kinderkerstkoor

Kinderkerstkoor gezocht

De Jacobusgemeenschap is op zoek naar kinderen vanaf groep 3 die dit jaar mee willen zingen tijdens de gezinsviering van 24 december, om 18.00 uur.
We oefenen 3 keer op maandagmiddagen (3, 10 en 17 december) van 15.00 tot 16.00 uur in de Oranjekapel (Amsterdamsestraatweg 441A), inloop vanaf 14.45 uur.
Deelname is gratis. Meld je aan bij Melde van Dijk: meldevandijk@gmail.com.

Voor meer informatie klik hier.

mixtuurcd

Mixtuur brengt Kerst-CD uit.

Na maanden van voorbereiding is het dan toch echt zover.
De CD met kerstliederen die Mixtuur ter gelegenheid van het 50 jarig bestaan van het koor heeft opgenomen is klaar.
We zijn trots op het resultaat en hopen dat u allen met veel genoegen er naar zult luisteren.

We zijn de sponsoren dankbaar voor hun bijdrage waardoor dit project gerealiseerd kon worden!

Wanneer en waar kan ik deze cd kopen?

U kunt voor €10,- ook in het bezit komen van deze CD!

“Kerst met Mixtuur” is in de Aloysiuskerk te koop op:
zondag 25 november na afloop van de viering,
zaterdag 8 december na afloop van de viering,
vrijdag 14 december bij de Lichtjestocht,
zondag 16 december na de Volkskerstzang,
zondag 23 december na de viering,
maandag 24 december na de vieringen van 18.00 en 20.30 uur,
dinsdag 1 januari na de viering,
zondag 6 januari na de viering.

Tijdens de openingstijden van het Centraal Secretariaat aan de Adriaen van Ostadelaan 4, zal de CD ook daar verkrijgbaar zijn. Veel luisterplezier!

Overhandiging eerste exemplaar

De uitreiking van de eerste cd aan dirigent Sebastian Holz en pianist/organist Wim Does

PA_PreekvdLeekEnLogo

Preek van de Leek van Wim Rozendaal

De komende weken zal u op katholiekutrecht.nl alle preken van de acht amateursprekers van de Preek van de Leek kunnen lezen. Deze preken zijn geïnspireerd in een tekst van de apostel Paulus. Deze week de preek van: Mike Kortekaas.

Paulus  –  1  Korinthe  – 9  –  vers 24 tot en met 27

De brief van de apostel Paulus aan de Korinthiërs is geadresseerd aan de Gemeente van God en geloven in Jezus Christus en dus niet aan alle inwoners van deze havenstad. In de eerste hoofdstukken wijst Paulus de gemeente op de problemen die er zijn, zoals verdeeldheid de een is voor Apollos een ander voor Paulus en een derde voor Kefas en hij wijst de gemeente op de misstanden en zonden die er op allerlei gebied zijn. De gemeente van Jezus hoort een voorbeeld voor de wereld te zijn om mensen tot jaloersheid te wekken. Hoe vaak is het niet dat mensen zonder geloof zien en zeggen moet je die zien die geloofd  in God maar zijn/haar handelswijze is alleen om er zelf beter van te worden. We moeten mensen niet op fouten wijzen, maar ze moeten uit onze manier van leven kunnen zien dat we uit liefde tot God en de naaste handelen. En dan in hoofdstuk 9 vers 24 t/m 27 geeft Paulus aan hoe te handelen om in dit  leven en daarna zalig te leven en te sterven en hij vergelijkt dit met een wedstrijd waar een prijs is te winnen: Bij een wedstrijd zijn er allerlei mensen aanwezig toeschouwers, journalisten, trainers, wedstrijdleiding en spelers. Toeschouwers kunnen commentaar leveren toejuichen etc. maar  ze nemen geen deel aan de wedstrijd. Zo zijn er in de kerk ook mensen die trouw de diensten bezoeken hun zegje doen bij gemeenteavonden en kerkelijk meeleven echter ze hebben geen deel aan de gemeenschap met God en het is alleen buitenkant komt er tegenslag, verdriet etc. dan komen ze in opstand en laten het geloof varen, ze vertrouwen niet op God maar op zichzelf. Alleen de spelers nemen deel aan de wedstrijd en kunnen winnen en wie winnen er: De speler die wil winnen moet trainen, dingen laten genoeg slapen en de tijd voor de wedstrijd zich dingen ontzeggen zodat hij/zij fysiek sterk aan de wedstrijd begint in  topconditie zo is het ook in het leven van gelovige we kunnen niet overal aan meedoen, we moeten keuzes maken we moeten oog gericht houden op de kroon die ons belooft is.

Alles wat ons tegenhoudt of belemmert om de prijs te winnen moeten we afstand van doen. De atleten strijden voor een vergankelijke prijs. Wij voor een onvergankelijke, eeuwige prijs. In de brief aan de Hebreeën noemt de apostel een wolk van getuigen, zoals Abraham, Jacob, Mozes, David en zovele anderen die door het geloof hun vaderland hebben verlaten, honger geleden, ziekte doorstaan alles door het geloof om de eeuwige roem te verkrijgen.

In ons leven kunnen we te maken hebben met verdriet dierbaren kunnen ons door de dood ontvallen en we weten niet wat Gods bedoeling is met deze weg, we kunnen in opstand komen en zeggen waarom moet ons dit overkomen is er dan geen Almachtige God, maar God geeft ons beproevingen niet om ons te straffen maar uit liefde om ons dichter bij hem te brengen. Alles wat ons afhoud van de prijs betekent dat we de  kroon niet krijgen, al ons leed, verdriet en tegenslag moeten we in vertrouwen in de hand van de God leggen die ons met liefde omringt. In de bijbel staat alles wat ons aan tegenspoed overkomt daar weten we de reden niet van maar achteraf zullen we het begrijpen. Wij zijn zo hoogmoedig en denken dat we alles wel zelf kunnen en als het ons voor de wind gaat dan zeggen we al snel kijk wat ik gedaan, bereikt heb en hebben God niet nodig. Als we tegenslag ondervinden verdriet armoe dan worden we opstandig en geven God de schuld van onze problemen en als hulp uitblijft komen we in opstand tegen God en zeggen waar is God? Wij kunnen zo moeilijk van genade leven, willen het zo graag zelf doen onderweg door het leven van de loopbaan afdwalen en niet gericht zijn op de kroon de prijs die er voor ons ligt te wachten. Als we aan de wedstrijd meedoen moeten we anderen geen regels opleggen waaraan we  ons zelf niet aan houden.

We moeten niet leven alsof we geen doel hebben ons niet laten verleiden tot de waan van de dag, niet leven alsof er geen God bestaat. Als we God liefhebben en onze zonden door het lijden van Jezus aan het kruis volbracht vergeven zijn dan richten we ons op het einddoel de prijs die voor ons is weggelegd. En als we dan dit leven verlaten en de prijs ontvangen dan zullen we eeuwig bij God in de hemel zijn en daar is geen verdriet daar is geen gebrek geen zonde alleen eeuwige gelukzaligheid en God de eer toebrengen en met ons zal zijn een menigte die niemand kan tellen. Jaag dan de prijs na voor een onvergankelijk leven ik nodig allen uit om deel te nemen aan de wedstrijd voor-door- het leven. Je zult er geen spijt van hebben onze God is een liefhebbend God en wie het doel in het oog houd zal overwinnen en de onvergankelijke prijs ontvangen en eeuwige vreugde ontvangen. Wie is de volgende deelnemer? Maranatha Jezus komt!!!!!

Wim Rozendaal: Gepensioneerd, maar druk met tuinieren en lezen. Ruim 40 jaar als accountant gewerkt in diverse functies.

Met dank aan de Preek van de Leek werkgroep

De prekers vanaf links: Fried Spelier, Wim Rozendaal, Leontine van Vliet, Jan de Vries, Eberhard Licht, Tineke Koenders en Len Borgdorff (Foto: Nico Plasmeijer).

buurtconcierge

Buurtconciërge op bezoek

Sterre Hijlkema, de buurtconciërge, en de “mannen van” de Sint Aloysiuskerk hebben elkaar onder het genot van taart ontmoet.
Zij mocht langskomen bij de maandelijkse vergadering om zichzelf voor te stellen en te bespreken over hoe zij het beste kan samenwerken met de kerk. Een van de mogelijke ideeën is om de al lang geplande AED voor de kerk buiten te hangen in een kast waar burgerhulpverleners dan ook gebruik van kunnen maken.

Voor vragen over de wijk, voorzieningen of overlast kunt u contact met de buurtconciërge nemen, tl.: 06-83114849, of even bij haar op de koffie komen op dinsdagochtend van 10.00 tot 12.00 uur bij Brasserie van Ostade (Adriaen van Ostadelaan 65).

PA_PreekvdLeekEnLogo

Preek van de Leek van Mike Kortekaas

De komende weken zal u op katholiekutrecht.nl alle preken van de acht amateursprekers van de Preek van de Leek kunnen lezen. Deze preken zijn geïnspireerd in een tekst van de apostel Paulus. Deze week de preek van: Mike Kortekaas.

Paulus  –  1  Korinthe  – 9  –  vers 24 tot en met 27

Analyse en synthese
Rode draad  Wedstrijd en de inzet die je levert om kampioen te worden is als metafoor bruikbaar voor een reflecterend leven gericht op het niet Aardse. Ambitie Voor het halen van doelstellingen is maximale inzet een noodzakelijke voorwaarde; lever die inzet afgemeten naar een Aards doel (de loopbaan) én naar een Bovenaards doel. Urgentie Groei uit tot all-round mens; stop niet als je kampioen bent op een aards – werelds niveau, reflecteer op wat geestelijk kan worden bereikt. Zelfbeheersing Als ik niet zelf –in dit licht– een gedreven inzet lever dan haal ik het geestelijk doel niet en zal op beide niveaus niet worden aangezien als all-round. Dus belangrijk is ‘walk the talk’. Leg jezelf (een) discipline op Omarming Je bent als mens in de gelegenheid gesteld; als mens in staat op je hoogste maat van ontwikkeling te reflecteren, na te denken over wat het meest gewetensvol past om jezelf en anderen van dienst te zijn. Sta van tijd tot stil bij dit vermogen dat ons is gegund; handel daar –met vallen & opstaan– naar.

Preek – opzet
24 – Op de atletiekbaan lopen deelnemers in een wedstrijd, de koninginnesprint van 200 meter, een hordenloop, buiten het stadion een marathon of zwemmen 163 kilometer voor het goede doel. Als we zelf meedoen, dan doen we dat om te winnen! Hoe ver kan het gaan om de  hoofdprijs in de wacht te slepen? Bij ons lijkt wel; het doel heiligt alle middelen!
Als toeschouwer worden we geboeid door de inzet, het alles geven, de prestatie, de honderdsten van secondes sneller zijn, het allerlaatste wereldrecord. De wedstrijd zelf kunnen we ervaren als het even stilstaan van de tijd. En zoals voor de atleet, juist dat maakt de wedstrijd tot een monument van ontspanning. Het krachten meten bevrijdt onze drukke geest voor een moment van zijn beslommeringen.
Één is de winnaar van de wedstrijd, de overwinnaar van zijn of haar medestrijders.  Één wordt bejubeld door het publiek, dat in vervoering is geraakt door wat de zintuigen hebben waargenomen,  Wij krijgen naast de glorie ook de ontgoocheling, teleurstelling en soms het chagrijn mee van hen die het op een spaak- of schaatslengte verschil na, net niet hebben gemaakt. Maakt dat hen tot een mindere deelnemer?
Herkennen we dat een wedstrijd oorspronkelijk en in wezen een spel is? Dat het eervol is te mogen spelen, dat het samen met anderen, met medemensen naar een wedstrijd kijken een unieke gebeurtenis is? En dat winnen onderdeel is van de twee keer drie-kwartier in plaats van het enige resultaat dat telt?

25 – Het hardloopparcours in Paulus tijd komt in grote lijnen overeen met de wedstrijdbanen van 2018 en daarmee is de vergelijking die Paulus maakt ook in onze tijd goed verstaanbaar.
Voor de atleet begint alles met je in te schrijven, je voor te bereiden, je kwalificeert je,  je oefent, je zondert je af om je 100% te concentreren op wat komen gaat, je trekt je geest naar binnen om niet afgeleid te worden, of zoals een olympiër schetst: “als topsporter ben je in jezelf gekeerd met extreme doelstellingen.“
Dan is het moment daar; je groet je medestrijders op de renbaan, je groet het publiek, neemt je startpositie in, je luistert, binnen en buiten wordt het stil, een met kracht geladen stilte valt over jouw parcours, over je toeschouwers, over jezelf… Daar is het startschot, en alles komt -zoals het was bedoeld- versneld in beweging. Jouw beweging.
De krachten zijn ontketend, wie zich de overwinnaar mag gaan noemen heb jij, nu onder je gelijken, niet meer in de hand, In het oude Rome wist men dat is in de hand van de Goden,  De gouden tijden zijn in de hand van God, het Goddelijke, onze Schepper.
En de atleet komt in de strijd van luttele seconden zichzelf tegen… Het is na iedere verloren race vallen en weer opstaan. Onze atleet geeft het niet op, nee; hij of zij geeft het nooit op!

26 – Wij zagen onlangs een Olympisch kampioen 11 stedenkruisjes halen om nadien te kunnen zeggen, ‘het is volbracht’. En we beleefden het massaal mee. Hoe hebben wij ons kunnen verplaatsen in wat hij in zijn titanenstrijd meemaakte uur na uur? Wij waren er met onze aandacht bij, hebben het zien voltrekken aan ons geestesoog, we zagen het gebeuren.
We raakten geroerd. Zulke haast bovenmenselijke inspanning, deze uitputting die tot de bodem van een bestaan gaat, waarderen we met het bijeenbrengen van bijna 5 miljoen euro’s voor het goede doel. Het bindt, spreken we elkaar toe, de samenleving bijeen, we voelen ons daarmee verbonden! Een samenleving heeft zijn helden nodig!
En kort daarna gaan we over tot de orde van de dag. Zou dat in de dagen van Paulus onder de Corinthiërs anders geweest zijn ? Hoeveel voorbeeld zijn de kampioenen van de wereld in ons dagelijks leven? Atleten willen de beste worden van alle atleten. Het is de kroon op hun vakmanschap, door iedereen herkend te worden als allround atleet. Wat is het vakmanschap dat voor ieder van ons mensen is weggelegd? Waar kunnen wij ons als mens het best in bekwamen? Wat is de kroon op ons vakmanschap als mens?
Wanneer worden wij door onze medemens herkend als een allround mens?
Paulus in zijn brief vergelijkt de opgave voor een atleet met de opgave waar ieder mens voor staat, die op deze aarde geboren wordt. Doe je uiterste best om je als mens te bekwamen in de sportieve opgave om allround mens te zijn en daarin tot het uiterste te bekwamen.
Welke voorbereidingen moeten wij treffen om die wedstrijd te spelen, dat kampioenschap te behalen? Als je het doel niet herkend, dan kom je er ook niet voor in actie. Herkennen en erkennen wij een hoger doel in ons leven? Kunnen wij in deze tijd van digitale overvloed nog stil staan bij een hoger doel dat in ons besloten ligt maar niet zo zichtbaar is als een werelds record? Gunnen wij onszelf tijd om stil te staan en in verwondering ons mens zijn te aanschouwen? Wat ondernemen we met aandacht om daarin steeds krachtiger te worden?

27 – Paulus zegt; ik bedwing mijn lichaam. In de Engelse vertaling ‘ik matig me in alles’ om niet afgeleid te worden van mijn persoonlijk doel om de hoogste, onvergankelijke prijs, mij als mens niet te laten ontgaan. “Deze inspanning, waartoe ik anderen aanspoor, moet ik zelf praktiseren, wil ik dienstbaar en een geloofwaardig voorbeeld zijn”. in 2018; ‘Walk the Talk.’
En de mens komt in die strijd van alle dag en alle jaren zichzelf tegen. Het is in ons leven vaak vallen en weer opstaan. Geven wij als de atleet uit Corinthië ons streven en zoeken nooit op?
Die niet vergankelijke prijs waarover Paulus spreekt. Het kampioenschap van ‘mens-zijn’ is voor ieder van ons weggelegd! Geef dit nooit op! wat er onderweg ook gebeurt! Daarin is Jezus de wonderbare weldoener en raadsman van Nazareth ons voorgegaan. Dat heeft hij ons als voorbeeld voorgeleefd.  Het resultaat is –zo u luisteraar wil- in de hand van de goden. Het wordt ons rijkelijk gegund door de hand van God, het Goddelijke – onze Schepper. Het vallen en opstaan dat daarbij hoort is ons aardse kampioenen eveneens gegund!
Herinner u dan –wanneer u de komende tijd een wedstrijd ziet, of aan een wedstrijd deelneemt, waarin de aanstaande kampioen met alle inzet het hoogst haalbare in deze wereld tracht te bereiken– welke onvergankelijke kampioen in stilte in uw zelf leeft.

Mike Kortekaas: Een hele bioloog (doctoraal), een halve filosoof (propedeuse). Gewerkt voor de overheid en in de financiële dienstverlening. Speciaal: hij schrijft sonnetten.
(vanwege een plotselinge ziektecrisis in zijn familie heeft hij zijn preek niet live kunnen houden).

Met dank aan de Preek van de Leek werkgroep

De prekers vanaf links: Fried Spelier, Wim Rozendaal, Leontine van Vliet, Jan de Vries, Eberhard Licht, Tineke Koenders en Len Borgdorff (Foto: Nico Plasmeijer).

christmas-glass-advent-still

Kinderadventkoor Jacobusgemeenschap

De Jacobusgemeenschap is op zoek naar kinderen vanaf groep 3 die dit jaar mee willen zingen tijdens de viering van 2 december, eerste zondag van Advent om 12.15 uur in de Oranjekapel (Amsterdamsestraatweg 441A).
We oefenen maandag 19 en 26 november vanaf 15:00 uur in de Oranjekapel, inloop vanaf 14.45 uur. We werken aan het thema “Moeder en kind”.
Voor wie het leuk vindt gaan we in december ook door met onze Kinderkerstkoor voor de kerst-gezinsviering op maandag 24 december 2018 om 18:00 uur.
Deelname is gratis. Meld je aan bij Melde van Dijk: meldevandijk@gmail.com.

Voor meer informatie klik hier.

PA_PreekvdLeekEnLogo

Preek van de Leek van Eberhard Licht

De komende weken zal u op katholiekutrecht.nl alle preken van de acht amateursprekers van de Preek van de Leek kunnen lezen. Deze preken zijn geïnspireerd in een tekst van de apostel Paulus. Deze week de preek van: Jan de Vries.

Paulus  –  1  Korinthe  – 9  –  vers 24 tot en met 27

Over de verliezers van de hardloopwedstrijd – wat betekend armoede voor christenen? O waar wil je heengaan? En kan ik je volgen? En hoe overleef je? Hoe kom je ooit aan? Je hebt geen bepakking, geen tent en geen kleding, geen eten, geen drinken – hoe kun je bestaan? Dit liedje hebben wij enkele weken eerder in de viering gezongen. De dichter René van Loenen wil ermee zeggen hoe arm Christus was. Hij trok met zijn leerlingen van huis naar huis en hun inkomsten waren wat zij kregen van de mensen waar ze terecht kwamen. Ze waren echt arm. Wat is de betekenis van armoede voor onze samenleving? Kunnen wij echt een idee van de omstandigheden hebben waarin Jezus leefde? Denken we er zelfs over na? Nee, want we kijken altijd omhoog of naar diegenen die sneller zijn. Wij kijken naar de buren die net een nieuwe keuken hebben gekocht en naar de topmanagers, die zichzelf steeds hogere lonen garanderen. Ons dagelijks leven drijft ons. We hoeven helemaal niet te vertragen. We mogen nooit uit balans raken.

„Every day Happiness“ is geschreven op de chocolade die we in de fair trade-winkel kopen. Onze mooie, gezonde wereld moet niet worden bekrast en we moeten ons altijd goed voelen. Armoede bestaat buiten onze mooie wereld. Hooguit raken we soms geïrriteerd als we horen dat de kloof tussen rijk en arm groter wordt. Maar we kijken dan ook meer omhoog dan omlaag. Leven onder de armoedegrens is de grootste schande. En we geloven de politici als ze zeggen dat ze de mensen uit de armoede willen halen. Maar als alle mensen in de wereld zoals wij hier in Europa willen leven, zou de aarde vier keer groter moeten zijn om alles te reproduceren wat wordt verbruikt. Maar vooral als christenen moeten wij ons laten aanraken door armoede. We moeten ons realiseren dat we armoede niet hoeven te veroordelen of te minachten. De eerste stap daar naartoe is om de termen armoede en ellende schoon te scheiden. Het maakt een groot verschil of iemand in armoede leeft of in ellende. We realiseren hoe moeilijk dat is om het te begrijpen als we onze pastorale visie lezen. Daar staat letterlijk: „Ook alle stadsproblemen (mensen zonder werk, langdurige armoede, vandalisme, eenzaamheid, dakloosheid, gebrekkige integratie) zijn in Utrecht te vinden. In sommige wijken is dit sterker voelbaar en zichtbaar dan in andere.

“ Tussen langdurige armoede en vandalisme of eenzaamheid maken wij helemaal geen verschil. Maar er is een groot verschil. Jezus spreekt in het evangelie van de ontberingen. Hij spreekt van de hongerigen en dorstigen, de vreemdelingen, de naakten, de zieken en de gevangenen (Mattheüs 25: 35-36). Maar armoede is er voor hem geen deel daarvan. Omdat Jezus zelf in armoede heeft geleefd. Wij moeten opnieuw leren dit te differentiëren. Deze vormen van nood hebben niets met armoede te maken. Wij kunnen ellende en nood elimineren zonder armoede te hoeven te elimineren. Armoede zonder nood en ellende kan zelfs mooi zijn. Ik zelf ken armoede zonder ellende. Ik ben opgegroeid in de DDR en wij leefden aan of of beneden van de armoedegrens na de hedendaagse definitie. Ik heb 4,5 jaar gestudeerd en had een goede baan bij een onderzoeksinstituut. Ik leefde bescheiden, maar toch was het geld vaak op voor het einde van de maand. Bananen en sinaasappels waren alleen beschikbaar voor Kerstmis. Er was alleen een soort kaas in de koelschapen en we hebben de papieren zakken van het meel weer terug naar de winkel meegenomen. Deze waren dan voor de eieren bij de volgende keer boodschappen doen. Altijd was iets nodig dat wij niet konden kopen maar de vrienden of buren hebben steeds graag geholpen. Wij leefden in armoede in de DDR maar wij hadden geen ellende of nood. De zieken werden geholpen, er was geen eenzaamheid en iedereen werd gerespecteerd. Jullie kennen allemaal de foto’s en video’s met enthousiaste mensen bij de val van de Muur. Maar dat waren misschien 100.000 of 500.000 mensen die dachten dat West-Duitsland een paradijs was. Dat waren niet de 16 miljoen mensen die een normaal leven leidden in de DDR. Ik kan me de gezichten van mijn collega’s nog goed herinneren op de ochtend van 10 november 1989. Er was geen vreugde of enthousiasme, er was alleen zorg voor de toekomst. Na de val van de Muur vond ik een nieuwe baan en richtte later mijn eigen bedrijf op. Maar Ik ontmoette nu alleen mensen die meer geld wilden. ‘S avonds, als ik door de winkelstraten en prachtige winkelcentra loop, ontmoet ik alleen mensen die op zoek zijn naar hippe kleding of naar vaatwassers die geen geluid maken. Ik wist dat iets fout is. Maar ik wist niet wat er fout is. Vandaag heb ik eindelijk weer armoede gevonden.

Sinds ongeveer een jaar werk ik als vrijwilliger in een daklozenopvang. Er zijn mensen die echt arm zijn. Al hun spullen passen in een koffer of in twee boodschappentassen. Maar ze worden verzorgd door onze samenleving of ze doen kleine klussen die voldoende zijn voor eten en accommodatie. En als ik iemand vraag, hoe gaat het, weet ik dat hij antwoordt: het zou iets beter kunnen, maar over het algemeen gaat het goed. Deze eenvoudige mensen zijn tevreden en je kunt het voelen in de sfeer die daar heerst. Ze hebben een dak boven hun hoofd, krijgen voedsel en kunnen een huisarts bezoeken. Wanneer ik bij hen ben, is het niet moeilijk om mij voor te stellen dat Christus zo met zijn leerlingen leefde. Kunnen we ons als christenen dat voorstellen? Ik denk dat de meesten van ons dat helemaal niet kunnen. Maar om dichter bij het koninkrijk van God te komen, moeten wij leren om dat te kunnen. Christus leefde echt op die manier en hij eiste dat zijn volgelingen ook zo zouden leven. Ik zou te veel eisen als ik zeg, geef je bezittingen en welvaart op. Maar het minste wat we kunnen doen is heen te kijken en proberen de schoonheid van armoede te herkennen. Wie zou daartoe in staat zijn, zo niet wij als christenen.

Eberhard Licht: Protestants gedoopt in 1955 in de DDR. Maar kerk bleef buiten beeld tot hij zijn vrouw Myriam in 1997 ontmoette. Hij stapte onmiddellijk over naar de katholieke kerk. ‘Sindsdien geen viering meer overgeslagen’. Zingt in de Pauluscantorij.

Met dank aan de Preek van de Leek werkgroep

De prekers vanaf links: Fried Spelier, Wim Rozendaal, Leontine van Vliet, Jan de Vries, Eberhard Licht, Tineke Koenders en Len Borgdorff (Foto: Nico Plasmeijer).

PA_PreekvdLeekEnLogo

Preek van de Leek van Jan de Vries

De komende weken zal u op katholiekutrecht.nl alle preken van de acht amateursprekers van de Preek van de Leek kunnen lezen. Deze preken zijn geïnspireerd in een tekst van de apostel Paulus. Deze week de preek van: Jan de Vries.

Paulus  –  1  Korinthe  – 9  –  vers 24 tot en met 27

Spelregels
Bij het horen van de wedstrijd “lekenpreek” hoopte ik op een mogelijkheid om u te kunnen laten horen wat ik u zou mee willen geven op een zondagmorgen. Een vermaning? Een ondersteuning? Een noodkreet? U mag het zelf zo een etiket geven.

Om de competitie te kunnen doen, heeft de jury aan iedereen stuk gegeven uit een brief van Paulus. Natuurlijk een voor mij onbekend stuk, want als katholiek ben je toch niet zo goed thuis in de bijbel. Dat stuk gaat overigens ook over een competitie. Helaas of gelukkig –u mag dat zelf bepalen– zijn er vele vertalingen van in omloop, zodat er stof tot discussies is geweest en zal blijven. Ik heb gekozen om uit te gaan van de laatst bekende vertaling.

Ik lees in de slotzin mijn uitgangspunt: De spelregels, waar Paulus over zegt dat hij gediskwalificeerd wordt als hij de regels zou opstellen. In de andere stukken van zijn brief is hij daar overigens niet zo voorzichtig mee: Mag een vrouw zonder bedekking van het hoofd wel bidden? En een man met hoofddeksel? Ik gebruik dit bruggetje even om naar de kern van mijn overdenking te gaan: de spelregels van ons geloof. De tien geboden.

Ook daarvan zijn er meerdere versies in omloop. Ik ben alleen maar op de hoogte van de catechismus en degenen die aan Mozes zijn uitgereikt op de twee stenen tafelen. Daarbij verbaasde het mij zeer dat er niet twee tafelen van elk vijf geboden zouden zijn, maar één van drie geboden over God en één van zeven over de mens.

Het eerste gebod zou de kern moeten zijn. De kennismaking. Maar bij een steeds veranderende maatschappij, kan je moeilijk nu nog verkondigen dat het kenmerk van onze God is, dat hij de Joden uit Egypte heeft geleid. Het deel van de afgoden is overbodig en kan er dus uit. Ik zou willen voorstellen om dat eerste gebod om te zetten in: Ik ben de Heer, uw God. Ik ben er altijd geweest is en zal er ook altijd zijn.

Het tweede gebod is mijns inziens bij zowel de protestanten als de katholieken overbodig. Bij de katholieken mag je niet vloeken en bij de protestanten geen afbeeldingen maken. Als we ons realiseren dat de tien geboden MEDE een reactie is geweest op het gouden kalf en het geklaag van de Joden over hun omstandigheden, is het een gebod voor DIE TIJD. Eruit dus. Ruimte voor iets essentieels: U stelt zichzelf niet centraal in deze wereld, maar Mij of Mijn geboden en uw naasten.

Het derde gebod. De dag des Heren heiligen. Bedoelt God daarmee “verboden te werken en verplicht naar de kerk gaan”? Miljarden mensen weten niet eens wat een kerk is. Heiligen is eigenlijk niets anders dan “ helen”? Weer compleet maken, herstellen. Dan is het derde gebod gewoon: Wees er één dag per week bewust mee bezig, u te bezinnen, waartoe u hier op de aarde bent. (Dat kan middels gebed, maar ook met naastenliefde of goede werken).

Het vierde gebod. Eert uw vader en uw moeder. Soms gewoon onmogelijk en vaak ook lastig bij samengestelde gezinnen. Zullen wij het hier anders formuleren?

Waardeer de moeite die uw opvoeders hebben getroost, als zij van u een goed mens hebben willen maken, die er niet alleen voor zichzelf is.

Het vijfde gebod: Gij zult niet doden. Roept bij mij vragen op. Mag oorlog voeren wél? Mag de doodstraf wel? Mag je uit zelfverdediging wel iemand doden? Mag je voor de wetenschap honderden walvissen doden? Mag mishandelen wel? Mag abortus wel, als je door er één te doden de ander zijn leven redt? Laat ik het proberen groter te bezien: U zult geen fysiek of geestelijk geweld gebruiken tegen uw naaste, tenzij de strafwet u dat toestaat. Jezus vindt overigens ook dat men zich gewoon aan de wet moet houden.

Zesde gebod. Gij zult geen onkuisheid doen. Met ME TOO in het achterhoofd, echt weer van deze tijd. Ik wil het graag omzetten naar: Sex zonder wederzijdse liefde is alleen toegestaan tussen volwassenen, die daar, zonder dwang, uitdrukkelijk en onvoorwaardelijk in hebben toegestemd .

Zevende gebod. Gij zult niet stelen. Een Nederlandse bisschop heeft het al eens genuanceerd. Als je echt geen brood kunt kopen, mag je het pikken. Ik ga het omdraaien: U dient ervoor te zorgen dat uw naaste, die zonder succes probeert zijn dagelijks brood met eerlijke arbeid of uitkering te verdienen, dat niet hoeft te stelen.

Achtste gebod. Gij zult niet liegen. Maar als zelfs in de strafwet staat, dat je alles mag ontkennen, als je wordt verdacht van een misdaad, dan denk ik dat er iets moet staan over: verwar geen feiten met meningen: Bestempel niet iets als een feit, als het uw mening is en maak van een halve waarheid geen hele leugen, door er iets aan toe te voegen of weg te laten.

Negende gebod: Gij zult geen onkuisheid begeren. Vloeit eigenlijk voort uit het zesde gebod. Als echter in de genen van de mens de oerdrang tot voortplanting aanwezig is, is het soms een onmogelijke opgave. De excessen moeten eruit. Ik zou dus zeggen. U dient uw lusten te beteugelen, zodat ze aan anderen geen schade berokkenen.

Tiende gebod : Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort. Rechtvaardig begeren mag dus wel? Onbegrijpelijk. Gewoon dus: Wees niet jaloers op een anderman’s geluk, relatie of bezit.

Ik hoop met bovenstaande overwegingen u wat handvatten te hebben gegeven om nog trotser te zijn op de christelijke overtuigingen. Misschien helpen ze om het anderen duidelijk te maken.

Ik kan alles symboliseren met deze ouderwetse vierkleurenbalpen. De maker heeft er een SOFT TOP op gemaakt om hem ook te kunnen gebruiken bij een mobieltje. Oude ideeën aanpassen om die te kunnen blijven gebruiken.

Waarom doen we dat niet bij ons geloof?

Tot slot wil ik God en u om vergiffenis vragen, als Hij of u is gekwetst door deze lekenpreek. Amen

Jan de Vries: Geboren in 1952, deze Tuindorper behoort tot de veteranen van de Pauluskerk.

Met dank aan de Preek van de Leek werkgroep

De prekers vanaf links: Fried Spelier, Wim Rozendaal, Leontine van Vliet, Jan de Vries, Eberhard Licht, Tineke Koenders en Len Borgdorff (Foto: Nico Plasmeijer).

PA_PreekvdLeekEnLogo

Preek van de Leek van Fried Spelier

De komende weken zal u op katholiekutrecht.nl alle preken van de acht amateursprekers van de Preek van de Leek kunnen lezen. Deze preken zijn geïnspireerd in een tekst van de apostel Paulus. Deze week de preek van: Fried Spelier.

 

Paulus  –  1  Korinthe  – 9  –  vers 24 tot en met 27

Hier begint hij met: 24U weet het: alle hardlopers in het stadion rennen om het hardst, maar slechts één wint er. Ren dan om te winnen!
In de vooraf gaande verzen zegt Paulus er al een en ander over: (1 – 23): 2Al ben ik voor anderen geen apostel, voor u toch zeker wel; 19Hoewel ik van niemand afhankelijk ben, heb ik me slaaf gemaakt van al, om zo veel mogelijk mensen voor Christus te winnen.  20aBij de Joden leef ik als Jood om de Joden te winnen.  20bMet hen die onder de wet staan, leef ik als aan de wet onderworpen om hen te winnen.  21Met de wettelozen werd ik als een wetteloze – onderworpen aan de wet van Christus – om de wettelozen te winnen.  22aMet de zwakken ben ik zwak geworden om de zwakken te winnen.

En hij sluit hier af met: Ik ben al wat je wilt, om een en al te winnen, voor het evangelie en om er zelf deel aan te krijgen.
In de laatste verzen zegt Paulus (24 – 27): 24U weet het: alle hardlopers in het stadion rennen om het hardst, maar slechts één wint er. Ren dan om te winnen!  25Atleten ontzeggen zich alles. Zij doen dat om een vergankelijke krans te winnen, wij doen het voor een onvergankelijke.  26Ik loop dan ook niet zomaar wat, ik ben geen bokser die in de lucht slaat.
27Ik hard mijzelf en houd mij onder strikte tucht om niet, na voor anderen gepredikt te hebben, zelf verworpen te worden. En wat heeft onze geloofsgemeenschap hiermee te winnen:

Legt Paulus niet uit dat het geen gelopen race als in ’t stadion is?
Een en al trainen, lopen samen op weg, in Een en al liefde.
Je geven vooral, je geven voor al.
Paulus leeft voor de onvergankelijke, om te winnen: Een en Al.
Dit is winnen dan, om de ander.
Hoe win je er één, al met liefde.
Welke gave heb je over voor de één, en al.
Liefde is overgave, je zelf overwinnen, voor Een en Al.
Je weet toch – het spreekwoord zegt – meedoen is belangrijker dan winnen.
De race loop je niet alleen.
Voor de onvergankelijke telt iedereene.
Al (is) liefde, een en al liefde. Een en Al.

Met een en al overgave zijn er in liefde minstens twee winnaars. Die Ene staat vast, de ander kan jij zijn. En Paulus, wat nu? Ik geef me gewonnen, Een en Al.

 

Fried Spelier: Zoon van bakker Spelier in Wijk bij Duurstede. HTS Elektrotechniek en informaticus. Sinds ruim een jaar parochiaan Pauluskerk.

Met dank aan de Preek van de Leek werkgroep

De prekers vanaf links: Fried Spelier, Wim Rozendaal, Leontine van Vliet, Jan de Vries, Eberhard Licht, Tineke Koenders en Len Borgdorff (Foto: Nico Plasmeijer).

PA_LogoPaulusViertKlein

Paulus vierde feest – een terugblik

De hele maand september stond in het teken van het 85-jarig bestaan van onze Paulusgemeenschap en het 50-jarig bestaan van het Paulus Jongerenkoor. Het hoogtepunt van de feestelijkheden vond plaats in de week van 24 t/m 30 september.

We trapten af met ‘de Preek van de Leek’: een preekwedstrij rond de eerste brief aan de Korintiërs vande apostel Paulus, 1 Kor. 9: 24-27. Tineke Koenders (3evan rechts) mocht zowel de jury- als de publieksprijs in ontvangst nemen.

 

De maandelijkse bezinningsmaaltijd “Met Paulus aan Tafel”, was deze maand extra feestelijk: Piet Keppel schotelde ons een uitgebreid viergangenmenu voor. Jos Hettinga had allerlei ingestuurde herinneringen gebundeld, in een mooi boekje.

 

Ter afsluiting van de feestelijkheden was er een viering, opgeluisterd door een enorm koor samengesteld uit al onze huidige koorleden en aangevuld met jongerenkoor-reünisten.

’s Middags presenteerde eindredacteur Werend Griffioen aan Pastor Boogers heteerste exemplaar van ons jubileumblad.
Er was volop gelegenheid elkaar te ontmoeten, oude fotoalbums in te zien of de presentatie te bekijken van de kunstobjecten die door de jaren heen verbonden zijn geraakt aan de Paulus.
Na een voortreffelijke lunch, konden we het glas heffen en terugkijken op een mooie geslaagde feestweek.

Tineke Koenders winnaar

Tineke Koenders wint preekwedstrijd tweemaal

Op woensdagavond 26 september j.l. won Tineke Koenders van de Jacobusgemeenschap de wedstrijd ‘ Preek van de leek’ die de Paulusgemeenschap in het kader van haar jubileum 85-jaar Paulus organiseerde. Daarbij won ze ook de publieksprijs. Tineke Koenders  hield een overtuigende preek uitgaande van een passage uit de 1e Korinthebrief van de apostel Paulus. Zij bleek de sterkste va de 7 deelnemers voor jury en de 80-mens publiek.

Lees hier haar preek.

Hieronder leest u het artikel van de Preek van de Leek werkgroep.

PA_Interview

Interview met Bernard Vos

In het kader van het 85-jarig jubileum van de Pauluskerk heeft Werend Griffioen een aantal mensen die nauw betrokken zijn/waren bij de Pauluskerk geïnterviewd.
Als opmaat naar de jubileumweek vind u hier elke week een nieuw interview.

 

Deze week: Bernard vos (57)

Bernard is verpleegkundige met als specialisme oncologie. Hij werkt als projectleider kwaliteit en veiligheid bij het ‘Cancer Center’ van het Universitair Medisch Centrum Utrecht.

Bernard is 15 a 20 jaar voorzitter van het liturgisch beraad. Deze taakgroep beraadt zich volgens hem op alles wat met liturgische vieringen te maken heeft. Er wordt geëvalueerd, vooruitgedacht en geadviseerd. Het beraad wil bijdragen aan vernieuwing in de liturgie en (daarbij) de diverse behoeften en wensen van kerkgangers bewaken. Het ideaal is dat elke geleding in dat beraad is vertegenwoordigd, zoals iemand van ieder koren, de lectoren, de kerkversiering etcetera.
Maar dat lukt niet in alle gevallen. Bernard wijt het aan dat er veel werk ligt op weinig schouders en dan heb je geen tijd over om ook nog eens te vergaderen.

Bernard kijkt tegen de paulusgemeenschap aan als club vol goeie bedoelingen. Hij ziet tolerantie, dankbaarheid en waardering voor de moeite die men doet om iets moois van de vieringen te maken. En, benadrukt hij, men staat open voor experimenten. Hij ziet wel een trend dat er minder mensen komen dan bijvoorbeeld vijf jaar geleden. Toen moesten we nog stoelen bijzetten voor de kerstnacht en de paaswake. Nu alleen nog met Kerstmis. Het lijkt er op dat we nu in een stabiele periode zitten. Er is een goede groep gebleven van trouwe kerkgangers en vrijwilligers. Afwezigheid vrijwel altijd veroorzaakt door de kwetsbaarheid die ouderen soms hebben. Maar af en toe ziet hij ook nieuwe gezichten. Vooral het laatste jaar opvallend veel.
Het negatieve imago van de RK speelt een sterk belemmerende rol, volgens hem. Een imago wat de RK kerk, het instituut, ook echt aan zichzelf te wijten heeft. Het is fijn om dan van deze nieuwe mensen te horen hoe positief verrast ze zijn over de Pauluskerk. Een opsteker is voor de Paulus de groei van het kinderkoor tot wel 20 leden. Die kinderen brengen hun ouders mee, voor een deel nieuwe gezichten.

Het aantal kerkgangers wordt door Bernard niet stelselmatig bijgehouden.
Op zich is het aantal niet zo belangrijk zegt hij. Belangrijk is dat de vorm van de vieringen en de omgeving waarin je viert in balans is met de sfeer die het aantal aanwezigen met zich meebrengt. Wat er over 5 jaar gebeurt? Da’s koffiedik kijken, ik maak me geen zorgen, het gaat erom wat we nu met elkaar in de Paulus delen; normen, waarden en een goed verhaal met goede bedoelingen.

PA_Interview

Interview met Ton Peters,ofm

 

In het kader van het 85-jarig jubileum van de Pauluskerk heeft Werend Griffioen een aantal mensen die nauw betrokken zijn/waren bij de Pauluskerk geïnterviewd.
Als opmaat naar de jubileumweek vind u hier elke week een nieuw interview.

 

Deze week: Ton Peters ofm (76)

De franciscanen zijn gestart met een nieuw project in ‘s-Hertogenbosch. Het klooster van de Kapucijnen is mede daartoe aangekocht. Ook het provincialaat zal daar dan gevestigd zijn. En daarmee is onze communiteit opgeheven en het klooster aan de Deken Roesstraat verkocht. Ik zal dan naar ’s-Hertogenbosch verhuizen en daar regelmatig voorgaan in de kloosterkerk.
Daarmee is het moment gekomen om afscheid te nemen van ‘de Paulus’, met absoluut weemoed in het hart. Ik heb de mensen leren kennen als een levendige en actieve gemeenschap.
Het wemelt er van de vrijwilligers die talent en inzet tonen, waardoor ik rustig durf te zeggen dat de Paulus een zelfdragende gemeenschap is.
Wat eruit springt is het gevoel dat je welkom bent. Dat geldt voor mij, maar ook voor de mensen die van buiten de wijk komen, zoals Overvecht. Mensen zoeken naar een kerk die hen aanspreekt en ja, dan komen ze vaak bij de Paulus uit. Niet dat dat nou zo speciaal voor de Paulus is, want elke kerkgemeenschap heeft wel iets wat een zoekend iemand aanspreekt.
In de 25 jaar dat ik meeloop in de Paulus – waarvan een zestal jaar als waarnemend pastoor – ben ik vergroeid geraakt met deze club. Ik voel me echt een Paulusman.

Zeker na de verhuizing van de Paulusgemeenschap naar het Willem de Zwijgerplantsoen – in 1993 – ben ik me steeds meer verbonden gaan voelen. Ik weet nog hoe we met een heel aantal parochianen in plechtige processie met wierook en kaarsen de oude kerk aan de Linnaeuslaan verlieten en de ciborie overbrachten naar de pastorie. De kerk zou snel gesloopt worden, dus het móest wel. De nieuwe Pauluskerk was niet meteen beschikbaar, het toeval wilde dat ik in die tijd, 1993, juist mijn 25-jarig priesterjubileum vierde. Gelukkig konden we terecht in de Tuindorpkerk die heel gastvrij was. We hebben daar de eucharistie gevierd, extra feestelijk natuurlijk. Twee weken later gingen we – weer in processie – naar de nieuwe Paulus, want toen pas was de kerk klaar om de Eucharistie te vieren.

Voor mij is priester-zijn: mensen bij de hand nemen op de weg van Jezus Christus. Ik ben geen leider, maar meer begeleider. Ik ben niet iemand die het beter weet of kan, maar dat ik dat mág doen ervaar ik als een cadeau. Het cadeau is dat je heel dicht, op intieme afstand zelfs, bij mensen bent op scharniermomenten in hun leven. Zo werd ik ’s nachts eens opgeroepen om een stervende bij te staan. De hele familie stond rond het bed van oma. Ik gaf haar de ziekenzalving en de zoon bedankte mij dat ik gekomen was zo midden in de nacht om de ziekenzalving te bedienen. Maar ik bedankte hem dat ik op dit emotionele moment bij de familie mócht zijn. Een andere keer kreeg ik de vraag of ik een kindje wilde dopen, maar het was al gestorven zei de moeder mij. Dan zie je die moeder met het levenloze lijfje op haar arm en ik liet het doopwater over dat koppie druppelen. Het verdriet van de ouders was ook mijn verdriet.

Als priesterassisent in de Paulus ga ik alleen voor in Eucharistievieringen. Of ik dan niet het hele pastorale pakket mis? Nee. Er was ook altijd een pastoraal werker in de parochie en die was – in mijn ogen – de eerst aanspreekbare. Van de andere kant ben ik niet een priester die even opdraaft voor een huwelijk of doop, ik ga wel eerst naar de betrokkenen toe voor kennismaking en overleg over de viering en dan komt het gesprek toch wel op God en op het geloof..

Ja, ik ben ook franciscaan. Als jongetje wilde ik priester worden want daarvan had je nou eenmaal een beeld. In de loop der jaren ben ik veel sterker minderbroeder geworden. De spiritualiteit van Franciscus met de werkelijk radicale navolging van Jezus is mij op mijn levenspad steeds duidelijker geworden en ook de noodzakelijkheid daarvan. Is het immers niet zo dat de mens alles op aarde heeft ontvangen? Dan kun je ook alles delen en weggeven.’

Jaartallen
1986 – 2002 vaste assistent in de Paulus
2002-2010 in Leiden lid van de communiteit van franciscanen aldaar en pastoor van de Hartebrugparochie in Leiden.
Eind 2010 teruggekomen naar Utrecht en in overleg met het pastoraal team van de Martinusparochie weer priester-assistent in de Paulus
September 2018 – afscheid van de Paulus, vertrek naar ‘s-Hertogenbosch

Doordeweekse Vieringen

Maandag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
1e maandag van de maand: 10:00 uur: Kapel
Barbarabegraafplaats
Dinsdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Rafaëlkerk
09.30 uur Dominicus – wereldwake
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
Woensdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus
19.00 uur Catharina
1e woensdag van de maand: Rozenkrans om
19.00 uur in de Johannes-Bernardus.
Donderdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Rafael
12.00 uur Augustinus
Vrijdag
08.00 uur Aloysius
08.00 uur Klooster Cenakel
09.00 uur Wederkomst des Heren
ochtendgebed
10:00 uur: Dominicus
12.00 uur Augustinus
18.00 uur Rafael: Ambrosiaanse vesper
19.00 uur Catharina
1e en 3e vrijdag van de maand:
10:00 uur: San’Egidio, Augustinuskerk.
Zaterdag
08.00 uur Klooster Cenakel
12.00 uur Augustinus

 

Algemeen Contact

Adressen van de kerken

Aloysiuskerk
Adriaen van Ostadelaan 2

Sint Antoniuskerk
Kanaalstraat 198

Sint Augustinuskerk
Oudegracht 69

Sint Catharinakathedraal
Lange Nieuwstraat 36

Sint Dominicuskerk
Palestrinastraat 1

Johannes-Bernardus
Oranje Nassaulaan 2

Nicolaas-Monica-Jacobus (NMJ)
Boerhaaveplein 199

Sint Pauluskerk
Willem de Zwijgerplantsoen 19

Rafaëlkerk
Lichtenberchdreef 4

Wederkomst des Heren / “Buurthuis Bij Bosshardt”
Marco Pololaan 10

Parochiesecretariaat Utrecht

Adriaan van Ostadelaan 4
3581 AJ Utrecht

Openingstijden:
Maandag, Dinsdag & Donderdag: 10.00 – 15.30 uurVrijdag: 09.00 – 12.00 uur
Tel: 030 – 254 6147
E-mail: secretariaat@katholiekutrecht.nl