in de stenen. Als de Augustinus dicht moet, dan moet het. Ik zou het heel erg vinden, maar even erg als al die andere mensen die ook hun kerk zien sluiten.” Voor de Gertrudis en de Jacobus is het doek inmiddels al gevallen, maar hoe denkt Riet dat andere mensen daarmee omgaan? “Bij een aantal mensen zit veel boosheid en dat zet zich dan later om in verdriet. Het overstappen naar een andere gemeenschap is soms heel moeilijk, vooral voor oudere mensen. Dan kom je daar voor je gevoel net bij en moet je eerst weer wennen. Het duurt dan gewoon een tijdje voor je weer het gevoel hebt dat je erbij hoort. Als je een nieuwe parochie ingaat is het alsof je opnieuw geënt wordt en daar horen de nodige groeipijntjes bij. Toch is dat ook meteen een kans om opnieuw tot bloei te komen, door nieuwe ontmoetingen, nieuwe vriendschappen en een nieuw begin.”

Tekst en foto’s: Erik Hendrix

Romero045

Romero in Utrecht

De samenwerkende parochies Katholiek Utrecht boden op zondag 14 oktober aan bewoners van de ‚Aartsbisschop Oscar Romerostraat’ te Voordorp een middag aan met een voordracht „Wie is die man van mijn straat?” en gaven het boekje „Een stem uit de kathedraal” cadeau. Het boekje werd door Yosé Höhne Sparborth in 2006 geschreven, en neemt de setting mee van het volk waarvoor Romero werd vermoord, en hoe hij voortleeft in heel Latijns Amerika. De voordracht had ook precies dat accent: wat was er gaande in dat volk, waardoor Romero deed wat hij deed en daardoor werd vermoord? Er waren 23 belangstellenden.

Een zestigtal fotoprojecties begeleidden het verhaal van het volk van Romero: de voortgaande wekelijkse moorden, soms al in die periode massamoorden door de rijke elite en haar militairen tegen vakbeweging en boerenvolk dat protesteerde tegen de extreme uitbuiting.

El Salvador, een land half zo groot als Nederland, kleinste land van Latijns Amerika, tegen de Grote Oceaan aangeplakt, rotsbodem die oprijst uit het water, heuvels biedt en bergen. En rivieren.

De rivier Sumpul was al in Romero’s tijd een plek van massamoorden door de regering. De bergen werden terrein om schuilplekken te bieden aan het geplaagde volk: in gegraven holen verstopten ze zich als militairen razzia’s hielden, bij Arcatao werd een heel hospitaal in de grond ingegraven met een door takken afgedekte ‚ingang’ (een vierkant gat waardoor gewonden naar beneden werden gehesen).

De moord op Oscar Romero, 24 maart 1980, leidde tot een formele oorlog van de regering tegen haar volk. In die dertien jaar (1993 kwam er een ‚vredesverdrag’) werden nog eens 50.000 mensen vermoord, het overgrote deel door de militairen, een kleiner deel door de guerrilla (militairen, soms iemand uit de elite). In totaal schat men 70.000 moorden vanaf ongeveer 1975.


Tijdens de Zaligverklaring Pinksteren 2015 waren onder de kleine miljoen mensen er velen, met een t-shirt waarop een tekst van Romero. 

Romero, geboren in een arm gezin, was als priester zeer bewogen met de armen en bood altijd charitatieve hulp: geld, eten, slaapplek in de kerk voor wie na de markt niet meer naar huis kon). Hij was een traditioneel en vroom priester en werd nerveus van de modernisering. Als zodanig werd hij vrij snel benoemd tot secretaris van het bisdom, 1944 al, twee jaar na zijn wijding. Hij raakte verstrikt (ongeveer zijn woorden) in de handen van de elite en mensen van Opus Dei). Toenemend trok hij zicht terug in bureauzaken en vermeed contact met de ‚progressieve’ priesters en religieuzen. 1974 wordt hij bisschop te Santiago de Maria; het directe contact met de bevolking brengt hem terug bij zijn hulp aan de uitgebuite seizoenarbeiders. Hij weigert echter zijn rijke vrienden vragen te stellen.

Dat verandert in één week, vlak na zijn benoeming tot aartsbisschop van San Salvador. Nu was hij de persoon met het hoogste morele gezag in het land, door de elite voorgedragen voor die post. Maar ‚zijn vrienden’ overspeelden hun hand. Ze vermoordden in maart 1977 de Jezuïet Rutilio Grande, een van zijn weinige vrienden die hij volledig vertrouwde ondanks diens kritiek aan de regering. Romero begreep wat er werkelijk speelde in zijn land, en vanaf die dag gebruikte hij zijn stem in de kathedraal om het volk te bemoedigen, hoop te geven, de bijbelteksten te leren verstaan als Gods nabijheid juist met wie lijden – én hij meldde wekelijks in zijn zondagspreken die op de radio werden beluisterd, wie er weer op welke plek waren vermoord door de militairen. Hij proclameerde geen ‚acte de presence’ te geven bij de regering zolang de moord op Rutilio niet werd opgelost. Hij hield woord.

Voor het volk van El Salvador en Latijns Amerika is hij van grote betekenis. Natuurlijk door zijn verkondiging van een God die armgemaakten terzijde staat. Maar meer nog, doordat hij aanwees waar het kwaad, waar de dagelijkse dood vandaan kwam. Sommigen noemden hem daarom een communist. Dom Helder Camara, bisschop te Brazilië in die tijd, zei dat zo: „Als ik de armen brood geef ben ik een goede bisschop; als ik vraag hoe het komt dat de armen geen brood hebben, ben ik een communist”. Díe woorden geven de realiteit goed weer, en de betekenis van Oscar Romero, aatsbisschop van San Salvador.


Een portret van Romero, gemaakt met fotootjes van allemaal martelaren in El Salvador, mensen die vermoord werden omdat als christen hun stem verhieven tegen het moorden.

wereld missie maand okt

Wereldmissiemaand 2018: Ethiopië

In de Wereldmissiemaand oktober besteedt Missio Pauselijke Missiewerken dit jaar aandacht aan de katholieke gelovigen in Ethiopië, een door en door christelijk land met een eeuwenoude christelijke traditie.

Arm land met rijke cultuur

Ethiopië heeft een bijzondere geschiedenis en een rijke cultuur, maar is nog steeds een van de armste landen ter wereld. Het is grotendeels afhankelijk van de landbouw. Als enige land in Afrika is Ethiopië nooit gekoloniseerd geweest (afgezien van een vijf jaar durende bezetting door Mussolini). Daardoor heeft het zich op heel eigen wijze kunnen ontwikkelen.

De Rooms-katholieke Kerk is ondanks haar kleine omvang van 0,7 procent van de bevolking zeer actief. Zij zet zich in voor scholing, zorg voor de armen en hulp aan vluchtelingen.

Steun voor koffieboeren

Ethiopië is de grootste koffieproducent van Afrika. In de regio Kaffa zijn de Menjas afhankelijk van de koffieverbouw. Deze bevolkingsgroep is erg klein, is arm en wordt gediscrimineerd. Vanuit hun gemeenschap in Wush Wush hebben de “Kleine Zusters van Jezus” zich het lot van de Menjas aangetrokken en proberen ze hun situatie te verbeteren.

Opvang van vluchtelingen

Ethiopië neemt na Oeganda het grootste aantal vluchtelingen op. Ongeveer 900.000 mensen, vooral uit Zuid-Soedan, Somalië en Eritrea vonden hier een toevlucht. In het Apostolische Vicariaat Gambella is de eigen bevolking al lang in de minderheid. Hier wonen vooral mensen uit Zuid-Soedan, gevlucht voor de oorlog. Onder hen zijn ook veel onbegeleide kinderen. De priesters, zusters en catechisten die hier leven, hebben een bewuste keuze gemaakt. Zij gaan naar de vluchtelingenkampen, delen het armoedige leven en bemiddelen tussen vijandige etnische groepen.

“God is ons een toevlucht en een sterkte”

Onder dit motto uit psalm 46 voert Missio dit jaar de campagne voor de Wereldmissiemaand. Deze zin uit de Bijbel is een bron van kracht voor christenen wereldwijd. In Ethiopië en hier bij ons in Nederland. Missiezondag is vooral het feest van de solidariteit. We vieren dat we deel zijn van een wereldwijde gemeenschap van mensen die verantwoordelijkheid voor elkaar neemt. Die verantwoordelijkheid wordt concreet in de wereldwijde collecte, die Missiezondag tot de grootste solidariteitsactie van de katholieken maakt.

Help onze medegelovigen in Ethiopië.

Geef aan Missio Pauselijke Missiewerken in de collecte op Missiezondag 21 oktober of stort uw bijdrage op NL65 INGB 0000 0015 66, t.n.v. MISSIO Wereldmissiemaand, te Den Haag.

Meer informatie: www.missio.nl

Doordeweekse Vieringen

Maandag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
1e maandag van de maand: 10:00 uur: Kapel
Barbarabegraafplaats
Dinsdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Rafaëlkerk
09.30 uur Dominicus – wereldwake
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
Woensdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
1e woensdag van de maand: Rozenkrans om
19.00 uur in de Johannes-Bernardus.
Donderdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Rafael
12.00 uur Augustinus
Vrijdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Wederkomst des Heren
ochtendgebed
10:00 uur: Dominicus
12.00 uur Augustinus
18.00 uur Augustinus: Ambrosiaanse vesper
19.00 uur Catharina
1e en 3e vrijdag van de maand:
20:00 uur: San’Egidio, Augustinuskerk.
Zaterdag
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus

 

Algemeen Contact

Adressen van de kerken

Aloysiuskerk
Adriaen van Ostadelaan 2

Sint Antoniuskerk
Kanaalstraat 198

Sint Augustinuskerk
Oudegracht 69

Sint Catharinakathedraal
Lange Nieuwstraat 36

Sint Dominicuskerk
Palestrinastraat 1

Johannes-Bernardus
Oranje Nassaulaan 2

Nicolaas-Monica-Jacobus (NMJ)
Boerhaaveplein 199

Sint Pauluskerk
Willem de Zwijgerplantsoen 19

Rafaëlkerk
Lichtenberchdreef 4

Wederkomst des Heren / “Buurthuis Bij Bosshardt”
Marco Pololaan 10

Parochiesecretariaat Utrecht

Adriaan van Ostadelaan 4
3581 AJ Utrecht

Openingstijden:
Maandag, Dinsdag & Donderdag: 10.00 – 15.30 uurVrijdag: 09.00 – 12.00 uur
Tel: 030 – 254 6147
E-mail: secretariaat@katholiekutrecht.nl