S1160034

De Diocesane Raad op werkbezoek

Vrijdag, begin van het weekend. De Diocesane Raad zover woonachtig in Kirkuk, gaat een dag op werkbezoek in Sulaymaniyah. Natuurlijk ga ik mee, want er zal verder niemand hier in huis zijn. Niemand. De kok gaat het dagje mee, en de Nepalese dame voor de huishouding wordt naar haar „familie” gebracht: in Sulaymaniyah zit een heel nest Nepalezen als gastarbeiders. Ze wil een paar dagen onder elkaar zijn, al heeft ze het heel goed in het bisschopshuis. Eigenlijk heb ik geen tijd, er is film in zes talen bij mij besteld, en ja, dat monteren duurt…

Ik mag om 7.00 uur mee in de bus. Het is de sfeer van een schoolreisje op weg naar Sulaymaniyah. Daar krijgen we Syrisch ontbijt in het klooster Mariam Aladhra, want Jacques Mourad heeft gekookt. Pan tuinbonen voor een leger, uien, knoflook, tomaat, en het heerlijke brood dat ze hier hebben. Hoog tempo, want vervolgens gaan we ook in hoog tempo door alle nieuwbouw en in aanbouw. De Diocesane Raad is een stevige generatie ouder dan de jongeren waarmee ik verleden jaar op pad was. Overigens is de helft vrouw! Maar allen stappen dapper door het in aanbouw zijnde vrouwenhuis, dat het einde van de bouw nadert. Het andere nieuwe huis is inmiddels schoon.

Daarna snel weer in de bus, op naar het Bejaardenhuis in aanbouw. Die aanbouw, dat blijkt wat optimistisch. Het bergje dat het bisdom cadeau kreeg van de stad, dat is voor de helft afgegraven. In het afgegraven deel geeft de krijtstreep aan waar het huis zal zijn. Daarmee is ook de bergtuin helder. Een geweldig project, ontwerp kreeg de bisschop cadeau van een vriend. Nu het geld voor de bouw. Want het is wel een project op een van de nieuwe noden in Irak. Het huis zal onderdak bieden aan moslim en christenen Alzheimerpatiënten, en ouderen die werkelijk alle kinderen in buitenlanden hebben. Dat zijn dan vermoedelijk christenen, want die kinderen komen veel makkelijker naar buitenlanden dan de moslimkinderen. En er komt een kleuterschooltje in, omdat ouderen zo graag naar kinderen kijken. De bisschop meent dat de komende maand de fundering begint.

Dan weer de bus in, komen we bij een kerkhof. Het christelijke kerkhof, en het lijkt nieuw. Dan het verhaal: het ligt op een bergje en is al geruime tijd christelijke begraafplaats, maar wel slecht onderhouden. Het was een plek geworden waar dronkaards zich verzamelden, er gebeurde zelfs een moord. Bisschop Mirkis heeft er een muur omheen laten zetten, met af te sluiten toegang. Poortwachterhuis erbij, pad naar de graven vernieuwd, een kleine kapel. Deze kleine projecten zijn uit te voeren met het zakgeld van het bisdom. Gebeurt gewoon, hebben we het niet over. In de vier jaar van de ontheemden is op goede wijze gebruik gemaakt van de situatie. Zij kregen onderdak en eten. Voor extra zakgeld waren ze inzetbaar bij dit soort projecten; allemaal vakmensen tenslotte in die vluchtelingenkampen. Zolang je met steen bouwt zijn dat hier ook niet de kosten, die stenen slingeren in alle heuvels rond.

Daarna naar de Jozefkerk. Die ik nu eens bij daglicht kon bekijken. En ja, dan heeft bisschop Mirkis wel helemaal gelijk. Zo mooi als die van binnen is (vind ik) zo lelijk is die van buiten. Het had ook een opslagloods kunnen zijn. Door de wijze van „aanvliegen” – de heuvel bestijgen – krijg je daar weinig van mee als je er niet omheen loopt. De toren, die blijft fraai, is ook van verre te zien. Fascinerend als je weet dat die door moslims is ontworpen en gebouwd: een prachtig gestileerd samenspel van kruisen op een ingehouden wijze.

Goed, daar worden we door de nieuwbouw gevoerd achter de kerk: ook terrein dat de kerk al bezat, lag braak. Is een groot gebouw neergezet met woning voor de priester en zijn gezien, appartementje voor de bisschop die vaak langs komt, gastenkamers. Parochiezaal, ruimten voor groepen, en een kleuterschool. Tegen een berghelling waar tuin van gemaakt is. En de achterkant van die berg is dus de CIA-afluisterpost voor de hele grote regio.

Shoppen

Daar krijgen we een middagmaal, het eerste onderdeel dat in een rustig tempo verloopt. Korte vesper daarna in de kerk, en dan gaat de bus terug. Ik mee, want ook Abuna Kais zal weer teruggaan, dus ik zal niet alleen zijn. Maar we gaan nog niet naar huis, nog lange niet.

Eerst moet er worden ingekocht. Shopping. Want we zijn wel in Sulaymaniyah. Daar zijn heel grote moderne winkelcentra, Station Utrecht met aanpalend Hoog Catharijne wordt hier bijna overtroffen. Ik mag met Rayan mee, ik had hier niet op gerekend dus geen geld bij me. Mijn koffie krijg ik cadeau. Turks: drie slokjes en dan ben je bij het drab. Toch 4 dollar. Dat is hier heel veel.

We hebben uitzicht op een van de twee lange bergketens waartussen Sulaymaniyah een dal ligt te wezen. Daartegenaan staan al een paar enorme appartemententorens, er zijn er tevens een aantal in aanbouw. Ook Fadi, de fotograaf, is bij ons. Beiden ken ik van het jongerenkamp verleden jaar. Ik constateer dus hardop, net nog vragend, of daar gebouwd wordt voor de vele Syrische vluchtelingen die hier in de kampen zitten. Ze lachen, nee, dat is te naïf. Hier wordt geboomd. Buitenlandse investeerders komen hier verdienen. Bulgaren, Chinezen, wie maar wil. Wie het betalen kan, koopt hier zijn tweede woning. Zoals Nederlanders dat in Frankrijk hebben, hebben Irakezen dat in Sulaymaniyah. Of in Erbil, hoofdstad van Koerdistaans Irak. Iraniërs ook, het is vlakbij tenslotte. Turken. Hier is een heerlijk klimaat, kan 10 – 15 graden schelen met Bagdad.

Ik vraag naar het winkelcentrum waarin we zitten en het shoppen. Is Kirkuk zoveel kleiner dan Sulaymaniyah, dat hier geshopt moet worden? Het doet me namelijk denken aan de jaren tachtig, als we een vredesconferentie in het westen hadden, dan wensten al die Oost-Europeanen een dagje te kunnen shoppen. Werd ook altijd gepland, behalve bij de theologen.

Goed, dat shoppen. Erbil en Sul. boomen dus weer. Hier wordt stevig geïnvesteerd door de neoliberale wereld. Kirkuk is daarvoor toch te riskant, dus daar wordt niet geïnvesteerd. Dat maakt dat Irak in werelden uiteen valt. En dat schept een situatie die zo schrijnend is als ik ditmaal telkens te zien krijg: de contrasten verscherpen.

Erbil boomt, enorm veel bouwwerk, waar je maar kijkt. Voor die tweede woningen. Een half uur rijden dan begint dat landschap waar oorlog was, waar alles in puin ligt of uitgebrand is. Waar Ik de Yezidi ontmoette, die minimaal leven en minimaal geholpen worden tot op heden.

Op weg naar hoop

En dan zie ik voor het restaurant twee vlaggen naast elkaar wapperen: Iraaks en Koerdisch. Is dit een grap? Zorgt neoliberaal belang uiteindelijk voor vrede? Ze lachen. „Hier wordt verdiend, hier komen veel Arabieren shoppen, dus hier mag je gewoon „shukeran” zeggen, in plaats van het Koerdische „spas”. Beide betekent dank je wel. Ik had voor de koffie tegen de ober Shukeran gezegd, en „o nee, sorry, spas”. Hij had lachend gereageerd: „Very good!”

We gaan politiek, aanvullend op wat ik al wist van Mirkis. In Koerdistan doen ditmaal ook Arabieren mee in de verkiezingen, dat is voor het eerst. Zit ook een verhaal van belangen achter, maar toch… Verdere krijg ik opgediend wat de democratie is die Bus hier heeft gebracht. Ze lachen er ontspannen bij. 325 Parlementszetels heeft Bagdad te vergeven. 240 Partijen vechten om die zetels, en daarvoor is veel materiaal uit de kast gerukt, dat alle straten en grote gebouwen versiert in alle steden en dorpen. 8000 Kandidaten verdringen zich rond die 325 stoelen, dus het gaat een fascinerende stoelendans worden. Niemand weet hoe het zal eindigen. Met minder angst dan in augustus is er eenzelfde soort houding: afwachten hoe de verkiezingen uitvallen, daarna zien we hoe het veder zal gaan. Er is daar in Caracosh wel angst, in dat hele gebied, natuurlijk. Maar hier zelfs bij de mensen uit Kirkuk is er meer een onzeker afwachten. De mogelijkheden om toekomst te maken hangen wel mede af van wie er uiteindelijk op die stoelen komen.

En o ja, er zijn vijf zetels voor christenen gereserveerd. Het parement werkt ook met quota: 20 % voor vrouwen, 5 zetels voor christenen, verdere getallen ken ik niet. Dit om te zorgen dat werkelijk alle groepen die Irak kent wel in dat parlement te horen zijn. In verhoudingen die passen bij het moment. Het verrast me, dit systeem had de DDR ook; er werd zelfs tussen partijen uitgewisseld om samen de quota te halen voor kunstenaars, boeren, vrouwen, christenen, maatschappelijke organisaties etc. („Hebben jullie nog een vrouw? Dan hebben wij nog een boer”.) Bij de verkiezingen kiest men hier in Irak een kandidaat, niet een partij.

Goed, die vijf zetels voor christenen, daarvoor staan 74 christelijke kandidaten te dringen. Ook dat wordt een feest van verrassing.

’s Avonds bij het late avondmaal kom ik er op terug bij Abuna Kais: de jeugd in het bisschopshuis. Hij gaat op een moslimman stemmen, een van de betere politici. „Die vijf zetels van de christenen komen wel rond, daar hoeven we niet op te stemmen; we moeten zorgen dat we ook goede moslims aan het stuur krijgen”. Ook hij heeft het weer even over de wijd verspreide corruptie onder politici, en ik vraag hem naar de oorsprong. In 2004 meldde Mirkis me, dat de Amerikanen de corruptie hadden gebracht. Dat klopt wel, met een wat verdergaande analyse nu van Kais: „De boycot 1991-2003 heeft iedereen zo arm gemaakt, zo aan de rand van het (niet) overleven gebracht, dat bijna iedereen te koop was. Iedereen had geld nodig om de eigen familie in leven te houden. De Amerikanen betaalden voor diensten. Maar ze stuurden ook het hele staatsapparaat naar huis en gingen dat nieuw opbouwen, van laagste ambtenaar (vuilnisman) tot hoogste chef. Dat waren allemaal banen waarmee je je gezin kon redden. En als de baan hoger was, beter betaald, kon je ook nog het gezin van je broer redden. En zo voort. Dat heeft de corruptie in de politieke arena gebracht. En het dreigt nu een cultuur te worden, het is echt de vraag hoe we dat er weer uit krijgen. Het speelt vooral in de politiek: als je zo’n zetel wint, dan heb je geld en invloed en eventueel dus ook echt macht. En er zijn er ook die denken dat dan het staatsgeld hun eigen geld is. Onder die 8000 kandidaten zit vrees ik een meerderheid die voor het geld gaat, om de eigen situatie te verbeteren. Er zit een minderheid die ervoor gaat om de Iraakse situatie te verbeteren. Die minderheid, dat zijn er voldoende voor die zetels, maar de vraag is hoe gekozen gaat worden. Al Abadi, premier van Irak, is relatief goed. Maar ook hij kan zich niet helemaal losmaken uit de dwang van de eigen partij op die zetels  en de verwachtingen daarbij.”

Zo begon Al Abadi een discussie over de gangbare toelagen vanuit Bagdad aan steden. Dat ging naar quota, per persoon gerekend, zonder aanzien des persoons. Allen gelijk behandelen, pietje precies om volgende oorlogen te vermijden. Zoals verzuild Nederland in een gemeente alle scholen hetzelfde betaalde per leerling, uitgaande van de openbare behoefte – een nieuwe rk school kon dan geld overhouden, als de openbare school krakkemikkig was en veel onderhoud behoefde….

Al Abadi is nu aan het strijden om dat te veranderen. Boomend Erbil en Sulaymaniyah heeft echt niet hetzelfde nodig als Mosul dat eruitziet als Rotterdam in 1940. Al Abadi wil voor Mosul veel meer geld dan voor die twee boomende steden. Er zijn Koerdische politici uit boosheid uit het parlement gestapt! Een interessant politiek detail, nu het referendum voorlopig de autonomie van Koerdistan beëindigde.

Als er ooit de laatste veertig jaar hoop was voor Irak, dan is het wel nu. Als ik dat zo stel, wordt het aarzelend maar wel bevestigd. Eerst de verkiezingen afwachten, maar jawel, er is nu meer dan lange tijd kans op toekomst.

Ik geef aan dat ik het zie langs de wegen. Overal worden bomen geplant. En die verleden jaar geplant werden zijn zichtbaar gegroeid. Sulaymaniyah is elk jaar groener. Ook in Caracosh stonden overal in de stoep jonge boompjes. Saddam Hoessein heeft de Koerdische bergen laten kaal scheren, om de Peshmerga te kunnen zien.  Bush heeft met zijn bombardementen vele bomen doen verbranden. ISIS heeft bewust bomen verbrand en huizen. De brede streek rond Mosul is plat, natuur incluis. De boycot had de hele landbouwsector onderuitgehaald.

Het groen komt op. Het wordt aan alle kanten geplant, het groeit aan alle kanten. Er moet water gegeven worden in de droge tijden, maar dan boomt ook dat groen. Het is politiek zowel van gemeenten als van bisschoppen om bomen te planten. De snelheid waarmee dat planten nu gaat, lijkt me meer dan die opschietende torenflats een teken van hoop voor dit land en voor dit volk. Inshalla.

Yosé Höhne-Sparborth

Burnand,Eugene (1850-1921)

Samenvatting pastorale visie

‘Blijf bij ons Heer’  – samenvatting van de pastorale visie van het pastoraal team van der samenwerkende parochies katholiek Utrecht voor 2018-2019

Met de visie ‘Blijf bij ons Heer’ geeft het Pastoraal team van de samenwerkende parochies Utrecht de richting aan die het denkt dat de katholieke geloofsgemeen-schappen in Utrecht te gaan hebben. Dat is een weg die zeker nog heel open is, open voor de reacties van de gelovigen aan wie we de visie aanbieden, open ook voor de H.Geest die we biddend en in de omgang met mensen en de dingen die op ons pad komen moeten verstaan. Vanuit ons geloof alles belevend en overdenkend zullen we de vormen wel vinden.

Twee dingen staan daarin als een paal boven water: ten eerste: Jezus Christus staat centraal in ons denken en doen, we doen ons best om daar in te groeien; en ten tweede: met elkaar zullen we als katholieke gelovigen in Utrecht (parochianen, zoekers en pastores) de uitdaging aan moeten nemen en uitwerken.

In de visie die op papier staat heeft het pastoraal team dit spiritueel en theologisch onderbouwd. De pastores hebben samen veel inspiratie en steun gevonden in wat we het verhaal van de Emmaüsgangers plegen te noemen. Een gedeelte uit hoofdstuk 24 van het evangelie van Lucas waarin leerlingen van Jezus verder moeten in die verwarrende dagen na het verlies van hun inspirerende en beschermende Heer – of toch niet, toch anders, met een Heer die op een nieuwe manier hen toch nabij is. Het gaat om betrokken zijn op Jezus na zijn verrijzenis, Zijn geestkracht, een tijd waar wij ook in staan.

Hoofdstuk 1 van de visie wil duidelijk maken dat we de tijd en plaats waar wij nu leven als uitgangspunt aanvaarden. We hebben weet van onze recente katholieke geschiedenis in onze stad en van de situatie waarin we als katholieke gemeenschappen en parochies verkeren. Een geschiedenis van verandering, van verlies en kansen. Dit alles vormt ons vertrekpunt.

Hoofdstuk 2 wordt gedragen door de gelovige overtuiging dat onze Heer met ons meetrekt en ons al vooruit is. Wij hebben moeite zijn aanwezigheid in onze wereld te verstaan. Kunnen wij ‘anders’ kijken? Kunnen wij Zijn uitnodiging tot ontmoeting verstaan en in de omgang met de veelkleurige wijzen van Zijn nabij zijn geestelijk groeien?

Op die weg zijn we begonnen met onze doop, die ons al deel van het lichaam van Christus maakt. Dat maakt ons zelfs ‘medeverantwoordelijken’, of met traditiewoorden, met onze Heer mee ‘priesters, profeten en koningen’. Aan die accenten van werkzaam zijn van Christus in de wereld hebben wij deel. Samen en verzameld in de Kerk eren en danken wij God in ons bidden en vieren; overdenken wij in dialoog en leren onze wereld kritisch in het licht van Gods woord om van ons geloof te getuigen en een profetisch elan levend te houden; en zetten wij ons in om zorg te geven en solidair te zijn met mensen in nood en samen te leven zoals Jezus ons op koninklijke wijze de weg wijst. Gelovig(en) zijn is met elkaar Jezus navolgen.

Hoofdstuk 3 verkent de kerkelijke vormen waarin we dat gestalte kunnen gaan geven. Altijd gaat het om een gemeenschap die bijeen is rond Christus de Heer, die echter georganiseerd gestalte krijgt in verschillende niveaus. We gaan op weg vanuit de geloofsgemeenschappen zoals we die kennen, rond een kerk, pastoraal steunpunt, categorie, devotie, spiritualiteit of rite. Deze gemeenschappen met diversiteit en kleurigheid ontmoeten, steunen en inspireren elkaar in de Utrechtse gemeenschap die de parochie vormt. In die verbondenheid zal de viering van de sacramenten haar plaats hebben. De geloofsgemeenschappen hebben daarnaast  de voor/bij hen passende vormen van samenkomst en gebed. De geloofsgemeen-schap zelf wordt opgebouwd en versterkt in huiskringen, nabij aan het dagelijks leven.

Het samen op trekken wordt gezocht met zusters en broeders in andere kerken, met bondgenoten op het maatschappelijk veld en met alle mensen van goede wil.

Dit hoofdstuk tekent ook de contouren van de praktische uitwerking van het inzicht dat we geroepen zijn het mede-werkzaam zijn met Christus gestalte te geven: het Christus gekend laten zijn en Hem verkondigen in een profetische gemeenschap, Christus lief te hebben in een priesterlijke gemeenschap en in de ander Christus te dienen in een Koninklijke gemeenschap. In deze oriëntaties krijgen nieuwe en ook de ‘bekende’ de parochieactiviteiten hun plek.

Hoofdstuk 4 geeft de vertaling naar de activiteiten waar we als team van pastores accent op gaan zetten de komende anderhalf jaar. Wij zijn van mening veel energie te moeten steken in het op allerlei wijzen bij elkaar brengen van mensen om over de gepresenteerde visie te spreken en met elkaar tot ontmoeting te komen. Dat hebben we nodig en moeten we beter leren, en deze kleur proberen we aan alle activiteiten te geven.

Daarnaast zetten we in op het bekendmaken, ontwikkelen en opbouwen van huiskringen, mee werken aan het verbeteren van communicatie en op zoek gaan naar mensen met talenten en de ontwikkeling van die mensen te bevorderen.

Voor de volledige versie van het document, klik hier.

 

religieuzenprijs

Religieuzenprijs 2018

In 2018 zal het Bestuur KNR opnieuw een religieuzenprijs uitreiken. Dit keer is besloten aan te sluiten bij het Jaarthema 2018: Jongeren, hun geloof en hun roeping.  In een videoboodschap van april 2017 sprak Paus Franciscus jongeren toe:

“Jullie, de jongeren, zijn de toekomst. Ik vraag jullie te bouwen aan de toekomst, te werken aan een betere wereld. Het is een uitdaging. Ja, het is een uitdaging. Nemen jullie deze aan?”
De KNR wil jongeren bemoedigen die deze uitdaging inderdaad hebben aangenomen. Die het als hun roeping zien om, vanuit een religieuze bewogenheid en inspiratie, te werken aan een betere wereld en zich in willen zetten voor gerechtigheid, mensen in de marge of zorg voor de schepping. Veel religieuzen hebben immers ooit zelf gehoor gegeven aan een roepstem en een ideaal zich in te zetten voor anderen. Zij herkennen en waarderen jonge mensen die, ook zonder te kiezen voor het kloosterleven, zich op hun eigen manier willen inzetten voor een rechtvaardige wereld en betere toekomst. Daarbij zijn initiatieven die jongeren helpen en middelen geven om deze roeping en idealen te ontdekken ondersteuning waard.

Daarom zal de Religieuzenprijs 2018, een kunstwerk en een bedrag van € 5.000,–, worden toegekend aan een project of initiatief voor en/of door jongeren waarbij jongeren (tot 35 jaar) deze bewogenheid kunnen ontdekken en/of vorm geven.

Oproep voor nominaties

 

Indien u initiatieven, projecten of personen kent die volgens u in aanmerking komen voor deze prijs, kunt u deze nomineren door middel van het aanmeldformulier.
Aanmelden kan tot 1 mei 2018. Daarna zal de jury zich buigen over al nominaties en mede aan de hand van de criteria en richtlijnen, een zogenoemde shortlist van genomineerden opstellen. Op basis van deze shortlist bepalen de Hogere Oversten van de religieuze instituten uiteindelijk wie de winnaar van de Religieuzenprijs 2018 wordt. De bekendmaking en uitreiking van de prijs vindt plaats op 8 november 2018 in Den Bosch.

Taal-doet-meer

Dank voor gulle bijdrage Taal doet Meer

Tijdens de Adventsactie is er in de Utrechtse kerken gecollecteerd voor Taal Doet Meer en in het bijzonder voor Cafe de Toekomst.
In Cafe de Wereld ontmoeten oude en nieuwe Utrechters elkaar om samen te praten over allerlei gewoontes, gebruiken of om samen spelletjes te doen, enz. Van alle verhalen wordt een boekje gemaakt, dat weer als leidraad kan dienen om het gesprek aan te gaan met mensen uit andere culturen. U hebt voor dit doel gul gegeven en er kan ruim € 8.500,00 overgemaakt worden naar Taal Doet Meer. Wij zijn daar heel erg blij mee, en uw geld zal helemaal aan dit doel besteed worden.
Het is fijn om te weten dat er veel mensen zijn, die vanuit hun hart positief willen bijdragen aan het opvangen van vluchtelingen. Dank daarvoor.

Cafe de Wereld wordt op vier plaatsen georganiseerd en dat gaan er hopelijk steeds meer worden. U bent van harte uitgenodigd om geheel vrijwillig eens binnen te lopen om aan een gesprek deel te nemen. Er is altijd plaats voor meer mensen, vrijwilligers en bezoekers.

In Overvecht is dat op donderdagmiddag van 13.00 uur tot 15.00 uur in De Dreef, Schooneggerdreef 27C

In Utrecht-West is dat op dinsdagavond van 19.30 uur tot 21.30 uur in de Voorkamer, Kanaalstraat 225

In Overvecht op vrijdagochtend van 10.00 uur tot 12.00 uur in de Omar Al Farouq Moskee, Winterboeidreef 2 (ALLEEN VOOR DAMES)

Op Hoograven op zaterdagmiddag (ONEVEN WEKEN VANAF 12 MEI) van 15.00 uur tot 17.00 uur in het voormalig restaurant van De Saffier, Saffierlaan 10

Als u wel iets wilt doen, maar geen tijd hebt of om een andere reden niets kunt betekenen in de opvang van vluchtelingen, kunt u overwegen Vriend te worden. Voor € 5,00 per maand bent u al Vriend van Taal Doet Meer. Op www.taaldoetmeer.nl vindt u meer informatie hoe u Taal Doet Meer financieel kunt steunen. U mag ook bellen met Ellie Streppel, penningmeester van de Vrienden 06 22684319 of met Mieke van Rooijen, voorzitter 0648420602.

Wij blijven u graag op de hoogte houden van nieuwe initiatieven, dus er zal af en toe nog wel eens een klein artikeltje in dit blad verschijnen. Wij hopen dan dat u dat met plezier leest.

Mieke van Rooijen
Voorzitter Vrienden van Taal Doet Meer

S1160008

Oorlog in een huiskamer

Plotseling vraagt bisschop Mirkis of ik meekom; ja, wel even snel omkleden, want we gaan naar een condoleance. Er is een grote tragedie gebeurd in een Turkmeense moslimfamilie. Een familie met 11 volwassen dochters waarvan er slechts vier gehuwd zijn, de enige zoon/broer huwde niet omdat hij zijn moeder, weduwe, hielp voor haar dochters te zorgen. Het gaat om een arme familie. De zoon had mogen studeren, landbouw. Maar na 12 jaar boycot die de hele landbouw nagenoeg kapotmaakte, daarna Busch en balanceren op afgronden van burgeroorlogen waar men net niet in terecht kwam, daarna ISIS die nog eens veel vernielde, is landbouw weliswaar nu een groeisector, maar die levert nog niet voldoende werkplek; zo’n studie betekent investeren in toekomst, maar die kan nog duren. Dus de zoon, 27 jaar oud, is taxichauffeur geworden.

Irak en haar steden zijn in de roes van verkiezingen volgende maand. Sinds de democratie werd gebracht door Bush kent Irak inmiddels 217 partijen. In Kirkuk leven vier taalgemeenschappen: Arabieren, Armeniërs, Turkmenen en Koerden. Er is spanning tussen de Koerden en Arabieren, maar ze houden het sinds het referendum op gewapende stilstand, zoals ik schreef. Je weet het nooit natuurlijk, ook Erdogan kan zomaar de lont worden. Maar de verwachting is dat Iraaks en Koerdisch leger niet gaan vechten, al is de vrees daarvoor nog niet voorbij. Met een auto door deze streek rijden maakt wel helder dat de stellingen zijn betrokken, met de intentie om ze niet meer zomaar te verlaten. Gewapende stilstand. Dat ziet er vlak bij de ingang van Kirkuk, aan de weg vanaf Erbil als volgt uit: sinds twee jaar een 25 meter hoge Peshmerga van steen langs de weg, om goed aan te geven dat hier de Koerden de dienst uitmaken; dat althans tot dat referendum en daarna veranderde alles. Nu staat die Peshmerga er met een Iraakse vlag in zijn hand. Ook humor kan dit volk redden! De autoritten van de afgelopen dagen namen veel tijd in beslag, en ik moest op veel plekken komen en zien hoe er geleefd werd. Soera! Foto! Film! Verslaglegging was er dus niet bij. Filmmontage tot midden in de nacht, de nachten zijn te kort.

De ritten. Van Sulaymaniyah tot Kirkuk beschreef ik, en dat is kort samen te vatten: drie stevige militaire controleposten, Iraakse inspectie die met aarden wallen en uitkijktorens van alle kanten wordt beschermd, plus een tank. Iraakse gezichten mogen na even stoppen doorrijden, de rit met een Zwitserse pater, „Amerikaans” hoofd net als ik, betekende drie maal lange tijd om onze passen en visa te laten bestuderen.

Toen de rit van Kirkuk naar Ankawa/Erbil, waar ik even bij de zusters Dominicanessen te logeren werd gelegd – o pardon, iemand had vergeten me aan te kondigen -. De gebruikelijke weg is om allerlei redenen van veiligheid niet in gebruik, we maken een omweg, zuidelijk, langs wegen die deels vooral geweest asfalt zijn, en deels redelijk asfalt maar als een lint over de lieflijke glooiingen van de heuvels gelegd, zodat het voelt als een achtbaan. Wel prachtige landbouwheuvels, volop groeiende granen. Het bijzondere: elk kwartier ongeveer een militaire controlepost. Met een Iraaks hoofd aan het stuur werd dat telkens even een grapje maken, en dan konden we verder. Toen van Ankawa naar Bashiqa, wat al meer richting Mosul is. In Bashiqa wonen veel Yezidi. Over hen had nu mijn bericht moeten gaan, maar er kwam iets tussen, dus dat komt nog. Ankawa-Bashiqa: elke tien minuten een militaire controlepost. Irakezen, nadat we formeel weg zijn uit Koerdistan. Het controlepostje heeft een huisje als vroeger onze plees, niet groter. Maar door aarden wal omgeven, soms ook nog een loopgraaf. Verder blijft het recept hetzelfde: grapje maken, en doorrijden. Het landschap heeft al meer weg van een grasveld waar een mol doorheen is gekropen: veel aarden wal door de velden heen. Dan, na een nacht overblijven in Bashiqa, op naar Caracosh. Dat is een boogje om Oostelijk Mosul heen. Elke vijf minuten een militaire controlepost, werkelijk op elk kruispunt van veldwegen, goed kijken, jawel echt een kruispunt.

In  Caracosh, waar driftig wordt wederopgebouwd – ook een later bericht – leven hoop en onzekerheid en angst als een drieling bijeen. De lagere school heeft een groot scherm waarop 16 camera’s voortdurend alles laten zien: alle klassen in beeld, de ingang, speelplein, sportveld. Dat is de aanwinst na ISIS. Kirkuk is daarbij vergeleken een rustoord.

En gisteren sloeg dáár het noodlot toe. De 27 jarige Turkmeense taxichauffeur vervoerde een Turkmeense politicus die aan de verkiezingen meedoet. Is er ineens een bom, en baf, chauffeur dood. De politicus ligt in het ziekenhuis. De bom werd gemaakt en gegooid door een Koerdische hoge officier, die nu voortvluchtig is. Er woedt een soort politieke oorlog tussen Turkmeense en Koerdische politieke kringen. Jonge hardwerkende taxichauffeur en zijn arme familie betalen de rekening. de inschatting van Mirkis is, dat die officier behoort tot het slag dat goed wil laten weten dat het onder de Koerden beter was dan nu: dus nu chaos en angst zaaien. Hij kent de man, niet als vriend.

Bisschop Mirkis ging op condoleance bij de familie, en geld brengen. Het is een statement: op dit moment zijn we allemaal samen, van welke groep of welk geloof ook. Bij het eenvoudige huis gekomen trokken we allemaal onze schoenen uit, in de eenvoudige kamer lag het eetzeil nog op de grond, de aanwezige mannen hadden net gegeten. Zodra we binnen waren, staande tegen de muur, baden we met vier personen het Onze Vader in het Arabisch, dat kan ik in ieder geval intussen vlekkeloos. Daarna snel drie plastic stoeltjes neergezet, voor de bisschop, voor Abuna Ayad die mee was, en voor mij aan de rechterzijde van de bisschop. Een ander ruimde snel borden van tien personen en tafelzeil weg. Ik bleek gevolg van de bisschop te zijn; ik was ook concoleancebezoek; maar of ik ook wel wilde filmen en foto maken, want dit brengt het Kirkukse en Iraakse leven in beeld. En dat allemaal op een halve meter in het vierkant! Er was ook een tv-camera, een meter van ons vandaan want groter was de ruimte niet. En ik mocht filmen als ik niet in dat beeld zat. En mijn emotie tonen door bedrukt te luisteren toen de bisschop zijn condoleance tot de mannen uitsprak.

Daarna ging de deur van een nevenvertrek open, en kwamen zeven in het zwart gehulde vrouwen binnen, tegenover ons op de grond zitten. De moeder klaagde met geheven armen dat ze haar enige zoon kwijt was, hij was nog zo jong. Bisschop Mirkis vertaalde besmuikt voor mij. Camera op de vrouwen; sommigen huilden, anderen boodschapten in de camera, er waren twee papieren portretten en er was een portret op een smartphone, de camera registreerde het allemaal.

Daarna sprak de bisschop nog eens tot de vrouwen, vervolgens stonden we op en vertrokken weer. Groot verdriet achterlatend, ook deze mannen werkten bedrukt.

In minder dramatische varianten ken ik dit al van Irak. Als er iets bijzonders is, feest of gedenkdag of drama als dit, dan laten leiders van groepen onmiddellijk weten aan „de anderen” dat ze mee vieren of mee treuren. Zo hebben de Irakezen hun land en volk bijeen gehouden sinds 1991 en vermoedelijk al veel langer, en steviger naarmate de krachten om hen uiteen te drijven sterker werden. Sinds 2003 mocht ik hiervan getuige zijn. Zo is Irak nog steeds ontkomen aan een echte burgeroorlog, waar het buurland nu in wegzinkt.

Als ik het vraag heet het: „Nee, we denken niet dat er nu gevechten komen rond Koerdistan, iedereen is moe van alles wat geweest is.” Maar er zijn wel enkele buurlanden met ongeleide projectielen als „leiders”, en de Koerden zijn wel gefrustreerd na dat referendum, dus het vermogen om hoop levend te houden is wel een gevraagde kwaliteit in deze regio. Er wordt veel gebouwd. Dat is pastoraal werk, het geeft de mensen hoop. Maar een drama als nu met deze Turkmeense familie, niemand weet goed hoe dat voldoende kan worden opgevangen, er is nu zoveel tegelijk te doen overal in een situatie van alle denkbare en ondenkbare ongelijktijdigheid.

De nervositeit heeft wel een andere grondtoon gekregen. Een diepe bas, als de rust van geloof in toekomst. Aan alle kanten tegelijk willen opbouwen om ISIS en Bush achter zich te laten; als nerveuze violen. Grapjes maken met de militaire posten, want je kunt ze maar het beste een ontspannen klimaat aanbieden; als een hoge dwarsfluit. Feest vieren en met elkaar meeleven, anders is het leven niet vol te houden; als trompetten en een klarinet. En daartussendoor allerlei triangels met eigen ritmen, die niet overstemmen maar als een voortdurend zoemen zijn waarvan je hoopt dat het een bromvlieg is en niet een aanstormend aangestoken lont.

En het gewone leven heeft dan toch de regie. Brood halen, brood eten, brood delen. Diepe menselijkheid leven door alle bevolkingslagen heen. Gister zei de Gouverneur, waar de bisschop een Frans bezoek liet ontvangen en ik als slippendrager mee mocht, dat Kirkuk vier bevolkingsgroepen kent, en dat de hoofdtaak van de politiek is om te zorgen dat de gemeenschappen zowel als etnische groep als dwars erdoorheen als religieuze groepen allen gelijkelijk ruimte mogen ervaren om samen te leven. Een zeer goed mens, jammer dat er over een maand verkiezingen zijn. Maar met zo’n gouverneur, zo’n man als Mirkis, een zuster Clara of Maria Theresa of Maria, is dit volk veel kans gegeven.

En ik herinner me de woorden die Mirkis, nog gewoon Pater, in 2003 tegen me zei, mijn eerste echte bezoek aan hem. Ik had verteld hoe men in Nederland dacht dat Irakezen nu moesten worden ontwikkeld om te begrijpen hoe een ‚civil society’ werkt. Hij zei toen: „Wij zijn niet dom. Mensen die dom zijn overleven niet wat wij overleefden. Wij hebben een rijkdom aan ervaring opgebouwd, wij zijn niet meer stuk te krijgen.”

Wat ook bij Irak hoort: de warme menselijke emotie, het diepe nadenken, bedachtzaamheid, en in brede geopolitieke streken beschrijven wat de ingrediënten van het actuele leven zijn. Velen kunnen dat binnen één gesprekje. Kom daar in Nederland eens om.

Yosé hne-Sparborth

18 april 2018

IMG_3733

Het Klooster Maria Aladhra

Het is vrijdagmorgen,  6 april. Vandaag zijn er geen lesgroepen, zoals die alle dagen het klooster bevolken. Want vrijdag is hier de Dag van Allah; gebed in de moskee, en vrij van betaalde banen. Ik verwachte een rustige ochtend, alleen de twee paters en ik voor het ontbijt. Al lang voordat het ontbijt begon (kloosterritme kun je hier vergeten) was er een grote groep mensen, enkele gezichten bekend. Blijkt dat het Christian Peacemaker team drie zondagen op rij hier een soort retraite doet. Het betekent ook dat ze een kok meebrengen die kookt en dan schuiven wij aan voor het middageten. En de groep  kinderen voor Engels heeft examen.

Het klooster is een externe nederzetting van de Orde van Mar Musa, Syrië, in de jaren Tachtig gesticht door een Italiaanse priester, Paolo Dall’Oglio. Vrouwen en mannen, Liefde voor de Islam als spiritualiteit. Een woestijnorde. In 2012 kwamen Pater Jens en zuster Friederike hierheen; aartsbisschop Sako van Kirkuk (nu Patriarch Sako) had hen uitgenodigd om een oude kerk in het oude centrum van Sulaymaniyah, die overbodig was geworden door een nieuwe kerk, te gaan inrichten als retraitecentrum en ontmoetingsplek voor iedereen. Omdat door de oorlog Syrië te gevaarlijk was geworden voor de buitenlandse leden van de orde, kwam de vraag als geroepen en gingen deze twee personen het retraitehuis opzetten. Kerk en pastorie behoefden reparaties, ze stonden al een paar jaar leeg. Dat was net zo’n beetje rond, toen zomer 2014 de Ninive-vlakte leegliep omdat ISIS de regio onveilig maakte. In oktober 2014 zaten er 14 ‚families’ in het klooster, zo’n 140 personen; familie betekent opa en oma, gehuwde kinderen en de kleinkinderen. In de kapel werden zeven families ondergebracht, in de bibliotheek drie, de rest in andere ruimten. Ze leefden gescheiden door eenvoudige doeken die aan waslijnen hingen. Overdag de matrassen op een stapel, in de nacht matrassen tegen elkaar op de grond en iedereen slapen.

Tussen april en december 2015 werden kapel en bibliotheek ontruimd en de families in wooncontainers geplaatst. Bij de VN zijn die voor $ 5000 per stuk te koop. Daartoe werden drie kleine lapjes grond rond het klooster geleend van de eigenaren, geëgaliseerd, stenen bases gebouwd om de containers op te zetten, elektra aangelegd, water. Zo ontstonden drie hofjes met containers rond een boom telkens. De VN betaalde het voedsel, beetje energie, alle andere kosten moesten bij fondsen bijeen gebedeld worden. Midden 2016 was het klooster vrij van families, en begonnen herstelwerkzaamheden: het was nogal uitgewoond door de intensieve bewoning.

Augustus 2017 begon de grote uittocht van families terug naar Caracosh en andere dorpen nu ISIS was verdreven. Ook de terugkeer kwam op kosten van het klooster, een pick-up plus een chauffeur reed twee maal per week een gezin. Voor die arbeid zijn er geen hulpfondsen. De families vonden alle hun huizen nogal onbewoonbaar gemaakt, meubels en huisraad kapot of verbrand. Maar men ging aan de slag, het eigen terrein heroveren.

Inmiddels is er nog één bewoonde containerhof. Eén familie is gebleven, ze hebben geen eigen huis en de man heeft hier werk. De andere containers worden nu bewoond door een paar Syrische families die liever hier zijn dan in de grote kampen. In de tweede containerhof heeft UPP, een Italiaanse NGO, nu een kantoor, en enkele containers worden gebruikt voor leslokaal. De derde, kleinste hof is ontmanteld, die drie containers dienen nu als bouwkeet bij de bouw van het bejaardenhuis voor christelijke en moslim-Alzheimerpatiënten, plus kleuterschool; een project van bisschop Mirkis hier in Sulaymaniyah. Deels omdat het zwaar is met Alzheimer-patiënten samen te leven, deels omdat veel ouderen hun kinderen in buitenlanden hebben.

Sinds augustus 2017 zijn er twee huizen bij het klooster bijgebouwd. Het ene voor leslokalen, twee kleine bureau’s waar de leraren voorbereidend werk kunnen doen, en een leefruimte voor de bewaking. Het andere wordt een vrouwenhuis. In deze cultuur kan men niet mannen en vrouwen onder één dak laten slapen. Het vrouwenhuis is voorwaarde om met retraite-groepen te kunnen beginnen. Nog dit jaar hoopt men eindelijk te kunnen beginnen met dat eigenlijke doel.

Intussen is de kloosterhof dagelijks vol met mensen voor allerlei lessen: Engels, Koerdisch, Arabisch, boekhouding in de drie talen, IT, naaicursus, loodgieterscursus. Het zijn vooral moslims, daartussen ok christenen. De leraren krijgen een kleine betaling, de cursisten betalen niets. Ook gasten zal geen geld gevraagd worden. De tweede term van de spiritualiteit van het klooster is gastvrijheid. Men leeft van wat gasten vrijwillig geven. Als eenmaal de opbouw klaar is, zal dat lukken. Maar opbouw, herstel, uitbouw, vluchtelingen, dat was allemaal te veel van het goede. Het klooster heeft schulden en hoopt die ooit kwijt te raken. Schulden bij vrienden, dus zonder rente. Maar toch.

Over een uur begint de eerste bruiloft in deze kapel sinds het kloosterkapel is: een Chinees en een Filippijnse huwen elkaar,  de Chinese man is daartoe in deze kapel gedoopt enkele weken geleden. Burgerlijk huwelijk bestaat hier niet, de priester of een imam tekenen de verbintenis en dat wordt dan door de gemeente ingeschreven. Beide personen zijn hier als gastarbeiders, de viering zal in het Engels zijn maar naar Chaldeeuwse ritus.

Voor de korte termijn dient zich nog een behoefte aan: een tweede kloosterhof, aanpalend, om zowel een ontmoetingshof te hebben als een stiltehof, waar geconcentreerd kan worden gestudeerd en retraite gehouden. Daartoe moet een kleine strook land naast de kapel gekocht worden. Ook het onderhoud van de kapel zou dan eenvoudiger zijn. Het meest bijzonder aan het klooster is, dat het in de oude binnenstad ligt en smalle straatjes dus langs en dwars door dit complex aan huizen lopen, de dagelijkse weg van de moslimburen en anderen. De twee werelden grijpen zo heel natuurlijk ineen. Daartussen de Peshmerga die het klooster dag en nacht bewaken: wat sinds 2002 in heel Irak gebeurt met woningen van belangrijke personen en huizen waar groepen samenkomen. Nieuwe groepen – onbekende gezichten- worden alle gefouilleerd. Zoals nu de bruiloftsgasten. Veel leven van veel niveaus tegelijk in dit stadsklooster.

Mariakapel-Augustinuskerk

Mariakapel tijdelijk niet beschikbaar

De Mariakapel is voor onbepaalde tijd gesloten i.v.m. het opslaan van het orgel dat nog niet kan worden teruggeplaatst omdat de renovatie van de Augustinuskerk nog niet is afgerond.

Dat betekent dat de Mariakapel niet voor publiek toegankelijk is. Bekeken wordt of er in de nabije omgeving van de kerk een plekje gevonden kan worden voor de Maria-devotie.

DSC_1589

Vertrek pastoor Huitink

Op 8 april is door het aartsbisdom bekend gemaakt dat pastoor Ton Huitink van de samenwerkende katholieke parochies St. Ludgerus, St. Martinus en Salvator  per 1 mei zal vertrekken.

Pastoor Ton Huitink is gevraagd om de leiding op zich te nemen van de drie samenwerkende grote parochies  in het vicariaat Deventer, waarvan de basiliek van  Zwolle het eucharistisch centrum is.  De aartsbisschop is pastoor Huitink zeer erkentelijk voor het goede en vaak moeilijke werk dat hij in Utrecht heeft verricht.

Het bestuur van de samenwerkende katholieke parochies, voor wie dit nieuws als een verrassing kwam, wil alle parochianen en andere belangstellenden in de gelegenheid stellen afscheid van pastoor Huitink te nemen in en na de viering op Sacramentsdag, zondag 3 juni, in de Aloysiuskerk (Adriaen van Ostadelaan 2). Aanvang van de viering is 10.30 uur.

Vanaf 1 mei zal pastoor Hans Boogers de nieuwe pastoor zijn van de samenwerkende parochies Katholiek Utrecht. Hij is thans werkzaam in Zwolle e.o.  In de maand juni zal hij met zijn pastorale werkzaamheden beginnen.

IMG_8172

Wederopstanding in Sulaymaniyah, Irak

Yosé Höhne-Sparborth schrijft de komende periode over haar bezoek aan Kirkuk. Blijf onze website volgen voor meer nieuws!

Vandaag, Tweede Paasdag, ben ik met Pater Jens Petzold meegereden naar Kirkuk. Morgen moeten we allebei naar de politie om ons visum door persoonlijke presentie geldig te maken.

Dit is wel een bisdom, zeg. Stel het je voor: de bisschop heeft 7000 gelovigen onder zich, en 7 priesters. Die zijn verdeeld over twee grote steden, en wat voordorpjes/stadjes. En die twee steden liggen in twee gebiedsdelen die nu door een heuse grens worden gescheiden. Aangezien Pater Jens Zwitser is, moet hij elk jaar verlenging van verblijfsvergunning aanvragen. Maar nu moet hij telkens als hij naar Kirkuk komt, naar de politie om zich te melden. Irak is de Koerden een beetje aan het straffen.

Op de weg van Kirkuk (Irak) naar Erbil (hoofdstad Iraaks Koerdistan) passeerden we altijd een grens die ook als zodanig functioneerde. We trokken daar altijd een half uur extra voor uit, meestal was dat voldoende, ook een keertje niet. Eenmaal kostte het zoveel tijd, dat de chauffeur, Abuna Qais, keihard over de lege weg scheurde om nog op tijd in Erbil aan te komen. Maar de verlichting was ook niet overal even best, dus via een stuk wegdrempel werden we bijna gelanceerd.

Nu is de weg Sulaymaniyah-Kirkuk nog duidelijker een weg die gaat door, oké net niet oorlogsgebied. Laten we zeggen gewapende stilstand. En Pater Jens scheurde waar dat kon, om op tijd in Kirkuk te zijn. Scheuren over de weg doe je enkel waar je weet dat er geen controle is. 100 km. is eigenlijk het maximum.

De hele regio Kirkuk was jarenlang feitelijk in handen van de Peshmerga. In het klooster hangt een kaart van Iraaks Koerdistan, daarop telt dat hele gebied tot Koerdistan, plus nog wat stevige terreinstroken aan de zuid-westzijde. Verleden jaar stond er ook ineens een 25 meter hoge Peshmerga als standbeeld bij de ingang van Kirkuk, komende van Erbil. Koerdisch geurspoor zeg maar.

Na het Koerdisch referendum in september heeft het Iraakse leger de eigen gebieden weer overgenomen van de Peshmerga. Deze laatsten zijn feitelijk meer een zwaar bewapende politie dan een leger, en dat verschil zie je.

Ik meen dat ik drie grote controleposten onderweg telde; regiogrenzen worden ook gecontroleerd. Elke controlepost wordt nu aan beide zijden beschermd door een aarden wal, daarop een uitkijktoren met gebouwtjes voor verblijf, soldaten. En je ziet echt militair materieel staan. Een vrij oud „fort” op een berg dat door de Amerikanen was gebouwd en gebruikt, daarna leegstond, is nu weer in gebruik van het Iraakse leger.

Er komen niet veel buitenlanders langs die deze grens overgaan. De soldaat die onze beide passen controleerde, en de visa bestudeerde, had veel bekijks onder zijn kameraden die om de auto troepten. Hij legde vriendelijk uit dat hij even zijn baas moest bellen, of hij ons mocht doorlaten. Deed hij in het Engels, en Pater Jens maar in het Arabisch terug spreken om aan te tonen dat hij wel van deze grond komt. Was wel grappig. Alles in opperste vriendelijkheid. Aangegeven dat we in Kirkuk naar de kerk gingen, dat Pater Jens in Sulaymaniyah ook voor de kerk werkte. Soldaat nog vriendelijker. Toen de telefoon hem kennelijk toestemming had gegeven om ons door te laten, vroeg hij met dringende stem aan Pater Jens om eenmaal in Kirkuk een zekere Mohammed, zijn baas, te bellen dat we waren aangekomen. Bisschop Mirkis belde daarvoor meteen maar zijn grote rechterhand, Abudoreit, die alle karweien in hogere regionen regelt. Die kwam aanschuiven aan ons avondeten en belde onder ons gehoor Mohammed om te verzekeren dat de zuster en de pater beiden nu bij de bisschop aan tafel zaten. Jazeker, goed overgekomen.

Mijn reis had 25 uur in beslag genomen van Utrecht tot Sulaymaniyah. De Iraakse regering is de Koerden een beetje aan het straffen voor hun referendum en zich uitspreken voor absolute onafhankelijkheid. Daarom zat het Koerdische luchtruim potdicht voor internationaal vliegverkeer. In mijn traject om de reis te boeken kreeg ik voortdurend meldingen dat het nu weer open zou gaan, even wachten nog met kopen… Wel, Sulaymaniyah is nog dicht, er was werkelijk weinig aan de hand op dat vliegveld toen ik landde. Nu wist bisschop Mirkis dat Erbil wel open is/open gaat, en Sulaymaniyah nog niet. Daarin speelt mogelijk ook mee een strijd tussen diverse Koerdische partijen, het niet gunnen aan die andere stad. Maar mogelijk is het ook gewoon extra straf voor Sulaymaniyah, die stad schijnt veel sympathie te koesteren voor de PKK.

Klinkt allemaal wel naar een slangenkuil. Met excuus aan de slangen. Of anders gezegd, deze rit was even een uitstapje geheel langs de militaire lijn, nu die autoweg zo is gemilitariseerd. Alles rustig, maar de militaire aanwezigheid ziet er naar uit dat ze zich bewust zijn in „vijandig gebied” te verkeren. Er wordt hard gewerkt aan terugkeer en herstel, maar „vrede” zou ik de toestand in Irak nog niet willen noemen.

En dan had ik nog niet de Syrische vluchtelingen gemeld, die ook in groten getale aanwezig zijn in Noord-Irak. In Sulaymaniyah was alweer staking, de laatste vier jaar krijgen de ambtenaren maar zo af en toe een salaris uitbetaald. Hoe ze overleven? Niks kopen behalve eten, en ook dat is soms lastig. Pater Jens en ik constateerden in de auto, dat er twee verschillen zijn tussen de „autochtone” bevolking en de vluchtelingen. De autochtone bevolking heeft (doorgaans) een eigen huis, de vluchtelingen zitten ergens voorlopig ondergebracht. En de vluchtelingen krijgen hun eten, de autochtonen niet, hoewel ze er wel voor werken. Tot zover dat opvangen in de regio, waar Europese politici, Nederland voorop, zo verliefd op zijn. (wil iemand dit doorsturen naar Mark Rutte svp)
De eerlijkheid gebied, nog even te melden voor wie nu pas insteekt met lezen: weliswaar groeide de bevolking van Noord-Irak (Iraaks Koerdistan) tussen 1991 tot nu van 3 miljoen naar 9 miljoen inwoners, dus dat opvangen hebben ze wel gedaan, om Europa te dienen; maar de heer president Barzani van Koerdistan en zijn familie hebben ook wel vele miljoenen in een familierekening laten weglopen. Zal wel in Zwitserland in veiligheid gebracht zijn. Vele miljoenen… Of in een brievenbusmaatschappij in Amsterdam?

Ons avondrondje na het eten in de bisschopstuin bewoog zich op een ander niveau. In Kirkuk zijn nog maar twee studentenhuizen, voor degenen die echt hier moeten afstuderen. Van de christelijke studenten is nu een groot deel toch teruggegaan naar de dorpen rondom Mosul waar hun familie leeft; dat werd geëist door de nieuwe autoriteit in Kirkuk. Er wordt hard weder opgebouwd in die dorpen, veelal op eigen kracht. Enkele kleinere hulporganisaties doen mee. Voor de oorlog in deze oliestreken krijgt men gemakkelijker grote coalities bijeen dan voor de opvang van vluchtelingen, het ruimen van puin en de wederopbouw.

Op bezoek bij de zus van Mirkis in Hoogeveen kreeg ik foto’s te zien van grote Palmpasenoptochten door Caracosh. Indrukwekkende massa’s. De thuiskomst wordt gevierd, ook al zal het nog jaren hard werken zijn aan herstel van de huizen. En dan nog de gemeenschap, hoe herstelt dat?

Inmiddels gaat het allergrootste deel van de hulp naar de Yezidi-studenten. Dat zijn er nu ruim 600. Ze leven nu in Bashiqa ………. , een van de dorpen rond Mosul. Ook zij moesten terug naar de universiteit in Mosul om daar hun studie voort te zetten, de Iraakse autoriteit is nu even stevig de baas in Kirkuk. Deze yezidi studenten leven in grotendeels door ISIS leeggeroofde huizen, elektra gestript, deuren en ramen gestript, meubels verbrand. De bedden zijn vanuit de studiehuizen in Kirkuk daarheen verhuisd. Vanuit dit bisdom gaat er regelmatig een groot transport eten naar hen toe en ze krijgen reisgeld naar de universiteit in Mosul. Waar mogelijk wordt geholpen met het nodige om het enigszins leefbaar te maken. De studenten hebben hoogste prioriteit, ze moeten nu binnenkort tentamens doen. Wie niet slaagt verliest een jaar. De Yezidi zijn de meest getraumatiseerde groep. Soms wordt het onderhoud voor hen geleend uit andere projecten, die uitstel verdragen. Er komt te weinig geld voor deze tijd nu van wederopbouw en weer enorme volksverplaatsingen. Voor de volksverplaatsingen bestaan geen hulpfondsen, wel gaat het om grote sommen…

Afspraak is nu dat ik volgende week met de distributieauto meerijd. Dit bisdom is de enige instantie die de Yezidi helpt. De Europese kranten schreeuwden moord en brand over die lelijke moslims die de Yezidi uithongerden daar op de berg Sinjang.…  Maar als het om hup gaat, is dat allemaal vergeten. Als het mogelijk is, blijf ik er misschien enige dagen. Hangt af van van alles. De situatie is wel veilig, zover dat kan in een olierijk land tussen Iran, Turkije, Syrië en Saoudi-Arabië, met het werkgebied half in Arabisch half in Koerdisch territorium. Er is echt een gevoel van rust, doordat de overname door het Iraakse leger zo met relatief weinig strijd verliep. Maar het is wel een situatie waarin de autoriteiten strak controle pogen te houden, en alles nog lang niet genormaliseerd is, dus er kan telkens van alles aan maatregelen komen die vergen dat je het dagelijks leven weer geheel anders organiseert dan tot nu toe. Plannen is allemaal onder voorbehoud.

divinemercy01

Beloken Pasen

Wat is dat ook alweer? Beloken Pasen. Het woord “beloken” komt van “beluiken”, ofwel: afsluiten. Met Beloken Pasen sluiten we dan ook het Paasoctaaf af. Sinds het jubeljaar 2000 is Beloken Pasen extra bijzonder geworden. In dat jaar riep paus Johannes Paulus II deze dag uit tot het feest van de Goddelijke Barmhartigheid. Dat klinkt indrukwekkend, maar wat betekent het eigenlijk?

De geschiedenis van het feest van de Goddelijke Barmhartigheid begint met een Poolse zuster: Faustina Kowalska (1905-1938). In de jaren ’30 van de vorige eeuw kreeg deze zuster een reeks aan visioenen. Hierin zag zuster Faustina Jezus Christus in de gedaante van de Koning van Goddelijke Genade. In dit visioen was Jezus in het wit gekleed en scheen er rood en wit licht uit zijn borst. Jezus vertelde haar over Beloken Pasen het volgende:

“Op die dag staan de diepste diepten van Mijn tedere barmhartigheid open. Ik stort een hele oceaan van genaden uit over die zielen die tot de fontein van Mijn barmhartigheid naderen. De ziel die te biechten zal gaan en de heilige communie zal ontvangen, zal volledige vergeving van zonden en straf ontvangen. Op die dag staan alle sluizen van de hemel, waardoor de genade vloeit, open.”

Het offer van Christus en de liefde van God zijn echter altijd groter dan iedere zonde die wij als mensen hebben of kunnen begaan. Dat is soms moeilijk voor te stellen in een wereld waarin het kwaad heer en meester is (Jezus noemt Satan immers niet voor niets de ‘prins van deze wereld’ – zie Johannes 12.13). Juist daarom is het goed om stil te staan bij Beloken Pasen als het feest van de Goddelijke Barmhartigheid. Ook onze harten zijn namelijk vaak gesloten voor Gods liefde. Dat is dan ook de tweede betekenis die het woord “beloken” heeft: Op de eerste zondag na Pasen hadden de apostelen zichzelf namelijk opgesloten uit angst voor vervolging:

In de avond van die eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij u! (Johannes 20:19)

Jezus laat zich niet buiten sluiten, zelfs wanneer wij denken de deuren gesloten te houden. Wanneer er een oceaan van genaden over de zielen wordt uitgestort, druppelt er toch altijd wel iets naar binnen.

Voor het ontvangen van het sacrament van boete en verzoening (de biecht) kunt u een afspraak maken met pastoor Huitink of priester Koos Smits. Daarnaast is er op woensdagavond voor de mis van 19:00 altijd biechtgelegenheid in de Sint Catharinakathedraal.

Zuster Faustina Kowalska

Folders opleidingen

Drie nieuwe opleidingen van het Aartsbisdom Utrecht

 

Naast de priesteropleiding biedt het Aartsbisdom Utrecht vanaf september 2018 in samenwerking met het Ariënsinstituut en de Diocesane Kerkelijke Caritas Instelling (DKCI) drie nieuwe opleidingen: tot onbezoldigd permanent diaken, catechetisch medewerker en diaconaal assistent. Het eerste (basis)jaar van deze opleidingen voor vrijwillige medewerkers in de parochies wordt aangeboden aan de drie groepen studenten gezamenlijk. De jaren daarna is het programma gericht op de afzonderlijke opleidingen. Folders over de opleidingen liggen al binnen de parochies. Kardinaal Eijk doet een dringend beroep om hoge prioriteit te geven aan het werven van kandidaten voor deze vier opleidingen.

Voor toelating tot de priesteropleiding gelden eigen criteria en is minimaal Hbo-niveau vereist. Naast de priesteropleiding biedt het aartsbisdom opleidingen aan voor vrijwillige medewerkers voor onze parochies. Kardinaal Eijk: “De samenleving, maar ook de Kerk, is aan sterke veranderingen onderhevig. Het aantal betaalde medewerkers van de Kerk in de parochies neemt af en de omvang van de parochies neemt toe. Dat heeft ook gevolgen voor de organisatie van de parochie. Daarom is het van groot belang dat ervoor nu en de toekomst vrijwilligers toegerust worden die naast de priesters, onbezoldigde permanente diakens, pastoraal werk(st)ers en andere vrijwilligers een ondersteunende en verbindende rol op het terrein van catechese, caritas en diaconie willen en kunnen vervullen en die op deze terreinen ook zelf actief zijn.”

Voor bovengenoemde opleidingen zoekt het Aartsbisdom Utrecht gemotiveerde kandidaten die, met ‘het hart op de goede plaats’, die kritisch denken, ervaring of affiniteit hebben met catechese, caritas en diaconie en/of beschikken over managementcapaciteiten (leiders).

Kandidaten kunnen zich melden tot 1 juni a.s. Daarna zullen de selectiegesprekken met de kandidaten plaatsvinden. Voor meer informatie over de opzet, toelating en kosten van de opleidingen kunt u contact opnemen met rector P. Kuipers (rector@ariensinstituut.nl) of dr. T.J.M. Versteegen (t.versteegen@aartsbisdom.nl), of in de folders:

Klik hier voor de folder ‘Priester worden’

Klik hier voor de folder ‘Permanent diaken worden’

Klik hier voor de folder ‘Catecheet worden’

Klik hier voor de folder ‘Diaconaal assistent worden’

gerritjanwesterveld-1

Pastor Westerveld gaat met pension

Pastor G.J. (Gerrit Jan) Westerveld heeft ons laten weten dat hij gebruik wenst te maken van zijn vervroegd pensioen, hetgeen zijn gezondheid zeker ten goede zal komen. Het bestuur heeft zijn verzoek gehonoreerd en heeft er begrip voor dat hij nu de tijd neemt om het wat rustiger aan te kunnen doen.

Officieel zal Gerrit Jan per 1 juni zijn werkzaamheden als pastoraal werker van onze parochie neerleggen. Omdat hij nog een aantal verlofdagen te goed heeft, is in onderling overleg besloten dat zijn laatste werkdag zondag 15 april a.s. zal zijn.

Uiteraard zal er eind mei of begin juni gelegenheid zijn om afscheid van Gerrit Jan te nemen, u wordt hierover tijdig geïnformeerd.

Bestuur Personele Unie van de Samenwerkende parochies Katholiek Utrecht.

IMG_0174

Een sluiting en een verrijzenis

Op paasochtend was het dan zo ver: de laatste mis in de Sint Gertrudiskerk die sinds de jaren ’20 trouw dienst heeft gedaan als gebedshuis voor Christus. Wie door Rivierenwijk naar de Gertrudis loopt, ziet hier en daar nog sporen van wat ooit een katholieke arbeidersbuurt was: een Mariabeeldje achter het raam, een Heilig Hart beeld op het balkon … Zo was het vroeger: de kerk als het centrum van een gemeenschap. Maar die tijd is voorbij. Niet alleen is Rivierenwijk in demografisch opzicht een transformatie ondergaan, onze hele samenleving is veranderd en als er nog sprake is van gemeenschappelijke cohesie, dan is dat centrum al enige tijd niet meer de kerk. Toch is de Gertrudis voor meerdere generaties verbonden met de belangrijkste gebeurtenissen van hun leven, of het nu gaat dopen, huwelijken of begrafenissen. Het mag duidelijk zijn: het is niet alleen het einde van de Gertrudis, het is het einde van een tijdperk.

Zo had de Sint Gertrudiskerk zich dan voor de laatste keer opgemaakt voor de viering van de eredienst. De kerk zag er op zijn Paasbest uit en het was duidelijk dat, ondanks alle veranderingen, deze kerk altijd gezegend is geweest met een mooie groep toegewijde vrijwilligers. Vaandels, bloemen, boekjes … alles was tot in de puntjes verzorgd om de Gertrudis een waardig afscheid te geven. Dat was voor veel parochianen uiteraard een emotioneel gebeuren, maar naast het vanzelfsprekende verdriet was echter ook te merken dat men er over het algemeen nuchter en realistisch in stond.

De celebrant voor deze Paasviering was pastoor Ton Huitink, die daarin werd bijgestaan door pastoraal werkers Gerrit Jan Westerveld en Gérard Martens. In een bewogen preek eindigde de pastoor met een welgemeende hartenkreet: “Vandaag kunnen we het allemaal niet bevatten en is het vertrouwen in de verrijzenis misschien ver te zoeken. En dan niet zozeer de verrijzenis van de Heer, maar de verrijzenis van deze gemeenschap. Ik ben een hartgrondig optimist. Dat ben ik juist omwille van Christus’ verrijzen. Zijn verrijzenis biedt hoop en toekomst. Daarom durf ik het ook aan u te vragen: geef de hoop niet op. Zet geen streep door de mogelijkheid van een nieuwe toekomst. Het leven is echt sterker dan de dood.”

Zo kwam dan op Paasochtend, 1 april 2018, een eind aan de vieringen in de Sint Gertrudiskerk. Na de mis ging de ciborie uit het tabernakel, werd de godslamp gedoofd en droeg men de paaskaars en het lectionarium op een plechtige manier mee naar buiten. Een sluiting op Paasochtend. Maar volgens pastoor Huitink niet het einde van de gemeenschap en hij drukte de parochianen op het hart: “Leer verstaan dat ‘nieuw’ niet betekent; ‘opnieuw’ maar  ‘anders’ op ‘andere wijze’.” Wat dit “nieuw” moet gaan behelzen zal in de komende maanden duidelijk gaan worden, maar zoals de dood aan het kruis niet het einde was voor Christus, zo zal ook de sluiting van de Gertrudiskerk niet het einde zijn voor deze gemeenschap. In die hoop, de hoop van de verrijzenis, leven we als katholieken en die hoop doet leven.

Tekst en foto’s: Erik Hendrix

IMG_20180328_195418623

Bijzondere Chrismamis in Apeldoorn

Traditiegetrouw werd gisteravond tijdens een mooie dienst in de Onze Lieve Vrouwekerk te Apeldoorn de Chrismamis gevierd. Dit is een jaarlijkse gebeurtenis die het hele bisdom aangaat. In deze mis wijdt en zegent de bisschop namelijk het chrisma en de oliën die het komende liturgische jaar door alle priesters in hun parochies gebruikt zullen worden. Aan het eind van de viering nemen de gelovigen deze oliën mee naar hun parochies. Dat verklaard dan ook de locatie: Apeldoorn ligt middenin het aartsbisdom en is zo voor alle vicariaten even makkelijk te bereiken. Officieel viert men de Chrismamis op Witte Donderdag, maar omdat volgens de Joodse wet de nieuwe dag begint bij zonsondergang, mag de Chrismamis ook op woensdagavond gevierd worden en dat is in de loop der tijd ook gebruikelijk geworden.

Het zijn moeilijke tijden voor de wereldkerk met vervolgingen in het Oosten en een vernietigende onverschilligheid in het Westen. Desondanks wist kardinaal Eijk in een omzichtige preek door te stoten naar de kern van de zaak. Hij herinnerde de gelovigen aan het heldhaftige voorbeeld van luitenant-kolonel Arnaud Beltrame. Deze agent van de Franse gendarmerie had afgelopen vrijdag de plaats ingenomen van een supermarktmedewerker die in gijzeling was genomen door een Jihadist in Trèbes (zuid Frankrijk). De volgende dag (24 maart) werd hij door de terrorist vermoord. Kardinaal Eijk liet weten dat Beltrame, die door zijn geloof werd bewogen om dit enorme offer te brengen, eerst nog de ziekenzalving had ontvangen. Op Witte Donderdag herdenken wij met de voetwassing de opdracht van dienstbaarheid die wij van Jezus hebben gekregen en het gebod van de onderlinge liefde. Zo kwam alles bij elkaar: de oliën, de dienstbaarheid en de zelfgave die ons geloof moeten karakteriseren. Het is een krachtige boodschap waarmee wij als Katholieken wereldwijd hoopvol de Paastijd in kunnen gaan.

Luitenant-kolonel Arnaud Beltrame

Doordeweekse Vieringen

Maandag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
1e maandag van de maand: 10:00 uur: Kapel
Barbarabegraafplaats
Dinsdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Rafaëlkerk
09.30 uur Dominicus – wereldwake
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
Woensdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
1e woensdag van de maand: Rozenkrans om
19.00 uur in de Johannes-Bernardus.
Donderdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Rafael
12.00 uur Augustinus
Vrijdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Wederkomst des Heren
ochtendgebed
10:00 uur: Dominicus
12.00 uur Augustinus
18.00 uur Augustinus: Ambrosiaanse vesper
19.00 uur Catharina
1e en 3e vrijdag van de maand:
20:00 uur: San’Egidio, Augustinuskerk.
Zaterdag
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus

 

Algemeen Contact

Adressen van de kerken

Aloysiuskerk
Adriaen van Ostadelaan 2

Sint Antoniuskerk
Kanaalstraat 198

Sint Augustinuskerk
Oudegracht 69

Sint Catharinakathedraal
Lange Nieuwstraat 36

Sint Dominicuskerk
Palestrinastraat 1

Johannes-Bernardus
Oranje Nassaulaan 2

Nicolaas-Monica-Jacobus (NMJ)
Boerhaaveplein 199

Sint Pauluskerk
Willem de Zwijgerplantsoen 19

Rafaëlkerk
Lichtenberchdreef 4

Wederkomst des Heren / “Buurthuis Bij Bosshardt”
Marco Pololaan 10

Parochiesecretariaat Utrecht

Adriaan van Ostadelaan 4
3581 AJ Utrecht

Openingstijden:
Maandag, Dinsdag & Donderdag: 10.00 – 15.30 uurVrijdag: 09.00 – 12.00 uur
Tel: 030 – 254 6147
E-mail: secretariaat@katholiekutrecht.nl