religieuzenprijs

Religieuzenprijs 2018

In 2018 zal het Bestuur KNR opnieuw een religieuzenprijs uitreiken. Dit keer is besloten aan te sluiten bij het Jaarthema 2018: Jongeren, hun geloof en hun roeping.  In een videoboodschap van april 2017 sprak Paus Franciscus jongeren toe:

“Jullie, de jongeren, zijn de toekomst. Ik vraag jullie te bouwen aan de toekomst, te werken aan een betere wereld. Het is een uitdaging. Ja, het is een uitdaging. Nemen jullie deze aan?”
De KNR wil jongeren bemoedigen die deze uitdaging inderdaad hebben aangenomen. Die het als hun roeping zien om, vanuit een religieuze bewogenheid en inspiratie, te werken aan een betere wereld en zich in willen zetten voor gerechtigheid, mensen in de marge of zorg voor de schepping. Veel religieuzen hebben immers ooit zelf gehoor gegeven aan een roepstem en een ideaal zich in te zetten voor anderen. Zij herkennen en waarderen jonge mensen die, ook zonder te kiezen voor het kloosterleven, zich op hun eigen manier willen inzetten voor een rechtvaardige wereld en betere toekomst. Daarbij zijn initiatieven die jongeren helpen en middelen geven om deze roeping en idealen te ontdekken ondersteuning waard.

Daarom zal de Religieuzenprijs 2018, een kunstwerk en een bedrag van € 5.000,–, worden toegekend aan een project of initiatief voor en/of door jongeren waarbij jongeren (tot 35 jaar) deze bewogenheid kunnen ontdekken en/of vorm geven.

Oproep voor nominaties

 

Indien u initiatieven, projecten of personen kent die volgens u in aanmerking komen voor deze prijs, kunt u deze nomineren door middel van het aanmeldformulier.
Aanmelden kan tot 1 mei 2018. Daarna zal de jury zich buigen over al nominaties en mede aan de hand van de criteria en richtlijnen, een zogenoemde shortlist van genomineerden opstellen. Op basis van deze shortlist bepalen de Hogere Oversten van de religieuze instituten uiteindelijk wie de winnaar van de Religieuzenprijs 2018 wordt. De bekendmaking en uitreiking van de prijs vindt plaats op 8 november 2018 in Den Bosch.

Taal-doet-meer

Dank voor gulle bijdrage Taal doet Meer

Tijdens de Adventsactie is er in de Utrechtse kerken gecollecteerd voor Taal Doet Meer en in het bijzonder voor Cafe de Toekomst.
In Cafe de Wereld ontmoeten oude en nieuwe Utrechters elkaar om samen te praten over allerlei gewoontes, gebruiken of om samen spelletjes te doen, enz. Van alle verhalen wordt een boekje gemaakt, dat weer als leidraad kan dienen om het gesprek aan te gaan met mensen uit andere culturen. U hebt voor dit doel gul gegeven en er kan ruim € 8.500,00 overgemaakt worden naar Taal Doet Meer. Wij zijn daar heel erg blij mee, en uw geld zal helemaal aan dit doel besteed worden.
Het is fijn om te weten dat er veel mensen zijn, die vanuit hun hart positief willen bijdragen aan het opvangen van vluchtelingen. Dank daarvoor.

Cafe de Wereld wordt op vier plaatsen georganiseerd en dat gaan er hopelijk steeds meer worden. U bent van harte uitgenodigd om geheel vrijwillig eens binnen te lopen om aan een gesprek deel te nemen. Er is altijd plaats voor meer mensen, vrijwilligers en bezoekers.

In Overvecht is dat op donderdagmiddag van 13.00 uur tot 15.00 uur in De Dreef, Schooneggerdreef 27C

In Utrecht-West is dat op dinsdagavond van 19.30 uur tot 21.30 uur in de Voorkamer, Kanaalstraat 225

In Overvecht op vrijdagochtend van 10.00 uur tot 12.00 uur in de Omar Al Farouq Moskee, Winterboeidreef 2 (ALLEEN VOOR DAMES)

Op Hoograven op zaterdagmiddag (ONEVEN WEKEN VANAF 12 MEI) van 15.00 uur tot 17.00 uur in het voormalig restaurant van De Saffier, Saffierlaan 10

Als u wel iets wilt doen, maar geen tijd hebt of om een andere reden niets kunt betekenen in de opvang van vluchtelingen, kunt u overwegen Vriend te worden. Voor € 5,00 per maand bent u al Vriend van Taal Doet Meer. Op www.taaldoetmeer.nl vindt u meer informatie hoe u Taal Doet Meer financieel kunt steunen. U mag ook bellen met Ellie Streppel, penningmeester van de Vrienden 06 22684319 of met Mieke van Rooijen, voorzitter 0648420602.

Wij blijven u graag op de hoogte houden van nieuwe initiatieven, dus er zal af en toe nog wel eens een klein artikeltje in dit blad verschijnen. Wij hopen dan dat u dat met plezier leest.

Mieke van Rooijen
Voorzitter Vrienden van Taal Doet Meer

S1160008

Oorlog in een huiskamer

Plotseling vraagt bisschop Mirkis of ik meekom; ja, wel even snel omkleden, want we gaan naar een condoleance. Er is een grote tragedie gebeurd in een Turkmeense moslimfamilie. Een familie met 11 volwassen dochters waarvan er slechts vier gehuwd zijn, de enige zoon/broer huwde niet omdat hij zijn moeder, weduwe, hielp voor haar dochters te zorgen. Het gaat om een arme familie. De zoon had mogen studeren, landbouw. Maar na 12 jaar boycot die de hele landbouw nagenoeg kapotmaakte, daarna Busch en balanceren op afgronden van burgeroorlogen waar men net niet in terecht kwam, daarna ISIS die nog eens veel vernielde, is landbouw weliswaar nu een groeisector, maar die levert nog niet voldoende werkplek; zo’n studie betekent investeren in toekomst, maar die kan nog duren. Dus de zoon, 27 jaar oud, is taxichauffeur geworden.

Irak en haar steden zijn in de roes van verkiezingen volgende maand. Sinds de democratie werd gebracht door Bush kent Irak inmiddels 217 partijen. In Kirkuk leven vier taalgemeenschappen: Arabieren, Armeniërs, Turkmenen en Koerden. Er is spanning tussen de Koerden en Arabieren, maar ze houden het sinds het referendum op gewapende stilstand, zoals ik schreef. Je weet het nooit natuurlijk, ook Erdogan kan zomaar de lont worden. Maar de verwachting is dat Iraaks en Koerdisch leger niet gaan vechten, al is de vrees daarvoor nog niet voorbij. Met een auto door deze streek rijden maakt wel helder dat de stellingen zijn betrokken, met de intentie om ze niet meer zomaar te verlaten. Gewapende stilstand. Dat ziet er vlak bij de ingang van Kirkuk, aan de weg vanaf Erbil als volgt uit: sinds twee jaar een 25 meter hoge Peshmerga van steen langs de weg, om goed aan te geven dat hier de Koerden de dienst uitmaken; dat althans tot dat referendum en daarna veranderde alles. Nu staat die Peshmerga er met een Iraakse vlag in zijn hand. Ook humor kan dit volk redden! De autoritten van de afgelopen dagen namen veel tijd in beslag, en ik moest op veel plekken komen en zien hoe er geleefd werd. Soera! Foto! Film! Verslaglegging was er dus niet bij. Filmmontage tot midden in de nacht, de nachten zijn te kort.

De ritten. Van Sulaymaniyah tot Kirkuk beschreef ik, en dat is kort samen te vatten: drie stevige militaire controleposten, Iraakse inspectie die met aarden wallen en uitkijktorens van alle kanten wordt beschermd, plus een tank. Iraakse gezichten mogen na even stoppen doorrijden, de rit met een Zwitserse pater, „Amerikaans” hoofd net als ik, betekende drie maal lange tijd om onze passen en visa te laten bestuderen.

Toen de rit van Kirkuk naar Ankawa/Erbil, waar ik even bij de zusters Dominicanessen te logeren werd gelegd – o pardon, iemand had vergeten me aan te kondigen -. De gebruikelijke weg is om allerlei redenen van veiligheid niet in gebruik, we maken een omweg, zuidelijk, langs wegen die deels vooral geweest asfalt zijn, en deels redelijk asfalt maar als een lint over de lieflijke glooiingen van de heuvels gelegd, zodat het voelt als een achtbaan. Wel prachtige landbouwheuvels, volop groeiende granen. Het bijzondere: elk kwartier ongeveer een militaire controlepost. Met een Iraaks hoofd aan het stuur werd dat telkens even een grapje maken, en dan konden we verder. Toen van Ankawa naar Bashiqa, wat al meer richting Mosul is. In Bashiqa wonen veel Yezidi. Over hen had nu mijn bericht moeten gaan, maar er kwam iets tussen, dus dat komt nog. Ankawa-Bashiqa: elke tien minuten een militaire controlepost. Irakezen, nadat we formeel weg zijn uit Koerdistan. Het controlepostje heeft een huisje als vroeger onze plees, niet groter. Maar door aarden wal omgeven, soms ook nog een loopgraaf. Verder blijft het recept hetzelfde: grapje maken, en doorrijden. Het landschap heeft al meer weg van een grasveld waar een mol doorheen is gekropen: veel aarden wal door de velden heen. Dan, na een nacht overblijven in Bashiqa, op naar Caracosh. Dat is een boogje om Oostelijk Mosul heen. Elke vijf minuten een militaire controlepost, werkelijk op elk kruispunt van veldwegen, goed kijken, jawel echt een kruispunt.

In  Caracosh, waar driftig wordt wederopgebouwd – ook een later bericht – leven hoop en onzekerheid en angst als een drieling bijeen. De lagere school heeft een groot scherm waarop 16 camera’s voortdurend alles laten zien: alle klassen in beeld, de ingang, speelplein, sportveld. Dat is de aanwinst na ISIS. Kirkuk is daarbij vergeleken een rustoord.

En gisteren sloeg dáár het noodlot toe. De 27 jarige Turkmeense taxichauffeur vervoerde een Turkmeense politicus die aan de verkiezingen meedoet. Is er ineens een bom, en baf, chauffeur dood. De politicus ligt in het ziekenhuis. De bom werd gemaakt en gegooid door een Koerdische hoge officier, die nu voortvluchtig is. Er woedt een soort politieke oorlog tussen Turkmeense en Koerdische politieke kringen. Jonge hardwerkende taxichauffeur en zijn arme familie betalen de rekening. de inschatting van Mirkis is, dat die officier behoort tot het slag dat goed wil laten weten dat het onder de Koerden beter was dan nu: dus nu chaos en angst zaaien. Hij kent de man, niet als vriend.

Bisschop Mirkis ging op condoleance bij de familie, en geld brengen. Het is een statement: op dit moment zijn we allemaal samen, van welke groep of welk geloof ook. Bij het eenvoudige huis gekomen trokken we allemaal onze schoenen uit, in de eenvoudige kamer lag het eetzeil nog op de grond, de aanwezige mannen hadden net gegeten. Zodra we binnen waren, staande tegen de muur, baden we met vier personen het Onze Vader in het Arabisch, dat kan ik in ieder geval intussen vlekkeloos. Daarna snel drie plastic stoeltjes neergezet, voor de bisschop, voor Abuna Ayad die mee was, en voor mij aan de rechterzijde van de bisschop. Een ander ruimde snel borden van tien personen en tafelzeil weg. Ik bleek gevolg van de bisschop te zijn; ik was ook concoleancebezoek; maar of ik ook wel wilde filmen en foto maken, want dit brengt het Kirkukse en Iraakse leven in beeld. En dat allemaal op een halve meter in het vierkant! Er was ook een tv-camera, een meter van ons vandaan want groter was de ruimte niet. En ik mocht filmen als ik niet in dat beeld zat. En mijn emotie tonen door bedrukt te luisteren toen de bisschop zijn condoleance tot de mannen uitsprak.

Daarna ging de deur van een nevenvertrek open, en kwamen zeven in het zwart gehulde vrouwen binnen, tegenover ons op de grond zitten. De moeder klaagde met geheven armen dat ze haar enige zoon kwijt was, hij was nog zo jong. Bisschop Mirkis vertaalde besmuikt voor mij. Camera op de vrouwen; sommigen huilden, anderen boodschapten in de camera, er waren twee papieren portretten en er was een portret op een smartphone, de camera registreerde het allemaal.

Daarna sprak de bisschop nog eens tot de vrouwen, vervolgens stonden we op en vertrokken weer. Groot verdriet achterlatend, ook deze mannen werkten bedrukt.

In minder dramatische varianten ken ik dit al van Irak. Als er iets bijzonders is, feest of gedenkdag of drama als dit, dan laten leiders van groepen onmiddellijk weten aan „de anderen” dat ze mee vieren of mee treuren. Zo hebben de Irakezen hun land en volk bijeen gehouden sinds 1991 en vermoedelijk al veel langer, en steviger naarmate de krachten om hen uiteen te drijven sterker werden. Sinds 2003 mocht ik hiervan getuige zijn. Zo is Irak nog steeds ontkomen aan een echte burgeroorlog, waar het buurland nu in wegzinkt.

Als ik het vraag heet het: „Nee, we denken niet dat er nu gevechten komen rond Koerdistan, iedereen is moe van alles wat geweest is.” Maar er zijn wel enkele buurlanden met ongeleide projectielen als „leiders”, en de Koerden zijn wel gefrustreerd na dat referendum, dus het vermogen om hoop levend te houden is wel een gevraagde kwaliteit in deze regio. Er wordt veel gebouwd. Dat is pastoraal werk, het geeft de mensen hoop. Maar een drama als nu met deze Turkmeense familie, niemand weet goed hoe dat voldoende kan worden opgevangen, er is nu zoveel tegelijk te doen overal in een situatie van alle denkbare en ondenkbare ongelijktijdigheid.

De nervositeit heeft wel een andere grondtoon gekregen. Een diepe bas, als de rust van geloof in toekomst. Aan alle kanten tegelijk willen opbouwen om ISIS en Bush achter zich te laten; als nerveuze violen. Grapjes maken met de militaire posten, want je kunt ze maar het beste een ontspannen klimaat aanbieden; als een hoge dwarsfluit. Feest vieren en met elkaar meeleven, anders is het leven niet vol te houden; als trompetten en een klarinet. En daartussendoor allerlei triangels met eigen ritmen, die niet overstemmen maar als een voortdurend zoemen zijn waarvan je hoopt dat het een bromvlieg is en niet een aanstormend aangestoken lont.

En het gewone leven heeft dan toch de regie. Brood halen, brood eten, brood delen. Diepe menselijkheid leven door alle bevolkingslagen heen. Gister zei de Gouverneur, waar de bisschop een Frans bezoek liet ontvangen en ik als slippendrager mee mocht, dat Kirkuk vier bevolkingsgroepen kent, en dat de hoofdtaak van de politiek is om te zorgen dat de gemeenschappen zowel als etnische groep als dwars erdoorheen als religieuze groepen allen gelijkelijk ruimte mogen ervaren om samen te leven. Een zeer goed mens, jammer dat er over een maand verkiezingen zijn. Maar met zo’n gouverneur, zo’n man als Mirkis, een zuster Clara of Maria Theresa of Maria, is dit volk veel kans gegeven.

En ik herinner me de woorden die Mirkis, nog gewoon Pater, in 2003 tegen me zei, mijn eerste echte bezoek aan hem. Ik had verteld hoe men in Nederland dacht dat Irakezen nu moesten worden ontwikkeld om te begrijpen hoe een ‚civil society’ werkt. Hij zei toen: „Wij zijn niet dom. Mensen die dom zijn overleven niet wat wij overleefden. Wij hebben een rijkdom aan ervaring opgebouwd, wij zijn niet meer stuk te krijgen.”

Wat ook bij Irak hoort: de warme menselijke emotie, het diepe nadenken, bedachtzaamheid, en in brede geopolitieke streken beschrijven wat de ingrediënten van het actuele leven zijn. Velen kunnen dat binnen één gesprekje. Kom daar in Nederland eens om.

Yosé hne-Sparborth

18 april 2018

IMG_3733

Het Klooster Maria Aladhra

Het is vrijdagmorgen,  6 april. Vandaag zijn er geen lesgroepen, zoals die alle dagen het klooster bevolken. Want vrijdag is hier de Dag van Allah; gebed in de moskee, en vrij van betaalde banen. Ik verwachte een rustige ochtend, alleen de twee paters en ik voor het ontbijt. Al lang voordat het ontbijt begon (kloosterritme kun je hier vergeten) was er een grote groep mensen, enkele gezichten bekend. Blijkt dat het Christian Peacemaker team drie zondagen op rij hier een soort retraite doet. Het betekent ook dat ze een kok meebrengen die kookt en dan schuiven wij aan voor het middageten. En de groep  kinderen voor Engels heeft examen.

Het klooster is een externe nederzetting van de Orde van Mar Musa, Syrië, in de jaren Tachtig gesticht door een Italiaanse priester, Paolo Dall’Oglio. Vrouwen en mannen, Liefde voor de Islam als spiritualiteit. Een woestijnorde. In 2012 kwamen Pater Jens en zuster Friederike hierheen; aartsbisschop Sako van Kirkuk (nu Patriarch Sako) had hen uitgenodigd om een oude kerk in het oude centrum van Sulaymaniyah, die overbodig was geworden door een nieuwe kerk, te gaan inrichten als retraitecentrum en ontmoetingsplek voor iedereen. Omdat door de oorlog Syrië te gevaarlijk was geworden voor de buitenlandse leden van de orde, kwam de vraag als geroepen en gingen deze twee personen het retraitehuis opzetten. Kerk en pastorie behoefden reparaties, ze stonden al een paar jaar leeg. Dat was net zo’n beetje rond, toen zomer 2014 de Ninive-vlakte leegliep omdat ISIS de regio onveilig maakte. In oktober 2014 zaten er 14 ‚families’ in het klooster, zo’n 140 personen; familie betekent opa en oma, gehuwde kinderen en de kleinkinderen. In de kapel werden zeven families ondergebracht, in de bibliotheek drie, de rest in andere ruimten. Ze leefden gescheiden door eenvoudige doeken die aan waslijnen hingen. Overdag de matrassen op een stapel, in de nacht matrassen tegen elkaar op de grond en iedereen slapen.

Tussen april en december 2015 werden kapel en bibliotheek ontruimd en de families in wooncontainers geplaatst. Bij de VN zijn die voor $ 5000 per stuk te koop. Daartoe werden drie kleine lapjes grond rond het klooster geleend van de eigenaren, geëgaliseerd, stenen bases gebouwd om de containers op te zetten, elektra aangelegd, water. Zo ontstonden drie hofjes met containers rond een boom telkens. De VN betaalde het voedsel, beetje energie, alle andere kosten moesten bij fondsen bijeen gebedeld worden. Midden 2016 was het klooster vrij van families, en begonnen herstelwerkzaamheden: het was nogal uitgewoond door de intensieve bewoning.

Augustus 2017 begon de grote uittocht van families terug naar Caracosh en andere dorpen nu ISIS was verdreven. Ook de terugkeer kwam op kosten van het klooster, een pick-up plus een chauffeur reed twee maal per week een gezin. Voor die arbeid zijn er geen hulpfondsen. De families vonden alle hun huizen nogal onbewoonbaar gemaakt, meubels en huisraad kapot of verbrand. Maar men ging aan de slag, het eigen terrein heroveren.

Inmiddels is er nog één bewoonde containerhof. Eén familie is gebleven, ze hebben geen eigen huis en de man heeft hier werk. De andere containers worden nu bewoond door een paar Syrische families die liever hier zijn dan in de grote kampen. In de tweede containerhof heeft UPP, een Italiaanse NGO, nu een kantoor, en enkele containers worden gebruikt voor leslokaal. De derde, kleinste hof is ontmanteld, die drie containers dienen nu als bouwkeet bij de bouw van het bejaardenhuis voor christelijke en moslim-Alzheimerpatiënten, plus kleuterschool; een project van bisschop Mirkis hier in Sulaymaniyah. Deels omdat het zwaar is met Alzheimer-patiënten samen te leven, deels omdat veel ouderen hun kinderen in buitenlanden hebben.

Sinds augustus 2017 zijn er twee huizen bij het klooster bijgebouwd. Het ene voor leslokalen, twee kleine bureau’s waar de leraren voorbereidend werk kunnen doen, en een leefruimte voor de bewaking. Het andere wordt een vrouwenhuis. In deze cultuur kan men niet mannen en vrouwen onder één dak laten slapen. Het vrouwenhuis is voorwaarde om met retraite-groepen te kunnen beginnen. Nog dit jaar hoopt men eindelijk te kunnen beginnen met dat eigenlijke doel.

Intussen is de kloosterhof dagelijks vol met mensen voor allerlei lessen: Engels, Koerdisch, Arabisch, boekhouding in de drie talen, IT, naaicursus, loodgieterscursus. Het zijn vooral moslims, daartussen ok christenen. De leraren krijgen een kleine betaling, de cursisten betalen niets. Ook gasten zal geen geld gevraagd worden. De tweede term van de spiritualiteit van het klooster is gastvrijheid. Men leeft van wat gasten vrijwillig geven. Als eenmaal de opbouw klaar is, zal dat lukken. Maar opbouw, herstel, uitbouw, vluchtelingen, dat was allemaal te veel van het goede. Het klooster heeft schulden en hoopt die ooit kwijt te raken. Schulden bij vrienden, dus zonder rente. Maar toch.

Over een uur begint de eerste bruiloft in deze kapel sinds het kloosterkapel is: een Chinees en een Filippijnse huwen elkaar,  de Chinese man is daartoe in deze kapel gedoopt enkele weken geleden. Burgerlijk huwelijk bestaat hier niet, de priester of een imam tekenen de verbintenis en dat wordt dan door de gemeente ingeschreven. Beide personen zijn hier als gastarbeiders, de viering zal in het Engels zijn maar naar Chaldeeuwse ritus.

Voor de korte termijn dient zich nog een behoefte aan: een tweede kloosterhof, aanpalend, om zowel een ontmoetingshof te hebben als een stiltehof, waar geconcentreerd kan worden gestudeerd en retraite gehouden. Daartoe moet een kleine strook land naast de kapel gekocht worden. Ook het onderhoud van de kapel zou dan eenvoudiger zijn. Het meest bijzonder aan het klooster is, dat het in de oude binnenstad ligt en smalle straatjes dus langs en dwars door dit complex aan huizen lopen, de dagelijkse weg van de moslimburen en anderen. De twee werelden grijpen zo heel natuurlijk ineen. Daartussen de Peshmerga die het klooster dag en nacht bewaken: wat sinds 2002 in heel Irak gebeurt met woningen van belangrijke personen en huizen waar groepen samenkomen. Nieuwe groepen – onbekende gezichten- worden alle gefouilleerd. Zoals nu de bruiloftsgasten. Veel leven van veel niveaus tegelijk in dit stadsklooster.

DSC_1589

Vertrek pastoor Huitink

Op 8 april is door het aartsbisdom bekend gemaakt dat pastoor Ton Huitink van de samenwerkende katholieke parochies St. Ludgerus, St. Martinus en Salvator  per 1 mei zal vertrekken.

Pastoor Ton Huitink is gevraagd om de leiding op zich te nemen van de drie samenwerkende grote parochies  in het vicariaat Deventer, waarvan de basiliek van  Zwolle het eucharistisch centrum is.  De aartsbisschop is pastoor Huitink zeer erkentelijk voor het goede en vaak moeilijke werk dat hij in Utrecht heeft verricht.

Het bestuur van de samenwerkende katholieke parochies, voor wie dit nieuws als een verrassing kwam, wil alle parochianen en andere belangstellenden in de gelegenheid stellen afscheid van pastoor Huitink te nemen in en na de viering op Sacramentsdag, zondag 3 juni, in de Aloysiuskerk (Adriaen van Ostadelaan 2). Aanvang van de viering is 10.30 uur.

Vanaf 1 mei zal pastoor Hans Boogers de nieuwe pastoor zijn van de samenwerkende parochies Katholiek Utrecht. Hij is thans werkzaam in Zwolle e.o.  In de maand juni zal hij met zijn pastorale werkzaamheden beginnen.

gerritjanwesterveld-1

Pastor Westerveld gaat met pension

Pastor G.J. (Gerrit Jan) Westerveld heeft ons laten weten dat hij gebruik wenst te maken van zijn vervroegd pensioen, hetgeen zijn gezondheid zeker ten goede zal komen. Het bestuur heeft zijn verzoek gehonoreerd en heeft er begrip voor dat hij nu de tijd neemt om het wat rustiger aan te kunnen doen.

Officieel zal Gerrit Jan per 1 juni zijn werkzaamheden als pastoraal werker van onze parochie neerleggen. Omdat hij nog een aantal verlofdagen te goed heeft, is in onderling overleg besloten dat zijn laatste werkdag zondag 15 april a.s. zal zijn.

Uiteraard zal er eind mei of begin juni gelegenheid zijn om afscheid van Gerrit Jan te nemen, u wordt hierover tijdig geïnformeerd.

Bestuur Personele Unie van de Samenwerkende parochies Katholiek Utrecht.

IMG_8172

Wederopstanding in Sulaymaniyah, Irak

Yosé Höhne-Sparborth schrijft de komende periode over haar bezoek aan Kirkuk. Blijf onze website volgen voor meer nieuws!

Vandaag, Tweede Paasdag, ben ik met Pater Jens Petzold meegereden naar Kirkuk. Morgen moeten we allebei naar de politie om ons visum door persoonlijke presentie geldig te maken.

Dit is wel een bisdom, zeg. Stel het je voor: de bisschop heeft 7000 gelovigen onder zich, en 7 priesters. Die zijn verdeeld over twee grote steden, en wat voordorpjes/stadjes. En die twee steden liggen in twee gebiedsdelen die nu door een heuse grens worden gescheiden. Aangezien Pater Jens Zwitser is, moet hij elk jaar verlenging van verblijfsvergunning aanvragen. Maar nu moet hij telkens als hij naar Kirkuk komt, naar de politie om zich te melden. Irak is de Koerden een beetje aan het straffen.

Op de weg van Kirkuk (Irak) naar Erbil (hoofdstad Iraaks Koerdistan) passeerden we altijd een grens die ook als zodanig functioneerde. We trokken daar altijd een half uur extra voor uit, meestal was dat voldoende, ook een keertje niet. Eenmaal kostte het zoveel tijd, dat de chauffeur, Abuna Qais, keihard over de lege weg scheurde om nog op tijd in Erbil aan te komen. Maar de verlichting was ook niet overal even best, dus via een stuk wegdrempel werden we bijna gelanceerd.

Nu is de weg Sulaymaniyah-Kirkuk nog duidelijker een weg die gaat door, oké net niet oorlogsgebied. Laten we zeggen gewapende stilstand. En Pater Jens scheurde waar dat kon, om op tijd in Kirkuk te zijn. Scheuren over de weg doe je enkel waar je weet dat er geen controle is. 100 km. is eigenlijk het maximum.

De hele regio Kirkuk was jarenlang feitelijk in handen van de Peshmerga. In het klooster hangt een kaart van Iraaks Koerdistan, daarop telt dat hele gebied tot Koerdistan, plus nog wat stevige terreinstroken aan de zuid-westzijde. Verleden jaar stond er ook ineens een 25 meter hoge Peshmerga als standbeeld bij de ingang van Kirkuk, komende van Erbil. Koerdisch geurspoor zeg maar.

Na het Koerdisch referendum in september heeft het Iraakse leger de eigen gebieden weer overgenomen van de Peshmerga. Deze laatsten zijn feitelijk meer een zwaar bewapende politie dan een leger, en dat verschil zie je.

Ik meen dat ik drie grote controleposten onderweg telde; regiogrenzen worden ook gecontroleerd. Elke controlepost wordt nu aan beide zijden beschermd door een aarden wal, daarop een uitkijktoren met gebouwtjes voor verblijf, soldaten. En je ziet echt militair materieel staan. Een vrij oud „fort” op een berg dat door de Amerikanen was gebouwd en gebruikt, daarna leegstond, is nu weer in gebruik van het Iraakse leger.

Er komen niet veel buitenlanders langs die deze grens overgaan. De soldaat die onze beide passen controleerde, en de visa bestudeerde, had veel bekijks onder zijn kameraden die om de auto troepten. Hij legde vriendelijk uit dat hij even zijn baas moest bellen, of hij ons mocht doorlaten. Deed hij in het Engels, en Pater Jens maar in het Arabisch terug spreken om aan te tonen dat hij wel van deze grond komt. Was wel grappig. Alles in opperste vriendelijkheid. Aangegeven dat we in Kirkuk naar de kerk gingen, dat Pater Jens in Sulaymaniyah ook voor de kerk werkte. Soldaat nog vriendelijker. Toen de telefoon hem kennelijk toestemming had gegeven om ons door te laten, vroeg hij met dringende stem aan Pater Jens om eenmaal in Kirkuk een zekere Mohammed, zijn baas, te bellen dat we waren aangekomen. Bisschop Mirkis belde daarvoor meteen maar zijn grote rechterhand, Abudoreit, die alle karweien in hogere regionen regelt. Die kwam aanschuiven aan ons avondeten en belde onder ons gehoor Mohammed om te verzekeren dat de zuster en de pater beiden nu bij de bisschop aan tafel zaten. Jazeker, goed overgekomen.

Mijn reis had 25 uur in beslag genomen van Utrecht tot Sulaymaniyah. De Iraakse regering is de Koerden een beetje aan het straffen voor hun referendum en zich uitspreken voor absolute onafhankelijkheid. Daarom zat het Koerdische luchtruim potdicht voor internationaal vliegverkeer. In mijn traject om de reis te boeken kreeg ik voortdurend meldingen dat het nu weer open zou gaan, even wachten nog met kopen… Wel, Sulaymaniyah is nog dicht, er was werkelijk weinig aan de hand op dat vliegveld toen ik landde. Nu wist bisschop Mirkis dat Erbil wel open is/open gaat, en Sulaymaniyah nog niet. Daarin speelt mogelijk ook mee een strijd tussen diverse Koerdische partijen, het niet gunnen aan die andere stad. Maar mogelijk is het ook gewoon extra straf voor Sulaymaniyah, die stad schijnt veel sympathie te koesteren voor de PKK.

Klinkt allemaal wel naar een slangenkuil. Met excuus aan de slangen. Of anders gezegd, deze rit was even een uitstapje geheel langs de militaire lijn, nu die autoweg zo is gemilitariseerd. Alles rustig, maar de militaire aanwezigheid ziet er naar uit dat ze zich bewust zijn in „vijandig gebied” te verkeren. Er wordt hard gewerkt aan terugkeer en herstel, maar „vrede” zou ik de toestand in Irak nog niet willen noemen.

En dan had ik nog niet de Syrische vluchtelingen gemeld, die ook in groten getale aanwezig zijn in Noord-Irak. In Sulaymaniyah was alweer staking, de laatste vier jaar krijgen de ambtenaren maar zo af en toe een salaris uitbetaald. Hoe ze overleven? Niks kopen behalve eten, en ook dat is soms lastig. Pater Jens en ik constateerden in de auto, dat er twee verschillen zijn tussen de „autochtone” bevolking en de vluchtelingen. De autochtone bevolking heeft (doorgaans) een eigen huis, de vluchtelingen zitten ergens voorlopig ondergebracht. En de vluchtelingen krijgen hun eten, de autochtonen niet, hoewel ze er wel voor werken. Tot zover dat opvangen in de regio, waar Europese politici, Nederland voorop, zo verliefd op zijn. (wil iemand dit doorsturen naar Mark Rutte svp)
De eerlijkheid gebied, nog even te melden voor wie nu pas insteekt met lezen: weliswaar groeide de bevolking van Noord-Irak (Iraaks Koerdistan) tussen 1991 tot nu van 3 miljoen naar 9 miljoen inwoners, dus dat opvangen hebben ze wel gedaan, om Europa te dienen; maar de heer president Barzani van Koerdistan en zijn familie hebben ook wel vele miljoenen in een familierekening laten weglopen. Zal wel in Zwitserland in veiligheid gebracht zijn. Vele miljoenen… Of in een brievenbusmaatschappij in Amsterdam?

Ons avondrondje na het eten in de bisschopstuin bewoog zich op een ander niveau. In Kirkuk zijn nog maar twee studentenhuizen, voor degenen die echt hier moeten afstuderen. Van de christelijke studenten is nu een groot deel toch teruggegaan naar de dorpen rondom Mosul waar hun familie leeft; dat werd geëist door de nieuwe autoriteit in Kirkuk. Er wordt hard weder opgebouwd in die dorpen, veelal op eigen kracht. Enkele kleinere hulporganisaties doen mee. Voor de oorlog in deze oliestreken krijgt men gemakkelijker grote coalities bijeen dan voor de opvang van vluchtelingen, het ruimen van puin en de wederopbouw.

Op bezoek bij de zus van Mirkis in Hoogeveen kreeg ik foto’s te zien van grote Palmpasenoptochten door Caracosh. Indrukwekkende massa’s. De thuiskomst wordt gevierd, ook al zal het nog jaren hard werken zijn aan herstel van de huizen. En dan nog de gemeenschap, hoe herstelt dat?

Inmiddels gaat het allergrootste deel van de hulp naar de Yezidi-studenten. Dat zijn er nu ruim 600. Ze leven nu in Bashiqa ………. , een van de dorpen rond Mosul. Ook zij moesten terug naar de universiteit in Mosul om daar hun studie voort te zetten, de Iraakse autoriteit is nu even stevig de baas in Kirkuk. Deze yezidi studenten leven in grotendeels door ISIS leeggeroofde huizen, elektra gestript, deuren en ramen gestript, meubels verbrand. De bedden zijn vanuit de studiehuizen in Kirkuk daarheen verhuisd. Vanuit dit bisdom gaat er regelmatig een groot transport eten naar hen toe en ze krijgen reisgeld naar de universiteit in Mosul. Waar mogelijk wordt geholpen met het nodige om het enigszins leefbaar te maken. De studenten hebben hoogste prioriteit, ze moeten nu binnenkort tentamens doen. Wie niet slaagt verliest een jaar. De Yezidi zijn de meest getraumatiseerde groep. Soms wordt het onderhoud voor hen geleend uit andere projecten, die uitstel verdragen. Er komt te weinig geld voor deze tijd nu van wederopbouw en weer enorme volksverplaatsingen. Voor de volksverplaatsingen bestaan geen hulpfondsen, wel gaat het om grote sommen…

Afspraak is nu dat ik volgende week met de distributieauto meerijd. Dit bisdom is de enige instantie die de Yezidi helpt. De Europese kranten schreeuwden moord en brand over die lelijke moslims die de Yezidi uithongerden daar op de berg Sinjang.…  Maar als het om hup gaat, is dat allemaal vergeten. Als het mogelijk is, blijf ik er misschien enige dagen. Hangt af van van alles. De situatie is wel veilig, zover dat kan in een olierijk land tussen Iran, Turkije, Syrië en Saoudi-Arabië, met het werkgebied half in Arabisch half in Koerdisch territorium. Er is echt een gevoel van rust, doordat de overname door het Iraakse leger zo met relatief weinig strijd verliep. Maar het is wel een situatie waarin de autoriteiten strak controle pogen te houden, en alles nog lang niet genormaliseerd is, dus er kan telkens van alles aan maatregelen komen die vergen dat je het dagelijks leven weer geheel anders organiseert dan tot nu toe. Plannen is allemaal onder voorbehoud.

Folders opleidingen

Drie nieuwe opleidingen van het Aartsbisdom Utrecht

 

Naast de priesteropleiding biedt het Aartsbisdom Utrecht vanaf september 2018 in samenwerking met het Ariënsinstituut en de Diocesane Kerkelijke Caritas Instelling (DKCI) drie nieuwe opleidingen: tot onbezoldigd permanent diaken, catechetisch medewerker en diaconaal assistent. Het eerste (basis)jaar van deze opleidingen voor vrijwillige medewerkers in de parochies wordt aangeboden aan de drie groepen studenten gezamenlijk. De jaren daarna is het programma gericht op de afzonderlijke opleidingen. Folders over de opleidingen liggen al binnen de parochies. Kardinaal Eijk doet een dringend beroep om hoge prioriteit te geven aan het werven van kandidaten voor deze vier opleidingen.

Voor toelating tot de priesteropleiding gelden eigen criteria en is minimaal Hbo-niveau vereist. Naast de priesteropleiding biedt het aartsbisdom opleidingen aan voor vrijwillige medewerkers voor onze parochies. Kardinaal Eijk: “De samenleving, maar ook de Kerk, is aan sterke veranderingen onderhevig. Het aantal betaalde medewerkers van de Kerk in de parochies neemt af en de omvang van de parochies neemt toe. Dat heeft ook gevolgen voor de organisatie van de parochie. Daarom is het van groot belang dat ervoor nu en de toekomst vrijwilligers toegerust worden die naast de priesters, onbezoldigde permanente diakens, pastoraal werk(st)ers en andere vrijwilligers een ondersteunende en verbindende rol op het terrein van catechese, caritas en diaconie willen en kunnen vervullen en die op deze terreinen ook zelf actief zijn.”

Voor bovengenoemde opleidingen zoekt het Aartsbisdom Utrecht gemotiveerde kandidaten die, met ‘het hart op de goede plaats’, die kritisch denken, ervaring of affiniteit hebben met catechese, caritas en diaconie en/of beschikken over managementcapaciteiten (leiders).

Kandidaten kunnen zich melden tot 1 juni a.s. Daarna zullen de selectiegesprekken met de kandidaten plaatsvinden. Voor meer informatie over de opzet, toelating en kosten van de opleidingen kunt u contact opnemen met rector P. Kuipers (rector@ariensinstituut.nl) of dr. T.J.M. Versteegen (t.versteegen@aartsbisdom.nl), of in de folders:

Klik hier voor de folder ‘Priester worden’

Klik hier voor de folder ‘Permanent diaken worden’

Klik hier voor de folder ‘Catecheet worden’

Klik hier voor de folder ‘Diaconaal assistent worden’

MgrEijkkapel2-465x300

Groet van de aartsbisschop

Een groet van de aartsbisschop
aan alle gelovigen in het Aartsbisdom Utrecht
bij het begin van het Paastriduum 2018

Utrecht, Witte Donderdag 2018

 

Broeders en zusters in Christus Jezus onze Heer,

De dagen van Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Pasen verenigen ons in het bijzonder met onze Heer Jezus, die Zichzelf voor ons gegeven heeft, totaal, tot op het kruis. Dit heeft Hij uit liefde gedaan. Jezus maakt zo Zijn eigen woorden waar: “Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden” (Joh. 15, 13). Liefde is het wezen van God: “God is liefde” (1 Joh. 4, 16).

Liefde zal daarom ook altijd het wezenlijke kenmerk moeten zijn van ons leven, omdat wij naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen zijn. Temeer geldt dit wanneer we gedoopt en gevormd zijn en daardoor vervuld van de Heilige Geest vrienden van Jezus zijn, in ons persoonlijk leven en dat van ons samen als Kerk.

Ons leven geven, uit liefde, voor elkaar – in navolging van Jezus – gebeurt op vele plaatsen, momenten en manieren. Ik denk hierbij aan de liefde van (groot)ouders voor hun (klein)kinderen, van (klein)kinderen voor hun (groot)ouders, van mensen voor een ander in nood (naar geest of lichaam), van mantelzorgers. Kortom van mensen die er zijn voor de ander, die met kleine of grote offers het leven van hun naaste – dichtbij of ver weg – verrijken, steunen en tot zegen zijn. In stilte gebeurt er heel veel goeds, uit liefde. Deze liefde getuigt van de Geest van God. Het is immers de Geest van God die in ons hart, in ons leven geloof, hoop en bovenal liefde wekt en versterkt en in de ander doet wekken en versterken.

Dat wekken en versterken van de liefde van de Geest van God in ons, gebeurt op bijzondere wijze door de sacramenten. Bij het toedienen van een aantal sacramenten wordt olie gebruikt, opdat wij gezalfd worden, dat wil zeggen gesterkt met de Geest van de Heer en daardoor met de kracht van Zijn liefde. Het is mij elk jaar dan ook een grote vreugde als ik in de Goede Week tijdens de Chrismamis de oliën voor de geloofsleerlingen en de zieken mag zegenen en het Chrisma, de olie voor het doopsel, het vormsel en de priesterwijding, mag wijden. Door deze sacramenten geeft God ons de kracht om dienend in het leven te staan, in navolging van Jezus, die “niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn leven te geven als losprijs voor velen” (Mc. 10, 45).

Jezus spoort ons aan en bezielt ons om Zijn liefde na te volgen. Dat doen wij tijdens ons aardse leven. Maar het kan op diverse manieren ook nadat wij dit aardse leven verlaten hebben. De laatste maanden is er, zowel in de Tweede en de Eerste Kamer als in de media, veel aandacht geweest voor orgaandonatie, die zowel tijdens ons leven als na de dood kan plaatsvinden. Daarom is het goed om in de Witte Donderdaggroet van dit jaar bij het begin van het Paastriduum – de dagen waarin wij gedenken en vieren dat Jezus voor ons Zijn leven uit liefde heeft gegeven tot op het kruis – in herinnering te brengen dat het doneren van organen tijdens dit leven en na onze dood een daad van naastenliefde en solidariteit is, ten dienste van het leven van een ander.

De Rooms-Katholieke Kerk prijst het doneren van organen in dit leven en na de dood aan, niet als een plicht, maar als een daad van naastenliefde, uit vrije wil. Het leven van een ander en daarmee dat van zijn of haar gezin, familie en/of vriendenkring kan er op grootse wijze mee geholpen zijn. Dankzij die gave worden medemensen in staat gesteld vaak nog jaren in een goede gezondheid verder te leven.

Van harte hoop ik dat het bovenstaande u helpt om de keuze te maken die voor u en uw omgeving het beste is. Echter, ook voor iemand anders, die u niet kent, maar die u intens dankbaar zal zijn als u hem of haar na uw overlijden tot zegen bent door organen en/of weefsels te doneren.

Bovendien hoop ik van harte dat de vieringen van Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Pasen in uw parochie(s), ziekenhuis, zorginstelling, gevangenis, op missie in het buitenland of waar u en de uwen ook mogen zijn, in u en ons allen de liefde mogen versterken waarin onze Heer Jezus ons is voorgegaan. Hij leeft nu in de eeuwige liefde van de Vader, dankzij Pasen. En dat is ook onze Eindbestemming als wij Hem navolgen.

Dat uw en ons aller Pasen zalig zij!

+ Willem Jacobus kardinaal Eijk

Aartsbisschop van Utrecht

 

IMG_20180328_195418623

Bijzondere Chrismamis in Apeldoorn

Traditiegetrouw werd gisteravond tijdens een mooie dienst in de Onze Lieve Vrouwekerk te Apeldoorn de Chrismamis gevierd. Dit is een jaarlijkse gebeurtenis die het hele bisdom aangaat. In deze mis wijdt en zegent de bisschop namelijk het chrisma en de oliën die het komende liturgische jaar door alle priesters in hun parochies gebruikt zullen worden. Aan het eind van de viering nemen de gelovigen deze oliën mee naar hun parochies. Dat verklaard dan ook de locatie: Apeldoorn ligt middenin het aartsbisdom en is zo voor alle vicariaten even makkelijk te bereiken. Officieel viert men de Chrismamis op Witte Donderdag, maar omdat volgens de Joodse wet de nieuwe dag begint bij zonsondergang, mag de Chrismamis ook op woensdagavond gevierd worden en dat is in de loop der tijd ook gebruikelijk geworden.

Het zijn moeilijke tijden voor de wereldkerk met vervolgingen in het Oosten en een vernietigende onverschilligheid in het Westen. Desondanks wist kardinaal Eijk in een omzichtige preek door te stoten naar de kern van de zaak. Hij herinnerde de gelovigen aan het heldhaftige voorbeeld van luitenant-kolonel Arnaud Beltrame. Deze agent van de Franse gendarmerie had afgelopen vrijdag de plaats ingenomen van een supermarktmedewerker die in gijzeling was genomen door een Jihadist in Trèbes (zuid Frankrijk). De volgende dag (24 maart) werd hij door de terrorist vermoord. Kardinaal Eijk liet weten dat Beltrame, die door zijn geloof werd bewogen om dit enorme offer te brengen, eerst nog de ziekenzalving had ontvangen. Op Witte Donderdag herdenken wij met de voetwassing de opdracht van dienstbaarheid die wij van Jezus hebben gekregen en het gebod van de onderlinge liefde. Zo kwam alles bij elkaar: de oliën, de dienstbaarheid en de zelfgave die ons geloof moeten karakteriseren. Het is een krachtige boodschap waarmee wij als Katholieken wereldwijd hoopvol de Paastijd in kunnen gaan.

Luitenant-kolonel Arnaud Beltrame

IMG_0011

Openingswoord pastoor Ton Huitink

Beste medeparochianen,

Van harte welkom aan u allen, welkom ook aan de leden van de Personele Unie, het nieuwe bestuur dat, tot we over kunnen gaan tot de fusie van de drie parochies, iedere parochie afzonderlijk bestuurt.

We zijn vandaag bij elkaar gekomen omdat het pastoraal team haar pastorale visie aan u wil presenteren. Het is een document dat het resultaat is van de Stadssynode030, werkconferenties, klankbordgroep en diverse gesprekken.

We presenteren u geen beleidsplan, maar een visie. Een beleidsplan heeft over het algemeen een beperkte houdbaarheid. Meestal een jaar of 3-4. Gelet op het snel veranderend kerkelijk landschap hebben wij ervoor gekozen om een visie te ontwikkelen die voor lange tijd meegaat.

Deze visie, die zo dadelijk nader zal worden gepresenteerd, is gegrondvest op het Bijbelse verhaal van de Emmaüsgangers.

Aan dit verhaal wordt iedere gelovige van onze drie katholieke parochies uitgenodigd om zijn of haar eigen geloofsverhaal te spiegelen.

We zijn onderweg met als wetenschap dat wat er achter ons ligt, in ons heel veel dankbaarheid vreugde heeft gebracht. Tegelijkertijd wordt die dankbaarheid en vreugde overvleugeld door donkere wolken. Het zijn de donkere wolken van teruggang van het kerkelijk leven. Hoewel ik het wellicht niet hoef te benoemen, wil ik ze toch nogmaals hernemen: teruglopend kerkbezoek, krimpend vrijwilligerskorps, minder pastores gewijd en ongewijd, weinig of geen vernieuwende initiatieven vanwege krimp op alle fronten van personele capaciteit in de geloofsgemeenschappen.

Daar bovenop zijn er de stijgende kosten van gas, water, licht, verzekering, onderhoud van de gebouwen en wordt er op het vermogen ingeteerd. Het jaarlijks begrotingstekort overstijgt de €300.000! Er moeten ingrijpende beslissingen worden genomen op materieel en financieel gebied. Daarover gaat in eerste instantie het bestuur.

We zijn hier vandaag niet om over die bestuurlijke zaken te spreken, maar over het pastoraat. En daarin neemt het pastoraal team haar leidende positie in.

Bij mijn aantreden als pastoor van de drie parochies had ik al snel door dat het behoud van alles wat we hebben en doen geen optie is. Maar hoe moet het dan verder?

De Stadssynode heeft zich gebogen over de vraag hoe wij als katholiek Utrecht gehoord en gezien kunnen worden in de jaren die voor ons liggen. Welke weg moeten wij gaan als katholiek Utrecht om onze presentie in de stad  te verzekeren?

Het advies van synode heeft kort samengevat naar voren gebracht om ons als RK geloofsgemeenschap van Utrecht naar de bron van ons bestaan te wenden; Jezus Christus de Verrezen Heer. Hij is degene die ieder van ons, individueel,  lokaal en als grote gemeenschap doet bewegen en spreken.

Ik denk dat iedereen dit een voor de hand liggende aanbeveling is. Echter, wanneer we kijken naar de realiteit van onze stad, dan is het maar de vraag of wij Christus werkelijk present stellen? Iedere gemeenschap heeft zijn best gedaan om de parochiële activiteiten zoals we die al jaren kennen in stand te houden. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat het parochieleven aan alle kanten piept en kraakt. We moeten dus nieuwe wegen gaan. Onze grenzen letterlijk en figuurlijk gaan verleggen.

Het Emmaus verhaal mag ons hierin helpen.[1] Na de jaren van het Rijke Roomse leven zijn we beland in een periode van onzekerheid en verwarring. [2]

Het ontbreekt ons steeds meer aan houvast. Met de twee leerlingen zijn we onderweg van Jeruzalem naar Emmaus. We praten en praten en lopen het risico onze Reisgenoot, Christus zelf, over het hoofd te zien terwijl Hij aan onze zijde meeloopt en aan vraagt: “Waar hebben jullie het over”. En wat is ons antwoord dan? Zeggen wij met de leerlingen: ‘Weet je dan niet wat er allemaal is gebeurd? We zijn verweesd en leven nu in vertwijfeling”.

En dan gebeurt het dat Hij ons vertelt over de heilsgeschiedenis van God met de mensen. En worden de Schriften voor ons geopend. We willen Hem niet loslaten en nodigen Hem uit: “Blijf bij ons!” En zo gebeurt het ook. En telkens weer mogen wij Hem herkennen in de viering van de eucharistie. Zo neemt Hij ons bij de hand en bemoedigt Hij ons telkens weer, tot op de dag van vandaag.

Wij worden ook vandaag uitgenodigd om Hem uit te nodigen om bij ons te blijven. We willen ons meer op Hem verlaten en nieuwe wegen gaan. We willen de mensen die achter gebleven zijn vertellen over de verbondenheid met Hem die wij onderweg tegen zijn gekomen en concreet ingaan op wat Hij ons heeft verteld en voorgeleefd.

Blijf bij ons Heer, is niet zomaar een mooie zin, het is als een geloofsbelijdenis. Ik kan en wil niet zonder jou, Heer. Ik heb jouw woorden en voorbeeld nodig om de dag van morgen met vreugde en dankbaarheid te ontvangen. Ik sta niet alleen in dat verlangen, ik weet mij verbonden met allen die in Jouw voetspoor willen treden.

We laten veel achter ons, maar stranden niet, verdrinken niet, zijn niet verloren. Jij bent altijd aan onze zijde op onze levensreis. Met de Heer aan onze zijde durven wij de nieuwe toekomst aan en bidden hem: Blijf bij ons, Heer.

 

Utrecht 14 maart 2018

Pastoor Ton Huitink

 

[1] Cf: Luc.24, 13,35

[2] zie plaatje voorzijde pastorale visie: Petrus en Johannes  rennen naar Jezus’ graf, maar het graf is leeg. Cf: Joh 20,4)

IMG_20180314_193712551

Veel belangstelling voor presentatie Pastorale visie katholiek Utrecht

Woensdagavond 14 maart waren 80 mensen uit de geloofsgemeenschappen van de Ludgerus-, Salvator- en Martinusparochie bijeengekomen om de presentatie van de pastorale visie mee te maken. De zaal van de Rafaelkerk was daarmee vol. Pastoor Ton Huitink opende avond en vertelde hoe het pastoraal team zich bij het schrijven had laten inspireren door het Emmaüsverhaal. Hij benadrukte ook dat deze visie een werk- en groeidocument is waarmee we allemaal samen aan het werk moeten gaan. Pastor Gérard Martens belichtte de hoofdlijnen van het document dat Jezus Christus in het midden van onze ontwikkeling van geloof en kerk-zijn plaatst. “We moeten ons ervan laten doordringen dat de Heer al vóór ons uit gaat. Wij worden uitgenodigd tot navolging. Een navolging die kleur krijgt doordat we de ons in het doopsel al meegegeven verantwoordelijkheid en deelname in het priesterlijk, profetisch en koninklijk ambt van Jezus uitleven door hem te vieren en lief te hebben, Hem te leren kennen en verkondigen en Hem te dienen in de ander.

In kleine groepen spraken de aanwezigen door over de indruk die de visie hen gaf en de uitdagingen waarvoor zij zich gesteld zien. De avond werd besloten met een gezamenlijk avondgebed.

Burnand,Eugene (1850-1921)

Pastorale visie en werkplan

Het pastoraal team van de drie parochies heeft een pastorale visie voor de katholieke gemeenschap in de stad ontwikkeld en dat ook vertaald in een concreet werkplan. Op woensdag 14 maart is een parochieavond waar iedereen van harte welkom is om over visie en werkplan mee te praten. De avond vindt plaats in de Rafaelkerk van 19.30 -21.30 uur.
Om de tekst van de visie en de werkplan te zien, klikt u hier.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Groep voor singles

Met het krimpen van het aantal praktiserende katholieken in Nederland heeft zich in de loop der jaren een probleem ontwikkeld: hoe komen (jonge) gelovigen aan een gelijkgestemde man/vrouw? Het zijn vaak de wat introverte types die niet van grote gezelschappen houden en daardoor minder contacten leggen. Mensen die graag eerst de kat uit de boom kijken en liever een een-op-een gesprek voeren.

Er zijn ook weduwen en weduwnaren, al dan niet met kinderen, die eenzaam zijn, of mensen wiens huwelijk nietig is verklaard, alleenstaande moeders of vaders, die graag een huwelijksband zouden willen aangaan en mogelijk katholieken in spe.

Daarom is er bij ons het idee ontstaan om ons voor deze groep in te zetten. Wij denken dan aan het uitnodigen van een gelijk aantal mannen en vrouwen in dezelfde leeftijdsgroep (30 t/m 45 ongeveer) voor bijvoorbeeld een gezellige boswandeling met eventueel halverwege een lunch. Zo kunnen mensen elkaar op een natuurlijke, ongedwongen wijze leren kennen.

Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met: spontaneous.meeting@gmail.com

Doordeweekse Vieringen

Maandag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
1e maandag van de maand: 10:00 uur: Kapel
Barbarabegraafplaats
Dinsdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Rafaëlkerk
09.30 uur Dominicus – wereldwake
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
Woensdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
1e woensdag van de maand: Rozenkrans om
19.00 uur in de Johannes-Bernardus.
Donderdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Rafael
12.00 uur Augustinus
Vrijdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Wederkomst des Heren
ochtendgebed
10:00 uur: Dominicus
12.00 uur Augustinus
18.00 uur Rafael: Ambrosiaanse vesper
19.00 uur Catharina
1e en 3e vrijdag van de maand:
10:00 uur: San’Egidio, Augustinuskerk.
Zaterdag
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus

 

Algemeen Contact

Adressen van de kerken

Aloysiuskerk
Adriaen van Ostadelaan 2

Sint Antoniuskerk
Kanaalstraat 198

Sint Augustinuskerk
Oudegracht 69

Sint Catharinakathedraal
Lange Nieuwstraat 36

Sint Dominicuskerk
Palestrinastraat 1

Johannes-Bernardus
Oranje Nassaulaan 2

Nicolaas-Monica-Jacobus (NMJ)
Boerhaaveplein 199

Sint Pauluskerk
Willem de Zwijgerplantsoen 19

Rafaëlkerk
Lichtenberchdreef 4

Wederkomst des Heren / “Buurthuis Bij Bosshardt”
Marco Pololaan 10

Parochiesecretariaat Utrecht

Adriaan van Ostadelaan 4
3581 AJ Utrecht

Openingstijden:
Maandag, Dinsdag & Donderdag: 10.00 – 15.30 uurVrijdag: 09.00 – 12.00 uur
Tel: 030 – 254 6147
E-mail: secretariaat@katholiekutrecht.nl