hands

Vacature bestuurslid vrijwilligersbeleid

VACATURE

De samenwerkende parochies Ludgerus, Martinus en Salvator zijn per direct op zoek naar een bestuurslid vrijwilligersbeleid.

Onze organisatie

De samenwerkende parochies zijn een transitieorganisatie waarin de drie Utrechtse stadsparochies Sint Ludgerus, Sint Martinus en H. Salvator worden gecombineerd. Onze organisatie ondergaat op dit moment grote veranderingen en het is daarom van belang dat alle vrijwilligers daarin een heldere rol vervullen en een goede begeleiding krijgen vanuit onze organisatie.

Bestuurslid vrijwilligersbeleid

De komende jaren zal er steeds meer een beroep worden gedaan op vrijwilligers met uiteenlopende rollen: van diaconie tot liturgische ondersteuning en van schoonmaker tot collectant. Katholiek Utrecht wil met haar vrijwilligersbeleid graag een voorbeeldrol innemen.

De werkzaamheden

Werven, selecteren, begeleiden en toerusten van de vrijwilligers zodat zij zelfstandig kunnen functioneren;

  • Verantwoordelijk voor goede communicatie tussen de vrijwilligers onderling;
  • Opbouwen en onderhouden van een netwerk van maatschappelijke organisaties in de wijk;
  • Onderzoeken naar nieuwe mogelijkheden om vrijwilligers in te zetten binnen Katholiek Utrecht

Profiel

  • Leidinggevende kwaliteiten, uitstekende communicatieve vaardigheden en gevoel voor verhoudingen;
  • Inzicht hebben in maatschappelijke ontwikkelingen en eventueel daaruit voortvloeiende veranderingen in het vrijwilligerswerk, oog en ontwikkelingskracht voor innovatie in vrijwilligerswerk;
  • Praktiserend Rooms-Katholiek

Sollicitaties

Uw sollicitatie: een korte motivatiebrief plus cv zien we graag tegemoet voor 14 juli via email: secretariaat@katholiekutrecht.nl

Inlichtingen

Voor meer informatie over de functie kunt u bellen met: Mw. Margriet Simonis, hoofd centraal secretariaat, via 030 254 6147

Huitink en Westerveld

Emotioneel afscheid van pastores Huitink en Westerveld

Met een volle kerk en een levendig instapkoor namen pastores Ton Huitink en Gerrit-Jan Westerveld afscheid van de parochianen in een dienst vol emotie op Sacramentsdag, zondag 3 juni jl. in de Aloysiuskerk.

Voor pastor Westerveld -die met pensioen gaat- was het een mooi moment om te reflecteren op zijn meer dan 30 jaar werk als pastoraalwerker in Utrecht, over zijn inzet voor de vluchtelingen en de samenwerking met andere geloofsgemeenschappen.

Voor pastoor Huitink -die een benoeming heeft gekregen in Zwolle- kwam dit afscheid eerder dan gewild, maar zoals zijn moto luidt: “Uw wil geschiede”. In gehoorzaamheid aan de bisschop vertrekt hij binnenkort naar zijn nieuwe pastorale benoeming. Het was ook een moment om te terug te kijken op wat hij bereikt heeft in de afgelopen drie jaar in Utrecht en natuurlijk alle mensen te bedanken die hij hier ontmoet heeft.

In zijn preek sprak pastoor Huitink over hoe God onze vader ons nooit in de steek laat, dat Hij altijd aanwezig is en voor ons zorgt en dat zijn verbond met ons tastbaar is in Zijn Zoon Jezus Christus. Hij nodigde iedereen uit om dankbaar te zijn voor al het goede dat wij van God hebben gekregen: “Eucharistie vieren is dankzeggen. Niet voor alles wat wij weten en kunnen, maar voor al het goede dat God ons in Zijn Zoon Jezus Christus heeft geschonken. En wanneer je twijfelt aan al dat goede, dan nodig ik u uit om eens om u heen te kijken en heel de schepping in je op te nemen en te zoeken naar de Bron van dat alles, als je dan, al is het maar voor even, je klein voelt en je verwondert, dan mag je iets ervaren van het Verbond. Het Verbond dat Jezus door Zijn Lichaam en Bloed heeft vernieuwd. Dan mag je ervaren dat de heilige Eucharistie bron en hoogtepunt is van ons leven.”

Op zijn beurt bedankte pastor Westerveld zijn collega’s, vrienden en vooral zijn familie voor hun steun in de loop der jaren.

Onder leiding van pastor Gérard Martens maakten de kinderen van de kinderwoorddienst een knutselwerk in de vorm van brood dat aan beide pastores werd gegeven als “brood voor onder weg”.

Na afloop namen de meer dan 300 aanwezigen – familie, vrienden, parochianen van heel Utrecht en andere geloofsgemeenschappen – persoonlijk afscheid van de twee pastores.

 

foto’s: Wim. H. Heijmans

in memoriam Gerard Zuidberg

In Memoriam Gerard Zuidberg: Herder

Afgelopen zaterdag (2 juni) overleed Gerard Zuidberg (1936-2018) op 81-jarige leeftijd. Van 1977 tot zijn emeritaat in 2001 was hij pastor in de wijk Ondiep. Daarvoor was hij als docent filosofie verbonden aan de priesteropleiding en was hij studentenpastor voor de theologiestudenten. Na zijn emeritaat was hij o.a. actief in de ondersteuning van lokale geloofsgemeenschap via de stichting Bezield Verband. In 2004 trouwde hij met Marie-José Janssen.

Gerard studeerde filosofie in Rome toen daar het Tweede Vaticaans Concilie werd gehouden. In ons laatste gesprek haalde hij herinneringen op aan de gesprekken in het Nederlands College waar bisschoppen van over de hele wereld afspraken met Kardinaal Alfrink hadden om opvattingen te toetsen en te delen en strategie te ontwikkelen voor het concilie. Het heeft Gerard gevormd in zijn overtuiging dat de kerk het volk Gods is, dat de rijkdom van de kerk daar is, waar gelovige gemeenschappen met elkaar het geloof én de zorg voor elkaar delen.

Tijdens zijn studentenpastoraat was dat zijn belangrijkste taak: zorgen dat studenten een open oog en oor en hart ontwikkelden voor de mensen voor en met wie ze zouden gaan werken. Hij sprak intensief met studenten over de keuze van hun pastorale stage en wat ze daar zouden kunnen leren.

In 1977 voegde hij de daad bij het woord door als pastor de verantwoordelijkheid te nemen voor de Nicolaas-Monica parochie in Utrecht met de wijken Ondiep, Pijlsweerd en de Daalsedijk. Het waren wijken met veel sociale problematiek als gevolg van de sluitingen van de Utrechtse staalfabrieken (Demka, Werkspoor) op Zuilen en het waren de wijken waar de eerste groep Turkse en Marokkaanse gastarbeiders onderdak zocht. Onvermoeibaar zocht hij de betekenis van de kerk als volk Gods in deze wijken: wat betekent het evangelie en hoe laten we dat als parochie zien? Jong volwassenen met kinderen vonden bij hem een luisterend oor bij het zoeken naar nieuwe inspiratie en vitaliteit in het geloof. Hij was een drijvende kracht achter de samenwerking van andere zorgverleners in de wijk. Gerard was een van de eerste die de interreligieuze dialoog concreet oppakte door de islamitische gemeenschap onderdak te verlenen voor hun Ramadan-vieringen. Hij was ook de drijvende kracht achter de stichting Samenspel waarin vrijwilligers bij geïsoleerde migrantengezinnen kwamen om samen te spelen en contact te maken en de taal te leren. Zijn ervaringen met mensen in de marge van de samenleving inspireerden hem en anderen tot het oprichten van het buurtpastoraat in Utrecht.

De zorg voor toekomstige pastores die tijdens zijn werk als studentenpastor centraal had gestaan, trok hij door tijdens zijn pastorale werk in Ondiep. Hij was een van de voortrekkers van de Vereniging van Pastoraal Werkenden waarin zowel priesters als pastoraal werkers en werksters elkaar ontmoeten om te spreken over hun werk en hun positie in de kerk. Hij maakte zich gaandeweg steeds meer zorgen om de spiritualiteit van de pastores zelf, van wie hij zag dat ze moedelozer en soms cynisch werden door de ontkerkelijking en de kerkpolitieke ontwikkelingen. Het leidde tot het onderzoek ‘De god van de pastor’. Voor veel pastores was hij een bron van inspiratie en moed. Met heel veel hield hij persoonlijk contact. Na het openbreken van het gezwel van seksueel misbruik in de kerk, bezocht hij pastores die om die reden in de gevangenis zaten. Als er iemand was die begreep wat Gods barmhartigheid betekent en dat God geen mens laat vallen, dan was het Gerard.

De schaalvergroting van parochies, waarin veel geloofsgemeenschappen hun eigenheid verloren en opgingen in grote gehelen was voor hem in tegenspraak met de kerk als volk Gods. In Bezield Verband ging het hem allereerst om de bezieling van de gemeenschappen. Dat het hem in kerkpolitiek conflict bracht met kardinaal Eijk, was daarvan een onvermijdelijk gevolg. Gerard was genoeg realist om te zien dat de klassieke parochiestructuur grondig veranderd moest worden, maar wat hem betreft moest de vitaliteit en de spiritualiteit van de geloofsgemeenschap in die verandering leidend zijn in plaats van financiën en het aantal priesters.

Hij was nog volop bezig met de voorbereiding van een nieuwe landelijke bijeenkomst van Bezield Verband toen hij te horen kreeg dat de tumoren hun weg hadden gevonden in heel zijn lichaam. De laatste zes weken was hij in Leersum waar hij genoot van zijn tuin, de zon, de vogels. Daar is hij op 2 juni gestorven, een herder in hart en nieren, verenigd met zijn Herder.

 

geschreven door René Grotenhuis

Utrecht_Rijksmonument_36264_Sint-Katharinakathedraal_(2)

Afstoting St. Catharina

Namens de Personele Unie van de samenwerkende parochies van katholiek Utrecht informeer ik u over het volgende:

De financiële positie van de drie parochies, Ludgerus, Martinus en Salvator, toont een jaarlijks begrotingstekort van meer dan 4 ton. De gebouwen en de loonkosten zijn daarin de grootste kostenposten. Dat dwingt ons om plannen te formuleren die op termijn leiden tot een gezonde exploitatie.

Binnen de Salvatorparochie is het niet mogelijk beide kerken in gebruik te houden. De PU heeft een aantal aspecten van beide kerken geïnventariseerd zoals de vitaliteit van de geloofsgemeenschap; het kerkbezoek; de ligging van de kerk; de bereikbaarheid; de gebruikskosten zoals licht, verwarming, verzekering e.d., alsook de bijdragen van de gelovigen en de onderhoudskosten.

Alle aspecten samen maken dat de Catharinakerk substantieel meer kost dan de Augustinuskerk. Dat heeft ertoe geleid dat de PU in principe heeft besloten op termijn de Catharinakerk aan de bisschop voor te dragen om aan de eredienst te onttrekken.

Daartoe worden op dit moment verkennende gesprekken gevoerd met Museum Catharijneconvent als mogelijk nieuwe eigenaar. De kathedraal is immers onderdeel van hetzelfde middeleeuwse kloostercomplex als het museum. Mocht uiteindelijk de Catharinakerk aan de eredienst worden onttrokken, dan houdt dat tevens in dat de kathedrale functie naar verwachting in de Augustinuskerk zal worden ingericht. Dat is een proces waarbij de Heilige Stoel dient te worden betrokken.

Op dit moment is alles nog in een voorfase van verkenningen, echter we hechten er aan u in een vroeg stadium hierin te betrekken. Zodra we meer informatie hebben, hoort u daarover en natuurlijk zullen ook de Kerkrechtelijk voorgeschreven processen met de gemeenschap in acht worden genomen.

Ik dank u voor uw aandacht.

Namens de Personele Unie van de samenwerkende parochies van katholiek Utrecht.

gve-koor

Instapkoor en kinderwoorddienst in afscheidsviering op 3 juni

Doe mee in het instapkoor

In de afscheidsviering van pastoor Ton Huitink en pastor Gerrit Jan Westerveld op zondag 3 juni 10.30 uur in de Aloysiuskerk zal gezongen worden door een ‘instapkoor’. Zanglustigen uit heel Utrecht worden uitgenodigd mee te werken aan deze gezamenlijke viering van de Samenwerkende parochies katholiek Utrecht. Het koor zal onder leiding staan van Sebastian Holz. Deelnemers aan het instapkoor krijgen vooraf de muziek toegezonden en repeteren voorafgaand aan de viering op zondagmorgen 3 juni. Zin om mee te zingen: meld u aan met een mail aan secretariaat@katholiekutrecht.nl

Eigen kinderwoorddienst in afscheidsviering

De viering waarin de Samenwerkende parochies Katholiek Utrecht afscheid nemen van de pastores Westerveld en Huitink zal voor de kinderen een eigen kinderwoorddienst hebben. Samen met pastor Martens gaan de kinderen die meedoen samen aan de slag rond het thema van de dag. Naast afscheid is het ‘Sacramentsdag’.

bischop Kort

Kerk helpt overheid met schuldhulp

In ruim honderd gemeenten hebben ‘maatjes’ zich bij protestantse en katholieke organisaties aangemeld om mensen met forse schulden te helpen. De overheid beseft dat kerken broodnodig zijn om dure zorgtaken uit handen te nemen. We moeten weliswaar ‘zelfredzamer’ worden, maar daar hebben we elkaar voor nodig. Onder het motto ‘samen lukt het’, laten de Schuldhulpmaatjes het barmhartige gezicht van zelfredzaamheid zien. De vrijwilligers delen geen vette vissen, broden en wijn uit. Ze helpen mensen in nood om beter met geld om te gaan.

Op de landelijke jaarvergadering van de organisatie, hield bisschop Gerard de Korte (’s-Hertogenbosch) een lezing over de ontwikkeling van het christelijke sociale denken vanaf 1891. In dat jaar gaf paus Leo XIII met encycliek Rerum Novarum (‘over de nieuwe zaken’) denkstof over het omgaan met nieuwe sociale vraagstukken. De bisschop noemde ook de bijdrage van de protestantse dominee Abraham Kuyper, die het begrip ‘soevereiniteit in eigen kring’ uitvond.
Beiden ging het om een decentrale insteek waarbij niet alles van hogerhand wordt geleid en beslist, maar juist de lagere organen worden gesteund door de hogere organen (het katholieke principe van ‘subsidiariteit’).
In de encycliek Laudato Si (2015) komt paus Franciscus, vertelde De Korte, naast het milieu op voor wereldwijde sociale gerechtigheid. De christelijke houding van solidariteit met kwetsbaren gaat lijnrecht in tegen wat Franciscus ‘de mondialisering van onverschilligheid’ noemt. Die solidariteit klonk door in het (voorspelbare) verhaal over de Barmhartige Samaritaan en Matteüs 25, maar ook in de motivatie van schuldhulpmaatjes om voor hun naasten te zorgen.
Een gelovige houdt het vaak langer vol dan iemand die vanuit louter humane drijfveren zich voor zijn naaste inzet, meent De Korte.

Eén derde van de huishoudens in Nederland heeft schulden. Bij 750.000 huishoudens is de schuldenlast problematisch. Het werk van een schuldhulpmaatje is vaak een druppel op de gloeiende plaat. Maar vele druppels brengen wel verkoeling. Het gaat tenslotte om de waardigheid van de mens. Die waardigheid wordt door armoede aangetast. Schulden zijn als een loden last op de schouders, als een strop om de nek.

bron: katholiek.nl

AVG-banner-large-465x300

Omgang met persoonsgegevens in de R.-K. Kerk

In de Europese Unie geldt vanaf 25 mei één regeling voor de omgang met persoonsgegevens. Deze nieuwe wet wordt de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) genoemd. Er bestaan veel vragen over wat de AVG voor de R.-K. Kerk betekent. Het is bovendien goed als kerken nadenken over de vraag: wat registreren we van wie, met welke reden en voor hoe lang?

De R.-K. Kerk heeft al regels over hoe om te gaan met persoonsgegevens en privacy in parochies. Deze regels zijn vastgelegd in het Algemeen Reglement Bescherming Persoonsgegevens Parochies. Veel van die onderwerpen blijven binnen de nieuwe wetgeving relevant. Er wordt gekeken op welke punten dit Algemeen Reglement aanpassing behoeft met het oog op de wetswijziging. Zodra daarover meer bekend is, ontvangen de parochies informatie. Voorlopig blijft het bestaande reglement geldig, zo heeft het Secretariaat van de R.-K. Kerk in Nederland laten weten.

Meer informatie kunt u vinden in de speciale pagina over de AVG.

Bert-Hagendoorn-o.f.m.__

WNM Pinksteractie

Met het motto “Geloven in een ander, ieder mens telt mee,” lanceert de Week Nederlandse Missionaris (WNM) hun Pinksteractie van 12 t/m 20 mei start a.s. Dit jaar gaan de inkomsten van de actie naar twee specifieke doelen: het voorkomen van de verspreiding van het aidsvirus in Indonesië en het bijdragen aan een rechtvaardige wereld in Guatemala.

De WNM ondersteunt het werk van missionair werkers die op een eigentijdse manier in de voetsporen van de missionarissen treden. Net als honderden missionarissen, gaan Pater Bert Hagendoorn ofm, missionaris in Indonesië, en Inge Kuiphuis, missionair werker in Guatemala, vanuit hun geloof de strijd aan tegen armoede en onrecht.

Franciscaan Hagendoorn: “We wilden toestanden voorkomen met stervende aidspatiënten aan de kant van de weg. Of aidswezen die aan hun lot worden overgelaten.”

Kuiphuis: “In Guatemala krijgen veel koffieplukkers geen loon uitbetaald of maar heel erg weinig (…), de mensen zijn blij dat ze niet worden vergeten en dat er aandacht is voor hun situatie.”

Wees solidair met pater Bert en Inge en de vele missionarissen en missionair werkers die zich inzetten voor hun medemens! U kunt uw solidariteit tonen door:

  • Een financiële bijdrage tijdens de Pinkstercollecte in uw parochie.
  • Een gift via rekening NL 30 RABO 0171 2111 11, WNM te Den Haag.
  • Invullen van de (eenmalige of structurele) machtiging op de website weeknederlandsemissionaris.nl
    Opnemen van de WNM in uw testament.
S1160052

Laatste Sprokkelhout

Met de zusters Dominicanessen te Ankawa/Erbil kom ik altijd op het directe niveau van de gezinnen, zij werken op scholen en maken daar mee hoe het verder gaat, ontwikkelt, stokt, aarzelt. Een groot deel van de ontheemden is terug naar de dorpen en stadjes waar ze vandaan kwamen. Augustus zag ik hoe ISIS die heeft achtergelaten: eigenlijk niet om te wonen, tenzij je in een ruïne of een zwart geblakerd huis kunt wonen. Ze doen het, en ze werken hard aan het opknappen. Het is zichtbaar dat Caracosh relatief veel hulp krijgt. Zr. Nibras zegt bijna bitter: „Alsof het de hoofdstad van het christendom is!” Haar familie zit in die dorpen waar niemand komt of nog niet kan komen. Zij wil dat ik daarheen ga, niet naar Caracosh. Maar ja, de tijd is me niet gegeven.

En dan zijn er ook degenen, die hun kinderen nog hier in Erbil en Ankawa op school hebben. Die ook liever hier blijven, een redelijk onderkomen hebben gevonden; geen energie hebben om in hun dorp van oorsprong bij nul te beginnen, daar waar relatief weinig hulp is.

Langzaamaan gaan hier wat scholen dicht die speciaal voor de Arabischtalige IDP’s (Iraakse Inlandse Vluchtelingen) waren opgezet, en dan moeten de ouders toch besluiten wat nu… Voor hen die geen eigen huis hadden, of dat huis in puin vonden, of té beschadigd om er nog wat van te maken, of in die dorpen horen die direct naast loopgraven liggen – voor al die families is de grote onzekerheid aangebroken. Wat te doen? En welk besluit zal het goede blijken? Hoeveel wil je gokken als je kleine kinderen hebt? Veel onzekerheid. Het is inmiddels merkbaar aan afnemende concentratie, ook bij de kinderen. Aldus zr. Bath. Verantwoordelijke voor twee kleuterscholen!

In Sulaymaniyah in het klooster maak ik vooral een plek mee waar christenen en moslims vanzelfsprekend mengen, en alle denkbare en ondenkbare groepen die verder nog bestaan in deze regio. Buiten de poort kom ik zelden. Het is dagelijks een komen en gaan van vele mensen, voor lessen, voor andere happenings. Waar zinvol/mogelijk doe ik mee in het huishouden. En ik hoor achterzijden van het nieuws. Dat huishouden is hier feitelijk een ramp, het klooster moet zijn formule van gastvrijheid gaan herzien om het leefbaar te houden. Ze vragen aan niemand geld, betalen wel de leraren, en wat gratis is heeft geen waarde. Daar ga je zeker niet helpen schoonmaken. Het vergt ook een een goede coördinatie, naast het charisma om mensen het gevoel te gaan geven dat het hun huis is, dus gezamenlijk ook leuk gehouden moet worden. Pater Jens is vertrokken naar Europa, Pater Jacques neemt de kans om diens kantoor uit te mesten, en samen filosoferen we over die materiële kant van de toekomst… Een beetje help ik mee uitmesten, maar ik wil mijn eigen werk wel af hebben voordat ik morgen op het vliegtuig stap: 25 reisuren tegemoet.

In Kirkuk dient de wereld zich (voor mij) het meest gevarieerd aan, inmiddels word ik overal naar toe gesleept. Feitelijk wordt daar mijn agenda bepaald, daar wordt het best begrepen hoe ik inzetbaar ben, daar is de informatie het meest gevarieerd. Aan tafel hoorde ik bisschop Mirkis tegen iemand anders zeggen dat hij mij had meegenomen naar het condoleance-bezoek, zodat door mijn aanwezigheid in de mannelijke bezoekersgroep ook de vrouwen zich zouden kunnen laten zien en hij de weduwe persoonlijk kon toespreken en bemoedigen. Nu begrijp ik waarom ik mee moest en aan zijn rechterzijde zitting nemen.

Met name in deze nieuwe verkenningsreis, overal alles anders terwijl het „gewone leven” ook gewoon doorgaat, iedereen aan het inschatten hoe de nabije toekomst zal zijn, in deze reis wordt het multikarakter van Kirkuk zeer ervaarbaar, op vele wijzen. Oude traditie, eeuwenoud vier hoofdgroepen die redelijk goed samenleven. Karam, bisschoppelijk chauffeur, meldt me dat hij vier talen spreekt: Assyrian, Koerdisch, Turkmeens en Arabisch; zoals iedereen die in Kirkuk is geboren en getogen. Sinds een eeuw, sinds hier de eerste en grootste olievoorraad in die zandbak Midden Oosten werd ontdekt, Engeland en Frankrijk dwars door een Eerste Wereldoorlog heen hier hun strepen trokken aan de biertafel en zo Koerdistan in vieren deelden, sindsdien komt hier de hele wereld aanwaaien in alle gestalten: van gastarbeider tot veroveraar. Allen willen een stukje van de taart en sommigen willen de hele taart. Dat geeft soms veldslagen. Investeerders om deze oliestad zo glansrijk te maken als zeg Dubai, die gaan dus liever naar Dubai. Veiliger. Kirkuk is politiek-economisch gesproken onrust. Daar is olie dus niemand hoeft te helpen; daar is olie dus iedereen staat er te dringen; dat kan in iedereen het slechtste bovenhalen op den duur. Zoals besmuikte jaloezie waarmee alle waarneming vertekend wordt. Dat heb ik ondervonden met de Diocesane Raad.

Er kwam hier bij de bisschop een Franse groep langs, mesopatamiaheritage. Ze hebben een website onder die naam (.org) en verzamelen digitaal alle culturele geschiedenis van christenen en Yezidi in dit gebied, omdat die twee groepen zeer zwak gemaakt zijn, en hulp gebruiken kunnen bij het veiligstellen van het culturele erfgoed, van belang voor de eigen identiteitsbeleving. Een aanbod vanuit die groep, na bezoeken van enkelen hier. Een redelijke groep Fransen is vrij trouw aan Irak, zij kennen hun historische relatie met Irak.

Een bijzonder verhaal van het laatste studentenhuis voor mannen dat hier in Kirkuk is: er was een oude man, keelkanker, geopereerd, maar ging duidelijk dood. Had geen familie. De studenten wilden hem wel in huis hebben om samen voor hem te zorgen. Daar is hij uiteindelijk gestorven. Een kleine groep van de kathedrale parochie: ‚Mission for live’ organiseerde dat. Juist in het contrast met die olieslurpers komt ook het beste boven in een gemeenschap.

Politieke inschattingen:

Met minder spanning dan voor het Koerdische Referendum wacht men nu af wat de verkiezingen in mei gaan brengen. Dat zijn kamerbreed de reacties als ik naar toekomst vraag. Waar ik doorvraag, is meer of minder aarzelend de toon, dat men hoop heeft dat het beter gaat worden; er gloort hoop in Irak. Maar fluister dat, voordat het je ontglipt. Eerder gaf ik het aan, er wordt aan alle zijden gewerkt om de streek van groen te voorzien. Dat gebeurde zelfs in Caracosh. En ja, er is meer stabiliteit, zegt ook Sami, moslimKoerd in Sulaymaniyah. Ook al ziet Koerdistan er ineens behoorlijk gemilitariseerd uit, ik tref weinig mensen die vrezen dat de volgende veldslag in aantocht is. Als boventoon heerst (bij niet Koerden) de opluchting dat het in oktober niet tot een echte veldslag kwam. „Nauwelijks geschoten, Kirkuk ging in twee uur over in andere handen.”

Mogelijk schatten veel Koerden het anders in, die likken hun wonden. Het is in Iraaks Koerdistan moeilijker gewordend dan het was. In Kirkuk hoor ik iedereen zeggen dat alles nu een stuk beter georganiseerd is dan „onder de Koerden”, die ook maar heel informeel de baas waren. Nu zijn er wetten, soms lastige, dat wel, maar je weet in ieder geval wat kan en wat niet. Zo kun je wel grond kopen, maar grond verkopen is bijzonder lastig. Pech voor de bisschop: het bisdom blijkt veel lapjes ongebruikte grond te hebben, historisch ontstaan; daarin was hij aan het saneren. Waar zinvol wordt er nu iets gebouwd om geld te genereren, zoals een markthalletje van vier etages, om te verhuren. Andere lapjes grond kan hij niet kwijt door die wet.

Er lijkt veel overeenstemming over, dat zowel regering en parlement in Bagdad als in Erbil sterk onder invloed zijn gekomen van corrupte krachten. Men is benieuwd of volk een beetje gaat kiezen op de goede kandidaten, die (nog) buiten het circuit van corruptie staan. Tegelijk meen ik ook te begrijpen, dat clanvorming meer aan de orde is dan pakweg vijftien (2003) of zevenentwintig jaar (1991) geleden, omdat overleven in dit land de mensenterugwierp op de grote familierelaties. De politici die geheel los van die clan-invloed kunnen opereren moeten meen ik nog worden uitgevonden. Familiebanden maken de kandidaat, meer dan de partij. Het systeem laat dan wel op kandidaten stemmen, je hebt daarmee de clan in huis. Het kan ook de partij zijn waardoor de politicus wordt bestuurd of verlamd. Hoezeer clan en partij elkaar overlappen weet ik niet. Vaak wel.

Het verhaal gaat, dat ex-president Maliki (die met de Koerdische Barzani samen ISIS naar Mosul haalde) anderhalf miljoen dollar aan verkiezingen investeerde. Hij doet dus ook een gooi naar de macht. Bisschop Mirkis meent dat Barzani en Maliki niet voor een tribunaal te brengen zijn, omdat er te velen hebben meegewerkt in 2014. En we constateren, dat het voor hulporganisaties ook lastig uitleggen is dat je een land helpt opbouwen, als dit soort gelden worden vergooit aan te dwaze verkiezingen. Werd voor dat soort vertoning Irak platgebombardeerd in 2003?

De corruptie, daar had ik het over. Speelt een grote rol op politiek niveau, en men hoopt dat dat langzaamaan toch weer kan worden teruggedrongen. Vraag is natuurlijk, hoeveel corruptheid nog kan door druppelen naar lagere niveaus, voordat zorgzame mensen weer vat gaan krijgen op de totale overheidsstructuur. Op gewoon leefniveau hoor ik weinig van corruptie. Wel problemen erdoor, met name in Koerdistan, waar de salarissen te weinig worden uitbetaald. Nu is Koerdistan ook wel stevig geld kwijt aan de al jaren durende opvang van miljoenen vluchtelingen. Waaraan, zoals eerder gemeld, de Westerse regeringen minder bijdragen dan ooit beloofd… Lokaal kan dat allicht tot corruptie leiden…

Juist de economische relatie Bagdad-Erbil is complex, spannender dan de militaire die een gewapende stilstand is. In zijn door VN-besluit in 1991 verkregen autonome fase bleef Koerdistan buiten de scherpe boycot; kreeg daardoor toen al toeloop vanuit het zuiden; maar geen buitenlandse investeerders omdat toekomst vaag was; ging 2003 geweldig boomen door het einde van de boycot en Amerikanen in het land, kreeg daarmee ook Koerdische toeloop uit buurlanden, torens groeiden naar de hemel. Koerdistan ging overmoedig zelf olie verkopen, waarop Bagdad wat geldkranen dichtdraaide (de grootste oliemaatschappij is nationaal) , maar het boomen ging door dankzij buitenlandse investeerders. 2014 zette ISIS (via Barzani en Maliki!) plotseling een rem op alles, boomen gestopt, investeerders weg, vluchtelingen en IDP’s toegestroomd… Koerdisch Referendum om onafhankelijkheid betekende bij Arabieren vrees voor een nieuwe oorlog, bij Koerden hoop op een eigen Koerdische staat.

Nu is Koerdistan feitelijk weer Irak, Bagdad heeft een forse stem in de geldverdeling… Koerden op stadsniveau gunnen ook niet perse elkaar de winst (naar goed neoliberaal gebruik concurreren, een slechte basis voor opbouw in dit soort situatie)… Buitenlandse investeerders hebben het vertrouwen verloren. Hoe lang gaat het duren om dat ‚investeringsklimaat’ te herstellen? Is het daarom, dat in gangbaar Europees nieuws Irak van de kaart lijkt geveegd? Er hooguit over bericht wordt als een enkele „christelijke” groepering in Europa pleit voor een zelfstandige christelijke staat zuidelijk van Mosul? Wat pleiten is voor uiteenvallen van een staat met vier buurlanden die onmiddellijk zouden binnenstormen. Irak kan dus maar beter Irak blijven. Boomen in Koerdistan is voorbij, maar er is wel meer stabiliteit dan sinds 1980 werd ervaren.

Intussen krijgt Mosul nauwelijks hulp. Een stad van 2 miljoen inwoners indertijd, grotendeels in puin. Ik signaleerde al de strijd Koerdistan-Bagdad op het niveau van regeringsbegroting, naar informatie van Abuna Kais. Daarin wil ik iets aanvullen: Al Abadi lijkt meer nog dan me gemeld was beperkt te worden door zeg maar zijn clan: er wordt weinig extra geld uitgetrokken voor Noord Irak: niet om Koerdistan te helpen met de vluchtelingen, niet om Mosul te helpen opbouwen. In welke mate daarin de factor „niet gunnen” speelt, moeten we gissen: „wij dit niet dan jullie dat niet”.

Wat van dit alles na de verkiezingen mogelijk gaat veranderen, daarover wil niemand speculeren.

Inmiddels vallen veel particuliere hulpbronnen uit buitenlanden droog omdat men meent dat met het verdrijven van ISIS alle problemen voorbij zijn. Er zijn vooral kleinere NGO’s die volhouden, en er zijn de Christian Peacemaker Teams.

Er zijn ook tien Nederlandse hulporganisaties, verenigd door onze staat, om noodhulp te bieden: levens redden, voedsel uitdelen, noodzakelijke medische zorg bieden. Aan betalende Nederlanders melden hoeveel personen ze precies bereikten met verband en bonen en rijst. Er is een ingang gevonden om over steun aan de Yezidi na te denken!

Gewapende stilstand in dit noorden. Stilstand, en die heeft uiteindelijk nu vooral een economisch gezicht; de militaire controles langs de weg zijn minder indrukwekkend dan stagnerende opbouw of stagnerende economie op salarisniveau. Erbil en Sulaymaniyah zien er nog boomend uit. Het is de rijkdom die van 2003 tot 2014 werd opgebouwd, met name in winkelstraten en koopcentra nogal breed uitgehangen. In augustus hoorde ik dat in Koerdistan de overheid maar mondjesmaat salarissen uitkeert, in een van de demonstraties daartegen liep de auto die mij vervoerde vast. Onlangs constateerde ik samen met Pater Jens, dat je bijna beter als Syrisch vluchteling in Koerdistan kunt zijn dan als Koerd daar wonen. De Koerden hebben (doorgaans) hun huis, maar nauwelijks uitbetaling voor het dagelijkse leven. De vluchtelingen zitten in kampen, maar krijgen wel eten uitgereikt. Wraaknemend Bagdad helpt dan niet helemaal, vliegvelden blokkeren ook niet.

Zoals ik duidelijk merkte bij de Diocesane Raad, is de gedachte bij Kirkuks Arabieren en Assyriërs dat die Koerden daar in Sulaymaniyah in het Walhalla leven. Nadere informatie maakt helder, dat het boomen in 2014 met dank aan ISIS stopte en nog helemaal niet is hervat; wat wel werd beweerd. Vraag is of de torens in aanbouw ooit zullen worden afgebouwd…

Irak gaat niet uiteenvallen langs etnische of religieuze lijnen. Dat ligt volgens mij niet in de aard van dit land. Daarvoor leeft er op teveel plekken al gemend, daarvoor werd er te vaak in crisistijd samen overleefd. Wat de saamhorigheid danig zou kunnen gaan verstoren lijkt me het economische circus. Corruptie op hoog niveau; diepste ontreddering op volksniveau; steden die rijk lijken maar het niet meer zijn; scherpe ongelijkheid in wederopbouw tussen diverse platgewalste dorpen;  Koerden en Sjiieten die nu staatsgeld moeten verdelen maar in gewapende stilstand leven… dat geheel kan een explosieve cocktail worden als toekomstige politieke leiders daarin geen balans gaan vinden. De verkiezingen zullen iets opleveren dat tijd nodig heeft om tot balans te komen… als dat er al inzit.

Irak moet het hebben van lokale wijsheid, zag ik al in 2003. Een dinkytoy bisdom dat meer Yezidi helpt dan het aankan; een Chaldeeuwse jongerengroep die een dag lang bakt voor die Yezidi studenten; een bejaardenhuis in aanbouw voor moslims en christenen samen; een klooster waar alles en iedereen rondloopt als in eigen huis; een lagere school met een zuster dominicanes als hoofd en 12 moslima’s als leerkrachten. Zou dat volk niet beter af zijn zonder regering?

Intussen groeien de bomen, vandaag regende het ook nog stevig. En als Iran en Turkije met al hun stuwdammen de Iraakse rivieren helemaal droog gekregen hebben, dan zit er op 1000 meter in de grond nog een belt uitstekend water voor de komende tweehonderd jaar. Dus waarom de moed verliezen? Irak blijft verrassen.

Kloosterkerk/ruïne bij Bazyan, 6de eeuw  ~  Een toegift

Kort voor de controlepost Sulaymaniyah

Langs de weg Kirkuk-Sulaymaniyah, vlak naast een fraaie „stadsmuur” over de weg en de twee aanpalende berghellingen heen, is een ruine van een oude kerk, 6de eeuw. Vanaf mijn eerste bezoek aan Irak word ik daar telkens als er weer gasten zijn heen geleid. Ditmaal werd de hele Diocesane Raad erheen geleid, met uitvoerige toelichtingen van bisschop Yousif Thomas (aanspreekvorm hier), Mirkis (bij ons). Hij is niet enkel leraar in hart en ziel, hij is ook een podiumdier. En bouwmeester, en snelle creatieve planner in noodsituaties: een brandweerman zogezegd.

De ruïne geeft hem het podium, en hij weet nu meer dan vier jaar geleden. Midden 19de eeuw, toen de eerste Europese rijkelingen met dank aan stoomtrein en stoomboot op root avontuur konden gaan, werd door een Franse avontuur al gesignaleerd dat er daar „iets” was. Pas na 1980, vanwege graafwerkzaamheden voor de aanleg van een watersysteem, werd de site opengelegd, direct naast de grote weg. Losse voorwerpen kwamen in het museum van Sulaymaniyah, en deels in Bagdad. Daaronder ook teruggevonden steenhouwwerken als muurversiering. Hier op de „site” is de basisstructuur van het historische bouwwerk blootgelegd, en het laat zoveel toegangen zien, dat er geraadseld werd wat het was. Op dit moment gaat men ervan uit dat het om een Nestoriaanse kloosterkerk ging, die uiteindelijk werd uitgebouwd tot een vesting vanwege langdurige belegering door een vijandige mogendheid.

S1120068

Op weg naar de Yezidi

De weg van de distributieauto naar de Yezidi is tegenwoordig lang. Abudoreit, de man die het transport onder zijn hoede heeft, en die eigenlijk altijd alles onder zijn hoede heeft, ook de bisschop, wil het daarom combineren met familiebezoek. Ik moet mee in zijn auto en kan wel even logeren bij de zusters dominicanessen in Ankawa vindt de bisschop. Zoals ik al ervaren heb, met het Iraakse hoofd achter het stuur, zijn collega naast hem, ik verstopt op de achterbank, bijna onder de bank, gaat het zonder problemen. Niemand wil mijn pas zien. Heb ik daarvoor viermaal een reis gemaakt naar Den Haag om dat stempel te verwerven!

Om 16.00 uur sta ik aan de poort bij de zusters dominicanessen in Ankawa/Erbil. Voor hen een overval, niemand heeft ze gewaarschuwd. Ik ben hier principieel zonder telefoon, afspraken maken is lastig in vreemde talen, en zo vaak hebben anderen plotseling programma voor me, dat ik niets meer zelf wens te regelen. De enkele keer dat ik die afspraak met mezelf vergeet gaat het doorgaans mis.

Eindelijk leven ze hier in dit convent weer met 16 zusters, ongeveer waarvoor het huis was gebouwd. In 2014 waren ze ineens met 60 zusters, allemaal hierheen gevlucht. In de schok van die tijd stierven er binnen zes weken ik vijf zusters. Ik maakte de zesde mee, kort erna nog een zevende… Al zag ik in die decembermaand 2014 de geest van ISIS als het ware wegtrekken uit hun zielen, meer rust in de gemeenschap komen, er was altijd een bepaalde spanning van een te grote groep in een te kleine ruimte; en iedereen lopen rennen om de mensen buiten te helpen. Er is nu een diepe rust weergekeerd, maar ook de onzekerheid is er nog wel. En er is een soort moeheid, de moeheid van een beginnende herstelperiode. Dat althans hopen we.

Niet dat alles voorbij is, integendeel. Hier leven de zusters die uit al die dorpen en stadjes komen rondom Mosul, en dus dicht bij die geschiedenis leven. Zuster Nibras vindt dat ik zou moeten gaan kijken in Telesquf, Bakofa, Batnaya, Telkef. Zeer verwoest. En dat is een nieuw oorlogsverhaal. In oktober heeft het Iraakse leger inderdaad geen schot gelost, aldus Nibras, maar in deze regio, noordelijk van Mosul, hebben de Peshmerga wél geschoten. En ze hebben zich ingegraven, daartoe over een brede linie een diepe loopgraaf gemaakt zodat het Iraaks leger niet verder kon. Daarmee hebben de Peshmerga een deel van de Nineve-vlakte, wat Irak is, bezet. Twee dorpjes helemaal vernield, de mensen kunnen niet terug, leven nu weer in Telesquf als ontheemden. Hier is een gebiedje door Peshmerga bezet die het niet zomaar willen loslaten. Net zoals in Oost Mosul nog ISIS huizen, daarom is de stad te gevaarlijk. Zo klinkt het verhaal vanuit degenen die hun huis kwijt zijn. Politiek gesproken is de aanwezigheid van de Peshmerga wel een andere; ze hielpen ISIS bestrijden, werden zelfs voor dat werk in het niet-Koerdische gebied door Bagdad betaald. Maar goed, dat was allemaal vóór het Referendum. Sindsdien is veel anders geworden, het meeste weet ik nog niet, dat lijkt wel helder.

De zusters dominicanessen hadden in Mosul hun grootste convent, dat is nu geheel weg door bombardementen. Ze zijn vooralsnog niet van plan terug te keren, ze concentreren zich op Caracosh. Mosul hadden ze vanaf 2006 in drie stappen moeten verlaten: eerst de jongeren, toen de ouderen, toen tenslotte allen; dat ging toch om ruim 40 zusters die invoegden in Caracosh. In 2014 waren ze een heel groot convent aan het bouwen, tevens als kloosterbejaardenoord. Dat moest ineens worden achtergelaten toen ISIS kwam. Die bouw zetten ze niet door, is geen geld voor. Aan het andere, door ISIS verwoeste klooster wordt hard gewerkt. Een bezoek aan de stad maakt zichtbaar hoeveel deze zusters verloren. In Caracosh staan wel meer huizen in aanbouw uit 2014. Waar niemand meer aan werkt.

Vrijdagmorgen vroeg gaan we op pad naar Bashiqa. Het werd de rit van elke 10 minuten een militaire controlepost passeren. Het constante recept: Abudorait maakt een grapje, in de buurt gekomen van Bashiqa geeft hij zelfs bij twee posten een pakje zelfgebakken koekjes af.

Bij een Syrisch katholieke kerk stoppen we, op het grasveld staan al enkele honderden studenten te wachten. Het zullen er in de loop van de ochtend 650 worden. Denk ik. Later hoor ik dat er een kleine duizend zijn gepasseerd, ruim 300 meer dan verwacht. De distributie van voedsel voor de diverse groepen is daar niet geheel op berekend. En de distributie van reisgeld voor de universiteit al helemaal niet. Met dank aan een zeer precies registratiesysteem, al maanden werken op deze wijze van maandelijkse distributie, zeker 15 mensen die zorgen dat het geheel zeer geregeld verloopt, komt het toch goed. Niet dat iedereen geld kreeg, dat zat er niet in. Zakje rijst kun je delen met meer mensen. Om 17.00 uur is het laatste reisgeld weggegeven, vellen vol met namen en vingerafdruk – iedereen had studentenpas en bewijs van deelname op de universiteit moeten tonen – en word ik naar een huis gebracht met 16 Yezidi vrouwen die er studeren. De enige die genoeg Engels spreekt om me echt een beetje te informeren, vertelt dat haar man in Dohuk werkt, hun dochtertje van twee jaar bij zijn moeder is, en zij haar dochtertje al twee maanden niet heeft gezien. Jawel, via de telefoon, dat wel. Nog even twee maanden vol houden, dan is het vakantie. Ze moet nog een jaar.

Het huis is niet kapot, het heeft zelfs deuren. Dat is al heel mooi in Bashiqa. Veel deuren zijn door ISIS gesloopt (zelfde recept als Caracosh waar ik in augustus de ellende mocht aanschouwen). In Bashiqa ligt veel meer gewoon helemaal plat, hier schoot Turkije handgranaten af op ISIS en dan hebben de huizen het ook gehad. Veel huiseigenaren, groot deel Yezidi, hebben (nog) geen geld om aan wederopbouw te beginnen. De studenten mogen er zolang in groepen leven, van hieruit is in ieder geval de universiteit van Mosul bereikbaar.

Bisschop Mirkis had al helemaal geregeld in augustus 2017 dat de Yezidi aan de universiteit van Kirkuk zouden mogen verder studeren. Hij vond dat ze nog niet terug konden worden gestuurd. Maar de president van de universiteit Mosul eiste hun terugkeer, anders zouden ze een of meer jaren verliezen. De bisschop besloot wel hen niet aan hun lot over te laten, dus hij laat nu maandelijks eten brengen, en betaalt hun reisgeld naar de universiteit. Meer zit er niet in. In Kirkuk heeft hij op 2 na alle andere huizen afgestoten, en Abudoreit heeft de mensen gevonden die de hele inboedel wel wilden kopen. Eigenaren vergoedden deels de spijkervaste investeringen.

In dit huis in Bashiqa zitten de vrouwen kosteloos, er is één huis waar huur wordt betaald, door studenten die dat kunnen. Twee verdiepingen en binnenplaats en natuurlijk dakterras. Alles ongeverfd beton. Eén Frans toilet, twee voetstappen plus gat in de grond. Eén douche, nu ja, douche…. en eén wasbak voor tanden poetsen. (in brokken hoor ik, dat Mirkis’ zijn mensen de Yezidi naar Caracosh had willen verhuizen, maar de Syrisch Katholieke bisschop van Mosul heeft dat verboden. Géén Yezidi in Caracosh!)

De keuken heeft een aanrechtje met water en butagasvlam, heeft ook een soort metalen tafelmontuur, gammel, maar het draagt alles dat erop staat. Nergens in huis een tafel, kast of stoel. In de slaapkamers liggen 3 of 4 schuimrubbers van 2 cm op de grond, een enkel kussen. Per kamer een haak in de wand, of een staande kapstok, verder de bagage in een koffer.

Als ik kom zit iemand op zo’n matras op de binnenplaats, ik mag daar bij zitten. Op het dakterras lopen studentes te leren (stampen zeg maar), ergens in een hoekje zit er een diep in haar aantekeningen gekeerd.

We eten op de grond, tafelzeil. Dat is hier overigens nog een wijd verbreide gewoonte, zoals ook eten met de handen (met brood pak je wat je verder nog wilt) en samen je bedienen uit dezelfde schaal. In El Salvador werd ik ooit uitgelachen toen ik met een vork kwam aansjouwen…)
De stemming is goed, met vertaalprogramma’s op de telefoons komen we een stief eindje verder in de algemene informatie. Ja, ja, dat Arabisch van mij… ik blijf maar beter in veilige handen.

Die nacht slaap ik in een kamer met drie personen, parterre. In de vroeg ochtend hebben de meesten al ontbeten als ik wakker wordt: in de keuken: thee en brood. Oud brood. Hééél oud brood. Erger ik me wel eens aan het gemak waarmee resten brood weggaan, hier schokt me dat ook zo oud brood nog gegeten wordt. Ze halen voor mij dan speciaal yoghurt, maar die laat ik aan hen. En ik geef de coördinator zichtbaar voor allen toch maar geld als ik vertrek. Het was aangenaam vertoeven, met meer Arabisch wil ik nog eens terugkeren. Samen op de grond zitten verbindt meer dan aan weerszijden van een tafel. We hebben zelfs samen gedanst, op een telefoontje met muziek.

En dit zijn dan de 650 (of duizend?) studenten die bisschop Mirkis kan bereiken. In Sinjar zitten er 244 vast, die vandaar niet naar Mosul kunnen heen en weer reizen. Die wil hij per sé voor het komende studiejaar naar Bashiqa halen, zodat ze niet nog een jaar verliezen. Zoals hij de komende twee maanden dit hier nog gaat betalen al heeft hij het geld niet, omdat anders deze studenten ondanks de inspanningen ook een jaar gaan verliezen.

Mirkis: „Ik zal per sé de Yezidi helpen, minstens die 244. De christenen krijgen hulp genoeg, die hebben mij niet nodig.”

Burnand,Eugene (1850-1921)

Samenvatting pastorale visie

‘Blijf bij ons Heer’  – samenvatting van de pastorale visie van het pastoraal team van der samenwerkende parochies katholiek Utrecht voor 2018-2019

Met de visie ‘Blijf bij ons Heer’ geeft het Pastoraal team van de samenwerkende parochies Utrecht de richting aan die het denkt dat de katholieke geloofsgemeen-schappen in Utrecht te gaan hebben. Dat is een weg die zeker nog heel open is, open voor de reacties van de gelovigen aan wie we de visie aanbieden, open ook voor de H.Geest die we biddend en in de omgang met mensen en de dingen die op ons pad komen moeten verstaan. Vanuit ons geloof alles belevend en overdenkend zullen we de vormen wel vinden.

Twee dingen staan daarin als een paal boven water: ten eerste: Jezus Christus staat centraal in ons denken en doen, we doen ons best om daar in te groeien; en ten tweede: met elkaar zullen we als katholieke gelovigen in Utrecht (parochianen, zoekers en pastores) de uitdaging aan moeten nemen en uitwerken.

In de visie die op papier staat heeft het pastoraal team dit spiritueel en theologisch onderbouwd. De pastores hebben samen veel inspiratie en steun gevonden in wat we het verhaal van de Emmaüsgangers plegen te noemen. Een gedeelte uit hoofdstuk 24 van het evangelie van Lucas waarin leerlingen van Jezus verder moeten in die verwarrende dagen na het verlies van hun inspirerende en beschermende Heer – of toch niet, toch anders, met een Heer die op een nieuwe manier hen toch nabij is. Het gaat om betrokken zijn op Jezus na zijn verrijzenis, Zijn geestkracht, een tijd waar wij ook in staan.

Hoofdstuk 1 van de visie wil duidelijk maken dat we de tijd en plaats waar wij nu leven als uitgangspunt aanvaarden. We hebben weet van onze recente katholieke geschiedenis in onze stad en van de situatie waarin we als katholieke gemeenschappen en parochies verkeren. Een geschiedenis van verandering, van verlies en kansen. Dit alles vormt ons vertrekpunt.

Hoofdstuk 2 wordt gedragen door de gelovige overtuiging dat onze Heer met ons meetrekt en ons al vooruit is. Wij hebben moeite zijn aanwezigheid in onze wereld te verstaan. Kunnen wij ‘anders’ kijken? Kunnen wij Zijn uitnodiging tot ontmoeting verstaan en in de omgang met de veelkleurige wijzen van Zijn nabij zijn geestelijk groeien?

Op die weg zijn we begonnen met onze doop, die ons al deel van het lichaam van Christus maakt. Dat maakt ons zelfs ‘medeverantwoordelijken’, of met traditiewoorden, met onze Heer mee ‘priesters, profeten en koningen’. Aan die accenten van werkzaam zijn van Christus in de wereld hebben wij deel. Samen en verzameld in de Kerk eren en danken wij God in ons bidden en vieren; overdenken wij in dialoog en leren onze wereld kritisch in het licht van Gods woord om van ons geloof te getuigen en een profetisch elan levend te houden; en zetten wij ons in om zorg te geven en solidair te zijn met mensen in nood en samen te leven zoals Jezus ons op koninklijke wijze de weg wijst. Gelovig(en) zijn is met elkaar Jezus navolgen.

Hoofdstuk 3 verkent de kerkelijke vormen waarin we dat gestalte kunnen gaan geven. Altijd gaat het om een gemeenschap die bijeen is rond Christus de Heer, die echter georganiseerd gestalte krijgt in verschillende niveaus. We gaan op weg vanuit de geloofsgemeenschappen zoals we die kennen, rond een kerk, pastoraal steunpunt, categorie, devotie, spiritualiteit of rite. Deze gemeenschappen met diversiteit en kleurigheid ontmoeten, steunen en inspireren elkaar in de Utrechtse gemeenschap die de parochie vormt. In die verbondenheid zal de viering van de sacramenten haar plaats hebben. De geloofsgemeenschappen hebben daarnaast  de voor/bij hen passende vormen van samenkomst en gebed. De geloofsgemeen-schap zelf wordt opgebouwd en versterkt in huiskringen, nabij aan het dagelijks leven.

Het samen op trekken wordt gezocht met zusters en broeders in andere kerken, met bondgenoten op het maatschappelijk veld en met alle mensen van goede wil.

Dit hoofdstuk tekent ook de contouren van de praktische uitwerking van het inzicht dat we geroepen zijn het mede-werkzaam zijn met Christus gestalte te geven: het Christus gekend laten zijn en Hem verkondigen in een profetische gemeenschap, Christus lief te hebben in een priesterlijke gemeenschap en in de ander Christus te dienen in een Koninklijke gemeenschap. In deze oriëntaties krijgen nieuwe en ook de ‘bekende’ de parochieactiviteiten hun plek.

Hoofdstuk 4 geeft de vertaling naar de activiteiten waar we als team van pastores accent op gaan zetten de komende anderhalf jaar. Wij zijn van mening veel energie te moeten steken in het op allerlei wijzen bij elkaar brengen van mensen om over de gepresenteerde visie te spreken en met elkaar tot ontmoeting te komen. Dat hebben we nodig en moeten we beter leren, en deze kleur proberen we aan alle activiteiten te geven.

Daarnaast zetten we in op het bekendmaken, ontwikkelen en opbouwen van huiskringen, mee werken aan het verbeteren van communicatie en op zoek gaan naar mensen met talenten en de ontwikkeling van die mensen te bevorderen.

Voor de volledige versie van het document, klik hier.

 

S1160034

De Diocesane Raad op werkbezoek

Vrijdag, begin van het weekend. De Diocesane Raad zover woonachtig in Kirkuk, gaat een dag op werkbezoek in Sulaymaniyah. Natuurlijk ga ik mee, want er zal verder niemand hier in huis zijn. Niemand. De kok gaat het dagje mee, en de Nepalese dame voor de huishouding wordt naar haar „familie” gebracht: in Sulaymaniyah zit een heel nest Nepalezen als gastarbeiders. Ze wil een paar dagen onder elkaar zijn, al heeft ze het heel goed in het bisschopshuis. Eigenlijk heb ik geen tijd, er is film in zes talen bij mij besteld, en ja, dat monteren duurt…

Ik mag om 7.00 uur mee in de bus. Het is de sfeer van een schoolreisje op weg naar Sulaymaniyah. Daar krijgen we Syrisch ontbijt in het klooster Mariam Aladhra, want Jacques Mourad heeft gekookt. Pan tuinbonen voor een leger, uien, knoflook, tomaat, en het heerlijke brood dat ze hier hebben. Hoog tempo, want vervolgens gaan we ook in hoog tempo door alle nieuwbouw en in aanbouw. De Diocesane Raad is een stevige generatie ouder dan de jongeren waarmee ik verleden jaar op pad was. Overigens is de helft vrouw! Maar allen stappen dapper door het in aanbouw zijnde vrouwenhuis, dat het einde van de bouw nadert. Het andere nieuwe huis is inmiddels schoon.

Daarna snel weer in de bus, op naar het Bejaardenhuis in aanbouw. Die aanbouw, dat blijkt wat optimistisch. Het bergje dat het bisdom cadeau kreeg van de stad, dat is voor de helft afgegraven. In het afgegraven deel geeft de krijtstreep aan waar het huis zal zijn. Daarmee is ook de bergtuin helder. Een geweldig project, ontwerp kreeg de bisschop cadeau van een vriend. Nu het geld voor de bouw. Want het is wel een project op een van de nieuwe noden in Irak. Het huis zal onderdak bieden aan moslim en christenen Alzheimerpatiënten, en ouderen die werkelijk alle kinderen in buitenlanden hebben. Dat zijn dan vermoedelijk christenen, want die kinderen komen veel makkelijker naar buitenlanden dan de moslimkinderen. En er komt een kleuterschooltje in, omdat ouderen zo graag naar kinderen kijken. De bisschop meent dat de komende maand de fundering begint.

Dan weer de bus in, komen we bij een kerkhof. Het christelijke kerkhof, en het lijkt nieuw. Dan het verhaal: het ligt op een bergje en is al geruime tijd christelijke begraafplaats, maar wel slecht onderhouden. Het was een plek geworden waar dronkaards zich verzamelden, er gebeurde zelfs een moord. Bisschop Mirkis heeft er een muur omheen laten zetten, met af te sluiten toegang. Poortwachterhuis erbij, pad naar de graven vernieuwd, een kleine kapel. Deze kleine projecten zijn uit te voeren met het zakgeld van het bisdom. Gebeurt gewoon, hebben we het niet over. In de vier jaar van de ontheemden is op goede wijze gebruik gemaakt van de situatie. Zij kregen onderdak en eten. Voor extra zakgeld waren ze inzetbaar bij dit soort projecten; allemaal vakmensen tenslotte in die vluchtelingenkampen. Zolang je met steen bouwt zijn dat hier ook niet de kosten, die stenen slingeren in alle heuvels rond.

Daarna naar de Jozefkerk. Die ik nu eens bij daglicht kon bekijken. En ja, dan heeft bisschop Mirkis wel helemaal gelijk. Zo mooi als die van binnen is (vind ik) zo lelijk is die van buiten. Het had ook een opslagloods kunnen zijn. Door de wijze van „aanvliegen” – de heuvel bestijgen – krijg je daar weinig van mee als je er niet omheen loopt. De toren, die blijft fraai, is ook van verre te zien. Fascinerend als je weet dat die door moslims is ontworpen en gebouwd: een prachtig gestileerd samenspel van kruisen op een ingehouden wijze.

Goed, daar worden we door de nieuwbouw gevoerd achter de kerk: ook terrein dat de kerk al bezat, lag braak. Is een groot gebouw neergezet met woning voor de priester en zijn gezien, appartementje voor de bisschop die vaak langs komt, gastenkamers. Parochiezaal, ruimten voor groepen, en een kleuterschool. Tegen een berghelling waar tuin van gemaakt is. En de achterkant van die berg is dus de CIA-afluisterpost voor de hele grote regio.

Shoppen

Daar krijgen we een middagmaal, het eerste onderdeel dat in een rustig tempo verloopt. Korte vesper daarna in de kerk, en dan gaat de bus terug. Ik mee, want ook Abuna Kais zal weer teruggaan, dus ik zal niet alleen zijn. Maar we gaan nog niet naar huis, nog lange niet.

Eerst moet er worden ingekocht. Shopping. Want we zijn wel in Sulaymaniyah. Daar zijn heel grote moderne winkelcentra, Station Utrecht met aanpalend Hoog Catharijne wordt hier bijna overtroffen. Ik mag met Rayan mee, ik had hier niet op gerekend dus geen geld bij me. Mijn koffie krijg ik cadeau. Turks: drie slokjes en dan ben je bij het drab. Toch 4 dollar. Dat is hier heel veel.

We hebben uitzicht op een van de twee lange bergketens waartussen Sulaymaniyah een dal ligt te wezen. Daartegenaan staan al een paar enorme appartemententorens, er zijn er tevens een aantal in aanbouw. Ook Fadi, de fotograaf, is bij ons. Beiden ken ik van het jongerenkamp verleden jaar. Ik constateer dus hardop, net nog vragend, of daar gebouwd wordt voor de vele Syrische vluchtelingen die hier in de kampen zitten. Ze lachen, nee, dat is te naïf. Hier wordt geboomd. Buitenlandse investeerders komen hier verdienen. Bulgaren, Chinezen, wie maar wil. Wie het betalen kan, koopt hier zijn tweede woning. Zoals Nederlanders dat in Frankrijk hebben, hebben Irakezen dat in Sulaymaniyah. Of in Erbil, hoofdstad van Koerdistaans Irak. Iraniërs ook, het is vlakbij tenslotte. Turken. Hier is een heerlijk klimaat, kan 10 – 15 graden schelen met Bagdad.

Ik vraag naar het winkelcentrum waarin we zitten en het shoppen. Is Kirkuk zoveel kleiner dan Sulaymaniyah, dat hier geshopt moet worden? Het doet me namelijk denken aan de jaren tachtig, als we een vredesconferentie in het westen hadden, dan wensten al die Oost-Europeanen een dagje te kunnen shoppen. Werd ook altijd gepland, behalve bij de theologen.

Goed, dat shoppen. Erbil en Sul. boomen dus weer. Hier wordt stevig geïnvesteerd door de neoliberale wereld. Kirkuk is daarvoor toch te riskant, dus daar wordt niet geïnvesteerd. Dat maakt dat Irak in werelden uiteen valt. En dat schept een situatie die zo schrijnend is als ik ditmaal telkens te zien krijg: de contrasten verscherpen.

Erbil boomt, enorm veel bouwwerk, waar je maar kijkt. Voor die tweede woningen. Een half uur rijden dan begint dat landschap waar oorlog was, waar alles in puin ligt of uitgebrand is. Waar Ik de Yezidi ontmoette, die minimaal leven en minimaal geholpen worden tot op heden.

Op weg naar hoop

En dan zie ik voor het restaurant twee vlaggen naast elkaar wapperen: Iraaks en Koerdisch. Is dit een grap? Zorgt neoliberaal belang uiteindelijk voor vrede? Ze lachen. „Hier wordt verdiend, hier komen veel Arabieren shoppen, dus hier mag je gewoon „shukeran” zeggen, in plaats van het Koerdische „spas”. Beide betekent dank je wel. Ik had voor de koffie tegen de ober Shukeran gezegd, en „o nee, sorry, spas”. Hij had lachend gereageerd: „Very good!”

We gaan politiek, aanvullend op wat ik al wist van Mirkis. In Koerdistan doen ditmaal ook Arabieren mee in de verkiezingen, dat is voor het eerst. Zit ook een verhaal van belangen achter, maar toch… Verdere krijg ik opgediend wat de democratie is die Bus hier heeft gebracht. Ze lachen er ontspannen bij. 325 Parlementszetels heeft Bagdad te vergeven. 240 Partijen vechten om die zetels, en daarvoor is veel materiaal uit de kast gerukt, dat alle straten en grote gebouwen versiert in alle steden en dorpen. 8000 Kandidaten verdringen zich rond die 325 stoelen, dus het gaat een fascinerende stoelendans worden. Niemand weet hoe het zal eindigen. Met minder angst dan in augustus is er eenzelfde soort houding: afwachten hoe de verkiezingen uitvallen, daarna zien we hoe het veder zal gaan. Er is daar in Caracosh wel angst, in dat hele gebied, natuurlijk. Maar hier zelfs bij de mensen uit Kirkuk is er meer een onzeker afwachten. De mogelijkheden om toekomst te maken hangen wel mede af van wie er uiteindelijk op die stoelen komen.

En o ja, er zijn vijf zetels voor christenen gereserveerd. Het parement werkt ook met quota: 20 % voor vrouwen, 5 zetels voor christenen, verdere getallen ken ik niet. Dit om te zorgen dat werkelijk alle groepen die Irak kent wel in dat parlement te horen zijn. In verhoudingen die passen bij het moment. Het verrast me, dit systeem had de DDR ook; er werd zelfs tussen partijen uitgewisseld om samen de quota te halen voor kunstenaars, boeren, vrouwen, christenen, maatschappelijke organisaties etc. („Hebben jullie nog een vrouw? Dan hebben wij nog een boer”.) Bij de verkiezingen kiest men hier in Irak een kandidaat, niet een partij.

Goed, die vijf zetels voor christenen, daarvoor staan 74 christelijke kandidaten te dringen. Ook dat wordt een feest van verrassing.

’s Avonds bij het late avondmaal kom ik er op terug bij Abuna Kais: de jeugd in het bisschopshuis. Hij gaat op een moslimman stemmen, een van de betere politici. „Die vijf zetels van de christenen komen wel rond, daar hoeven we niet op te stemmen; we moeten zorgen dat we ook goede moslims aan het stuur krijgen”. Ook hij heeft het weer even over de wijd verspreide corruptie onder politici, en ik vraag hem naar de oorsprong. In 2004 meldde Mirkis me, dat de Amerikanen de corruptie hadden gebracht. Dat klopt wel, met een wat verdergaande analyse nu van Kais: „De boycot 1991-2003 heeft iedereen zo arm gemaakt, zo aan de rand van het (niet) overleven gebracht, dat bijna iedereen te koop was. Iedereen had geld nodig om de eigen familie in leven te houden. De Amerikanen betaalden voor diensten. Maar ze stuurden ook het hele staatsapparaat naar huis en gingen dat nieuw opbouwen, van laagste ambtenaar (vuilnisman) tot hoogste chef. Dat waren allemaal banen waarmee je je gezin kon redden. En als de baan hoger was, beter betaald, kon je ook nog het gezin van je broer redden. En zo voort. Dat heeft de corruptie in de politieke arena gebracht. En het dreigt nu een cultuur te worden, het is echt de vraag hoe we dat er weer uit krijgen. Het speelt vooral in de politiek: als je zo’n zetel wint, dan heb je geld en invloed en eventueel dus ook echt macht. En er zijn er ook die denken dat dan het staatsgeld hun eigen geld is. Onder die 8000 kandidaten zit vrees ik een meerderheid die voor het geld gaat, om de eigen situatie te verbeteren. Er zit een minderheid die ervoor gaat om de Iraakse situatie te verbeteren. Die minderheid, dat zijn er voldoende voor die zetels, maar de vraag is hoe gekozen gaat worden. Al Abadi, premier van Irak, is relatief goed. Maar ook hij kan zich niet helemaal losmaken uit de dwang van de eigen partij op die zetels  en de verwachtingen daarbij.”

Zo begon Al Abadi een discussie over de gangbare toelagen vanuit Bagdad aan steden. Dat ging naar quota, per persoon gerekend, zonder aanzien des persoons. Allen gelijk behandelen, pietje precies om volgende oorlogen te vermijden. Zoals verzuild Nederland in een gemeente alle scholen hetzelfde betaalde per leerling, uitgaande van de openbare behoefte – een nieuwe rk school kon dan geld overhouden, als de openbare school krakkemikkig was en veel onderhoud behoefde….

Al Abadi is nu aan het strijden om dat te veranderen. Boomend Erbil en Sulaymaniyah heeft echt niet hetzelfde nodig als Mosul dat eruitziet als Rotterdam in 1940. Al Abadi wil voor Mosul veel meer geld dan voor die twee boomende steden. Er zijn Koerdische politici uit boosheid uit het parlement gestapt! Een interessant politiek detail, nu het referendum voorlopig de autonomie van Koerdistan beëindigde.

Als er ooit de laatste veertig jaar hoop was voor Irak, dan is het wel nu. Als ik dat zo stel, wordt het aarzelend maar wel bevestigd. Eerst de verkiezingen afwachten, maar jawel, er is nu meer dan lange tijd kans op toekomst.

Ik geef aan dat ik het zie langs de wegen. Overal worden bomen geplant. En die verleden jaar geplant werden zijn zichtbaar gegroeid. Sulaymaniyah is elk jaar groener. Ook in Caracosh stonden overal in de stoep jonge boompjes. Saddam Hoessein heeft de Koerdische bergen laten kaal scheren, om de Peshmerga te kunnen zien.  Bush heeft met zijn bombardementen vele bomen doen verbranden. ISIS heeft bewust bomen verbrand en huizen. De brede streek rond Mosul is plat, natuur incluis. De boycot had de hele landbouwsector onderuitgehaald.

Het groen komt op. Het wordt aan alle kanten geplant, het groeit aan alle kanten. Er moet water gegeven worden in de droge tijden, maar dan boomt ook dat groen. Het is politiek zowel van gemeenten als van bisschoppen om bomen te planten. De snelheid waarmee dat planten nu gaat, lijkt me meer dan die opschietende torenflats een teken van hoop voor dit land en voor dit volk. Inshalla.

Yosé Höhne-Sparborth

o-PENTECOST-ART-facebook

Een nieuw Mariafeest

Donderdag 17 mei 15.30u bent u welkom bij een speciale leer- en inspiratiebijeenkomst met medewerking van Mgr. drs. Herman Woorts, hulpbisschop van Utrecht en kunsthistoricus en bijdragen van Sjoerd Mulder MA en dr. Sam Goyvaerts (docent liturgiewetenschappen). Op de volgende vragen geven zij antwoord. Wat betekent het feest? Hoe is het feest tot stand gekomen? Wat wordt gevierd en: hoe kan het gevierd worden? Wat is de band tussen Maria en Pinksteren en: wat betekent dat eigenlijk ‘Maria Moeder van de Kerk’?

Het vocaal kwartet Pulse Ensemble zingt enkele gezangen uit de liturgie van het feest Maria, Moeder van de Kerk. Adres Nieuwegracht  61 3512 LG Utrecht

WJD_Panama_2019

Wereldjongerendagen Panama 2019

De volgende editie van de Wereldjongerendagen (WJD), vindt plaats van 22 tot 27 januari 2019 in Panama-Stad. Dat heeft mgr. José Domingo Ulloa Mendieta, de aartsbisschop van Panama-Stad, bevestigd. De keuze van de datum is mee ingegeven door de klimatologische omstandigheden. In het Midden-Amerikaanse land valt het regenseizoen in de zomer en is het in de winter droog. De vorige edities van de Wereldjongerendagen vonden telkens in de zomer plaats.

“We zijn ons terdege ervan bewust dat dit in sommige landen geen vakantieperiode is. Maar we zijn ervan overtuigd dat dit zovele duizenden jongeren van andere continenten niet zal beletten om naar Panama te komen”, zegt de aartsbisschop. Hij maakte van de de gelegenheid gebruik om Paus Franciscus te danken voor de keuze voor Panama, waar historisch ook de evangelisatie van het continent is begonnen.

Panama telt ca. 3,7 miljoen inwoners. Driekwart van de bevolking is katholiek, maar het land telt ook veel aanhangers van protestantse en evangelische kerkgenootschappen.

Voor meer informatie over reismogelijkheden, bezoek: Jong Aartsbisdom.

Bron: rkdocumenten.nl

Doordeweekse Vieringen

Maandag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
1e maandag van de maand: 10:00 uur: Kapel
Barbarabegraafplaats
Dinsdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Rafaëlkerk
09.30 uur Dominicus – wereldwake
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
Woensdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
1e woensdag van de maand: Rozenkrans om
19.00 uur in de Johannes-Bernardus.
Donderdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Rafael
12.00 uur Augustinus
Vrijdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Wederkomst des Heren
ochtendgebed
10:00 uur: Dominicus
12.00 uur Augustinus
18.00 uur Rafael: Ambrosiaanse vesper
19.00 uur Catharina
1e en 3e vrijdag van de maand:
10:00 uur: San’Egidio, Augustinuskerk.
Zaterdag
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus

 

Algemeen Contact

Adressen van de kerken

Aloysiuskerk
Adriaen van Ostadelaan 2

Sint Antoniuskerk
Kanaalstraat 198

Sint Augustinuskerk
Oudegracht 69

Sint Catharinakathedraal
Lange Nieuwstraat 36

Sint Dominicuskerk
Palestrinastraat 1

Johannes-Bernardus
Oranje Nassaulaan 2

Nicolaas-Monica-Jacobus (NMJ)
Boerhaaveplein 199

Sint Pauluskerk
Willem de Zwijgerplantsoen 19

Rafaëlkerk
Lichtenberchdreef 4

Wederkomst des Heren / “Buurthuis Bij Bosshardt”
Marco Pololaan 10

Parochiesecretariaat Utrecht

Adriaan van Ostadelaan 4
3581 AJ Utrecht

Openingstijden:
Maandag, Dinsdag & Donderdag: 10.00 – 15.30 uurVrijdag: 09.00 – 12.00 uur
Tel: 030 – 254 6147
E-mail: secretariaat@katholiekutrecht.nl